In het socialistische Polen van 1980 brengt Ludwik zijn zomer door op een verplicht landbouwkamp. Vanaf de eerste dag bestudeert hij vanuit zijn ooghoeken Janusz – de ‘jij’ tot wie Ludwik zijn verhaal richt. Ze ontmoeten elkaar pas als ze allebei denken dat er niemand kijkt, bij de rivier waar ze zich beiden uit de groep terugtrekken. Daar leest Ludwik
Giovanni’s kamer
van James Baldwin – in het geniep, verscholen onder de kaft van een ander boek – dat een wereld voor hem opent waarin hij niet heimelijk boeken hoeft te lezen, of hoeft te verbergen dat zijn blik telkens naar Janusz’ lichaam glijdt. Jedrowski schrijft: ‘De eerstvolgende dagen leefde ik via de verteller, dacht ik tijdens het werk op het land aan zijn leven, wist ik ineens dat er een plek was waar ik me terug kon trekken, een plek voor mij alleen.’
Die plek om zich terug te trekken vinden Ludwik en Janusz nadat het kamp voorbij is en ze besluiten de rest van de zomer door te brengen bij een meer, diep verscholen in het bos. Zodra niemand hen meer ziet, ontstaat er een broeierige, lome verliefdheid. Deze scenes zijn knap geschreven omdat de lezer enerzijds meegevoerd wordt in de gevoelens die daar groeien en Jedrowski anderzijds heel duidelijk maakt dat die gevoelens ook ontlading zijn van alle jaren waarin Ludwik zich bewust was van zijn seksualiteit, die plotseling zo onbeteugeld kan
zijn.
Zij leven ineens in
Giovanni’s kamer:
‘Ik weet niet hoeveel dagen we bij het meer kampeerden, want elke dag was als een complete wereld, elk moment nieuw en eenmalig. In zekere zin beleefde ik ze als de eerste dagen van mijn leven, alsof ik bij dat meer en het water en jou geboren was.’
Deze motieven bepalen de loop van het boek. De zomer blijkt inderdaad een ander universum dan het dagelijks leven waarnaar ze terugkeren. Ik werd als lezer dusdanig meegetrokken in de verliefdheid van Ludwik, dat ik zijn wanhoop en jaloezie ook meevoelde als Janusz zich in een herfstachtig, grauw Warschau langzaam van hem onttrekt. Naarmate de werkelijkheid zich meer en meer aan hun leven opdringt, blijken hun toekomsten onverenigbaar. Het liefdesverhaal is hierdoor ook het fundament van het complexe tijdsbeeld dat de Duits-Poolse Tomasz Jedrowski met zijn debuut wil schetsen. In het Polen van de jaren tachtig zijn Ludwiks verlangens naar Janusz en Baldwin subversieve politieke idealen. Jedrowksi wil de gelaagdheid van de oorzaken en gevolgen van dergelijke dromen voelbaar maken.
Hierdoor was
Zwemmen in het donker
voor mij een boek dat ik niet kon wegleggen. Jedrowski heeft een prachtig boek geschreven over ingewikkelde keuzes. Ik heb genoten van het gemak waarmee hij me introduceerde in een wereld die ik tot dan toe niet kende en gevoelens die niet geheel de mijne waren. En misschien kan dit verhaal, voor iemand die wel Ludwiks gevoelens deelt, ook een
Giovanni’s kamer
zijn.
Geschreven door Laure Dijkstra (1997), masterstudent Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht en bewezen alleslezer.
Zwemmen in het donker / Tomasz Jedrowski / Vertaling Lucie Schaap en Maaike Bijnsdorp / Uitgeverij Meulenhoff / 222 blz. / ISBN 9789029093187
Gastblogger:
op deze plek zullen we regelmatig recensies plaatsen van bezoekers of van recensenten van bevriende websites en tijdschriften. Dat gebeurt soms op uitnodiging, maar heel graag willen we ook plaatsmaken voor spontaan ingeleverde boekbesprekingen. Dus: heb je een goed boek gelezen? Deel je mening (en dus je passie!) met de andere lezers van De Leesfabriek!
Dit boek kun je meteen bestellen via deze bestellink van Libris.nl
.
.