Kan je jezelf en het boek even kort voorstellen? Hoeveel boeken heb je al vertaald? Op welk boek ben je het meest trots?
Ik ben Merel Leene en ik vertaal al ruim vijftien jaar. Voor het interview heb ik snel even geteld en ik kom op meer dan tweehonderd boeken. Dat komt onder andere doordat ik ook boeken voor jonge kinderen vertaal en een boekje voor een kind van zeven kost natuurlijk veel minder werk dan een dikke historische roman voor volwassenen. Zo vertaal ik bijvoorbeeld de boeken van Heksje Lilly en dat zijn er ondertussen al ruim veertig. Ik vertaal uit het Engels en het Duits, vooral kinderboeken. Af en toe vertaal ik ook boeken voor volwassenen; juist die afwisseling vind ik interessant. Ik hou ervan verschillende dingen te doen omdat je er veel van leert. Wel moet je zelf ook actief op zoek blijven naar de dingen die je wilt doen, want als uitgevers je eenmaal kennen voor een bepaald soort boeken, zullen ze je daar vaak weer voor vragen.
De vertaling waar ik het meest trots op ben is
A Christmas Carol
van Charles Dickens. Uitgeverij Blossom Books geeft de reeks Wereldklassiekers uit en toen Myrthe me contacteerde voor een boek in deze reeks van bewerkingen dacht ik eerst: dat is niet wie ik ben. Ik ben vertaler, geen schrijver. Maar ik vind het een prachtig boek en ik heb ook goede herinneringen aan films en een toneelstuk op basis van dit boek. Uiteindelijk heb ik de opdracht toch aangenomen, en ik ben erg tevreden over het resultaat. Het boek is ook nog eens prachtig uitgegeven, met schitterende illustraties van Sophie Pluim.
De rol van een vertaler is heel dienend: het gaat over de auteur en het verhaal dat hij of zij heeft bedacht. Dat geldt ook voor Beste Boek voor Jongeren. Met
A Christmas Carol
was het meer dan vertalen, want het moet goed leesbaar zijn voor kinderen van nu, maar wel met de juiste sfeer van het originele verhaal. Echt vertalen is een ambacht.
Ik heb gemerkt dat ik een boek niet zelf geweldig hoef te vinden om het toch met plezier te vertalen. Het is natuurlijk extra leuk als het boek je bevalt, maar ik werk nu aan vertaling van een boek dat ik als kind nooit zou gelezen hebben – het is horror, en dat had ik als kind veel te eng gevonden. Ik vertaal heel graag historische verhalen en dat weten uitgevers ondertussen ook wel. Dan ben je bezig met in oude woordenboek bladeren of deskundigen raadplegen voor bijvoorbeeld klederdracht of wapenkennis. Zeker als het boek heel specifiek wordt, vind je de woorden en het typische vakjargon niet meer in een woordenboek.
Ook vertalen voor een algemener publiek, dus niet enkel de historische boeken, vind ik geweldig om te doen. Het is niet zo makkelijk om naast de woorden ook de toon van de auteur te treffen. Je vertaalt geen losse woordjes om ze dan achter te elkaar te zetten tot ze een zin vormen. Daarom is het belangrijk dat je veel gevoel hebt voor het Nederlands. Je moet heel scherp zijn en bij alles wat je leest, moet je je afvragen of je exact begrijpt wat de auteur bedoelt.
Zo is er in
Rose
♥ Jack
een passage waarin Rosie Jacks geur omschrijft:
Lynx and sweat and lemon shampoo.
Nu kun je natuurlijk naar lynx ruiken, maar hoewel Rosie wel vaker bijzondere beelden gebruikt, leek deze me erg eigenaardig. Mijn intuïtie bleek juist: Lynx is de Engelse naam van het deodorantmerk Axe. Doordat het woord aan het begin van de zin stond, kon de hoofdletter me niet waarschuwen dat het een merknaam betrof.
Hoe was het om dit boek te vertalen?
Ik vind het een geweldig boek. Het heeft een heel bijzondere hoofdpersoon en dat maakt het ook meteen spannend om te vertalen. Darbon geeft Rosie, een meisje met down, een heel eigen stem, met een bijzonder taalgebruik en opvallende beelden. Als vertaler wilde ik daar zo dicht mogelijk bij blijven. Die toon goed treffen is een hele kunst.
Ondanks dat het gaat over een meisje met het syndroom van Down zijn de gebeurtenissen in het boek ook herkenbaar voor andere jonge lezers, ze kunnen iedereen overkomen. Rosie is misschien naïever en ze kent minder van de wereld, maar ze is ook gewoon een tiener die met aardige en minder aardige mensen te maken krijgt, net zoals iedereen.
Wat betekent deze nominatie voor jou als vertaler?
Het is een mooi boek dat deze aandacht verdient. Ik vind het een eer dat ik genomineerd ben, maar vooral ook voor het boek. Uiteraard ben ik wel trots dat ze mijn vertaling hebben genomineerd, maar eigenlijk is het vooral de auteur die de prijs wint. Die is de echte maker van het verhaal. Als
Rosie ♥ Jack
wint, ben ik de eerste om Mel Darbon te feliciteren.
Heb je de andere genomineerden gelezen?
Nee, helaas nog niet. Er is zo ontzettend veel om te lezen… Ik lees veel Duitse en Engelse boeken, en ook Nederlandse literatuur. Ik heb gewoon geen tijd om alles te lezen wat ik interessant zou vinden… Ik ben nu wel extra nieuwsgierig geworden naar de vertaling van mijn collega-genomineerden!
Hoe krijg je een vertaalklus? Gaat dat via een uitgever of mag je zelf aangeven dat je iets wilt vertalen?
Het contact verloopt via uitgevers. Er is een groep uitgevers waar ik voor werk, voor de ene wat meer dan voor de andere, en zij vragen me voor vertalingen. Ik vertel hun wel wat ik graag doe, bijvoorbeeld historische boeken. Op die manier weten ze dat ze me voor dat soort boeken zeker kunnen vragen.
Als je eenmaal iets van een auteur vertaalt, dan vraagt de uitgever vaker jou voor het volgende boek. Dat gaat niet eindeloos zo door natuurlijk. Je kan bijvoorbeeld ook eens een keertje geen tijd hebben zodat je niet meer kan volgen en niet meer alle boeken van een bepaalde auteur vertaalt.
In het begin benaderde ik zelf uitgevers, toen ik vertaalklussen zocht. Nu moet ik eerder nee zeggen dan gaten opvullen (lacht).
Nee zeggen is soms moeilijk als ik wegens tijdgebrek een bepaald boek niet kan doen. Ik ben er de afgelopen jaren wel beter in geworden. In het begin vond ik het lastig en werkte ik soms te veel.
Als je een vertaalklus krijgt van een bepaalde auteur lees je dan alleen het te vertalen boek of meer van deze auteur?
Dat heb ik in sommige gevallen zeker wel gedaan, zoals bij Kate Mosse. Van haar had ik weleens iets gelezen voor ik mijn eerste vertaalopdracht kreeg van een van haar boeken. Voor ik aan die vertaling begon, heb ik de andere boeken ook gelezen. Al doe ik het niet altijd. Het heeft ook te maken met hoeveel tijd ik heb.
Ook is het weleens voorgekomen dat ik een deel twee vertaalde in een kinderboekenserie waarvan iemand anders deel één had vertaald. Dan volg je natuurlijk zo veel mogelijk de keuzes van die eerste vertaler zodat er geen vreemde inconsistenties zijn.
Rosie ♥ Jack
was het eerste boek van Mel Darbon en ook dat gebeurt heel vaak.
Krijgen vertalers de aandacht die ze verdienen? Wat zou er beter kunnen?
Lastige vraag. Het stoort me als uitgevers geen namen van vertalers op hun website zetten of als het boek wordt gerecenseerd en de vertaler wordt niet genoemd. Zeker als er dan een citaat in de recensie staat. Tegelijk denk ik: vertalers hebben een andere rol dan de auteur en dat vind ik prima. Als
Rosie ♥ Jack
zou winnen, hoef ik niet per se op een podium te staan. Dat is voor de auteur want het is haar boek. Maar mijn naam op de titelpagina van het boek, op de website van de uitgeverij en bij recensies vind ik wel belangrijk.
Een heleboel mensen denken dat ze het originele boek (dus niet het vertaalde boek) perfect kunnen lezen, zeker in een taal zoals het Engels, maar ze missen toch echt wel dingen in die boeken die ze misschien wel zouden ontdekken in het vertaalde boek. Daarom is het ook zo fijn om te lezen in je moedertaal: je begrijpt het verhaal zoveel beter.
Een ander punt is de honorering van een vertaler. Ik vind in principe dat een vertaler net als een auteur royalties hoort te krijgen. Zeker in de kinderboekenwereld is dat niet bij alle uitgevers gebruikelijk. Als beginnend vertaler is het soms lastig onderhandelen. Je kunt het je niet altijd veroorloven een klus af te slaan. Inmiddels probeer ik wel altijd te onderhandelen over een honorarium dat passend is. Sommige uitgevers willen boeken vertalen voor een prijs waar je dat werk niet voor kunt doen. Dan moet je nee zeggen.
Heb je nog tips voor jonge mensen die een boek willen schrijven of vertaler willen worden?
Jongeren die vertaler willen worden zou ik zeker aanraden een taal te gaan studeren, zoals Engels of Duits. Je kunt daarna ook je master vertalen volgen. Zelf heb ik geen vertaalopleiging gedaan, maar Nederlands gestudeerd. Ik heb lang als kinderboekenredacteur gewerkt, en zo ben ik het vak in gerold. Een goed taalgevoel is ontzettend belangrijk, en dat is iets wat je hebt of niet.
Zelf ben ik geen schrijver, maar als je schrijver wilt worden is er volgens mij maar één ding dat echt werkt: heel veel en vaak schrijven. Daarnaast is het natuurlijk ook goed om je teksten te laten lezen door anderen en commentaar te vragen. Als je een schrijfcursus volgt, heb je behalve alle tips en adviezen van je docent ook je medecursisten om feedback aan te geven en van te krijgen. Veel lezen helpt ook, want zo kun je kijken wat anderen doen.
Wat betekent het voor jou als je deze prijs wint? Wat zou je als eerste doen?
Ik zal vast juichen, heel blij zijn en wat mensen op de hoogte brengen. En misschien lekker uit eten! Het is een manier waarop je werk opeens heel expliciet gewaardeerd wordt. Ik deel regelmatig door mij vertaalde kinderboeken uit hier in de buurt en dan is het fantastisch als ik later te horen krijg dat ze het leuk vonden. Dit is ook zo’n vorm van waardering, maar nog net een graadje meer. Al vind ik de nominatie al iets om trots op te zijn. Ik vind het niet erg als ik niet win, want de andere boeken zijn vast ook prachtig. De winnaar ga ik zeker lezen (lacht).
Valerie:
Hallo uit Vlaanderen! Net als alle anderen hier, ben ik gek op lezen. Als ik eens vijf minuten niets te doen heb, neem ik een boek en begeef ik me naar een andere wereld. Waar ik ook ben, ik heb altijd een boek bij me. Welk boek dat is? Dat maakt helemaal niets uit! Van een bloedstollende thriller tot een historische roman tot een geweldig liefdesverhaal, alles is goed.