Het is 1859. In Amerika is er nog veel slavernij, ondanks het groeiende aantal abolitionisten. Robert woont op de plantage van een van hen. Zijn vader helpt meneer Heath, de plantage eigenaar, met het naar de vrijheid brengen van weggelopen slaven. Voor Robert is het gewoon dat zijn beste vriend, William Henry, zwart is. Dat lang niet iedereen goed voor hun slaven is leert Robert wanneer hij met zijn moeder op bezoek gaat bij zijn zieke grootvader. De slaven op diens plantage leven in angst, hebben honger en worden om willekeurig welke reden afgeranseld. Roberts moeder, blijkt tot Roberts verbazing, niet zo heel erg tegen het zwaar straffen van de slaven te zijn. Robert voelt zich verscheurd. Hij houdt van beide ouders, maar heeft het moeilijk met zijn moeders en grootvaders houding tegenover de slaven. Robert moet kiezen: volgt hij het pad van zijn moeder en grootvader of het pad van zijn vader. De keus is geen keus meer op het moment dat William Henry sterft en ook het leven van een andere slavenjongen in gevaar is.

Schokkend om te lezen hoe krap 150 jaar geleden de slavernij als een recht werd gezien. Als een gunst zelfs, omdat die arme slaven nooit zelfstandig zouden kunnen leven. Hoe schokkend het verhaal ook is, de schrijfster slaagt er goed in om van dit verhaal geen aanklacht te maken: wel een interessante geschiedenisles. Tegen het eind van het verhaal wordt er naar mijn smaak een beetje te veel geloof bij gesleept. Ook voelt het eind een beetje afgeraffeld. Al met al een goed boek over de slavernij, alhoewel ik zelf het boek Columbia en de strijd tegen de slavernij van Hans Werner, over hetzelfde onderwerp, aangrijpender vind, omdat het iets dieper ingaat op het emotionele aspect van de slavernij en de vlucht.

Een naam om trots op te zijn / Cathy Gohlke / Uitgeverij van Wijnen / vertaald door Jetty Huisman / 2011 / 279 pag. / ISBN 9789051944129