We zijn in het jaar 2084. De zestienjarige Jasper krijgt zijn uitnodiging om naar ‘de Fabriek’ te gaan. Als lezer weten we niet wat dit inhoudt, maar ook Jasper zelf weet er weinig over. Iedereen gaat er ooit eens naar toe. Sommigen beschrijven het als een vakantie, anderen als een plek waar je jezelf leert kennen, maar veel details worden er nooit gegeven. Net als Jasper krijg je als lezer dus allemaal eerste indrukken.
De Fabriek blijkt een plaats te zijn waar je leert kiezen wat je met de rest van je leven wil doen, een persoonlijke zoektocht dus. Alle jongeren die aanwezig zijn worden gedwongen om te werken aan sorteerbanden, waar ze steeds complexer wordende opdrachten moeten uitvoeren. Je kan het vergelijken met een online game waar je telkens een niveau hoger gaat als je je doel bereikt hebt. De niveaus worden weerspiegeld in de kleuren van de overalls die de jongeren dragen. Aan de binnenkant van de kaft staat een overzicht van de kleuren en de niveaus, en ook welke blokjes er telkens verzameld moeten worden. Dit was een leuk extraatje dat ik zeker kon appreciëren.
Naast het feit dat Jasper er moet ‘werken’ blijkt ook dat er geen smartphones gebruikt kunnen worden en je nergens online kan. Als dat nog niet genoeg is blijkt zijn tante Lien een grote rol te spelen in de Fabriek.
Nogal typisch aan de start vond ik het feit dat Jasper zich zo afzet tegen het feit dat hij geen toegang meer heeft tot zijn smartphone. Hij is heel erg boos en vloekt aldoor (‘Koleire’ vond ik trouwens een erg bizarre keuze als scheldwoord). Gelukkig kantelden deze gevoelens, en komt hij tot inzicht hoe mooi het leven zonder digitale overheersing is: de jongeren maken zelf hun eten dat veel lekkerder is dan kant-en-klaar maaltijden, er ontstaan hechte vriendschappen en Jasper wordt zelfs verliefd. Hoe cliché het ook mag zijn, ik ben helemaal fan! Zelf trap ik zelf ook maar al te veel in de val van dit digitale tijdperk en het constant bezig zijn met social media. Elke herinnering aan het bloeiende leven daarbuiten is meer dan welkom bij mij, maar zeker ook bij andere jongeren.
Toch blijkt niet alles rozengeur en manenschijn in de Fabriek. Vrij snel komt Jasper er achter dat ‘the Game’ een duister kantje heeft: er worden pijnprikkels gebruikt. Jasper kan hier echt niet mee akkoord gaan, en er ontstaat een opstand. Zelf zou ik het ook heel bizar vinden dat er pijnprikkels worden gebruikt in zo’n onschuldig spel. Toch weet ik niet of ik het in me zou hebben om alleen in opstand te komen. Ik snap sommige personages die vinden dat het erbij hoort, er zijn immers al honderden deelnemers hen voor gegaan. Anderzijds… als er toch een opstand plaatsvind, in het kamp met de ‘tegens’ groeit, dan zal ik me daarbij aansluiten. Mensen hoeven geen pijn te leiden, ook niet als het groter doel is om zichzelf te ontdekken. Danckers heeft dit ethisch dilemma mooi uitgewerkt.
Het boek is geïllustreerd, wat best uitzonderlijk is voor een verhaal in de 12+-leeftijdscategorie. Naar mijn gevoel zijn de prenten een mooie aanvulling van het verhaal. Ze dragen positief bij tot de sfeerschepping. De keuze van de illustratie voor de kaft is me dan weer minder duidelijk.
Ondanks dat het verhaal zich in de toekomst afspeelt, zijn er ook duidelijke linken met het heden. Zo is er een link naar de Lockdown die we kenden tijdens corona; alles gebeurt digitaal en online, nóg meer dan de verdigitalisering die wij op dit moment meemaken; er wordt gesproken van de ‘Plastic Revolution’; auto’s zijn er niet meer, iedereen verplaatst zich met het openbaar vervoer via trambussen; er wordt gewerkt met een delinquentapp waar een score wordt bijgehouden van je misstappen, te vergelijken met de sociale kredietscore in China.
De auteur schrijft onder het motto ‘met het juiste boek is iedereen een lezer’. Ze schrijft verhalen die niet te dik zijn, met een eenvoudig taalgebruik, over situaties die dicht bij de leefwereld van jongeren staan. Ook als geoefende lezer kon ik erg genieten van dit verhaal. Deze Belgische auteur kon me zeker even goed bekoren als bestsellerauteurs als Suzanne Collins en Veronica Roth.
Een verhaal over kritisch leren nadenken en leren om een eigen mening te hebben, maar ook een waarschuwing voor vervreemding van elkaar door overmatig schermgebruik. Dat alles in een laagdrempelige schrijfstijl, actueel en aangrijpend. Dit boek zal me nog lang bijblijven.
Eindspel / Evy Danckers / Uitgeverij C. de Vries-Brouwers / 2020 / 143 blz. / ISBN 9789059274259 / Illustraties Tamara Lodewijckx
Anna:
Ik woon en werk in Lokeren als zelfstandig pediatrisch kinesitherapeute. Alhoewel ik een trage lezer of ‘slowreader’ ben, heb ik wel altijd een boek bij me. Wat ik zo leuk vind aan lezen is dat je echt kan meeleven in de nieuwe wereld waarin je terecht komt en alles van de dagelijkse sleur even aan de kant laat liggen. Samen met De Leesfabriek heb ik al heel wat nieuwe boeken en schrijvers leren kennen!
Dit boek kun je meteen bestellen via deze bestellink van Libris.nl
.
.