Een nieuw hongerspelenboek! Dit keer over Coriolanus Snow, de man die we kennen als de president van Panem in de tijd waarin Katniss meedoet aan de Hongerspelen. In dit boek keren we terug in de tijd waarin Coriolanus 18 jaar en mentor is van een tribuut tijdens de tiende editie van de Hongerspelen.

Hoe je deze man het beste kunt omschrijven: ietwat narcistisch, ambitieus, hunkerend naar macht, status, geld en roem. Het zit Snow alleen niet mee tijdens de tiende Hongerspelen. Hij wordt mentor van een tribuut uit district 12, gedoemd om te mislukken. Hoewel het er uiteindelijk hoopvol uitziet voor Coriolanus, loopt het toch heel anders dan hij voor ogen had. Ook voor hem ging het met vallen en opstaan.

In de trilogie van Collins bevinden we ons in het heetst van de strijd: in de arena met alle tributen die langzaamaan het loodje leggen. Het is interessant om je dit keer aan de andere kant van de spelen te bevinden. Je komt meer te weten over het ontstaan van bepaalde elementen in de spelen, de oorsprong van de spelen en natuurlijk over Coriolanus zelf.

Dat is het ook punt waar veel lezers over struikelen als ik andere recensies lees. Ze verwachtten actie en spanning zoals in de voorgaande boeken, maar mij was duidelijk dat dit boek echt over Snow zou gaan. En Snow is nu eenmaal een heel ander type mens dan Katniss en Peeta die uit een ander gedeelte van Panem komen.

In de arena was natuurlijk meer actie aanwezig en dat was dit keer anders. Coriolanus filosofeert meer en dat lijkt het boek soms wat te vertragen, maar toch schepte het voor mij een interessant beeld over wie deze man was en hoe hij deed in de eerdere boeken waar we hem kennen als oudere man.

Een ander punt wat heel erg naar voren komt is de mens zelf en hoe wij als mensen zijn. In bepaalde situaties, zoals de arena, zijn we anders, maar hoe zijn we daarbuiten? De omgeving, de situatie waar de mens in zit en de mensen om de persoon heen bepalen hoe een mens doet. Hoever gaan we om te kunnen overleven en wat hebben we daarvoor nodig? Wat als er altijd oorlog is, hoe leef je dan, hoe gedraag je je dan?

Dr. Gaul is van mening dat ieder mens iets kwaads in zich heeft en ik denk dat dat waar is, maar dat niet ieder persoon dat van nature laat zien. Maar als het er op aankomt, zoals in de arena, dan komt ook die kant van een persoon naar boven.

De verschillen tussen Snow en Sejanus als mens zijn dan ook goed merk- en voelbaar in dit boek. Hij vindt de Hongerspelen duidelijk niets en voelt zich niet thuis in het Capitool.

“Waar zijn we in vredesnaam mee bezig? We zetten kinderen in een arena om ze elkaar te laten afslachten! Dat voelt op alle fronten fout.”

In het Capitool stonden ook niet alle neuzen dezelfde kant op.

Ook Lucy Gray, de tribuut uit district 12, denkt dat mensen een ingebouwde goedheid bezitten.

“Je voelt het als je de grens naar het slechte overschrijdt, en het is je hele leven de uitdaging om aan de goede kant van die grens te blijven.”

De Spelen zelf in de arena zijn eigenlijk maar bijzaak in dit boek, hoofdzaak is alles daaromheen. Over invloeden van jezelf, de lessen die je meekrijgt van de mensen om je heen, maar ook over macht en de gevolgen als je deze macht verliest. Over goed en kwaad. En juist deze punten vind ik echt een toevoeging aan de hele serie.

Hoewel ik de Spelen en de tijd daarna in het hoofd van Snow beleefde, kon ik weinig sympathie voor hem opbrengen. Laten we het er op houden dat het niet mijn type mens is.

En dat einde: ik lees dat veel mensen het wat vreemd vonden. Hm.. nee. De rollen zijn eens omgedraaid, het voelde alsof Snow eens een keer zelf in een arena stond (iets met een koekje van eigen deeg?).

Het fijne aan dit boek was wederom de fijne schrijfstijl van Collins, maar ook de zeer goede vertaling van Maria Postema. Hierdoor (en door de vakantietijd en het goede verhaal) had ik dit 591 pagina’s tellende boek met anderhalve dag uit. Heerlijk. Denk ik nu nog even na over een paar vragen die achterbleven. Hoe meer ik erover nadenk, hoe beter ik het boek ga vinden.

De ballade van slangen en zangvogels / Suzanne Collins / Vertaling Maria Postema / Uitgeverij Van Goor / 2020 / 591 blz. / ISBN 9789 0003 72058


In 2021 zijn een aantal redactieleden de uitdaging weer aangegaan om alle tien genomineerde boeken van de prijs voor Beste Boek voor Jongeren te lezen voordat de Boekenweek van Jongeren begint. Van elke nominatie wordt een (duo/trio)recensie gepubliceerd en na het lezen wordt een tweede voorspelling van winnaars in beide categorieën gemaakt.


Irene

: Als kind was ik een echte boekenwurm, ik las alles wat los en vast zat. Inmiddels ben ik al vele boeken verder en dat hoeft voor mij niet per sé in bed of stoel, zolang ik maar kan lezen is staand, op een trapje of naast de stoel niet erg.  Ook is het een gewoonte geworden om met een boek de deur uit te gaan: romans, thrillers, feelgood of YA, ik lees het graag.


Dit boek kun je meteen bestellen via deze bestellink van Libris.nl


.


.