Leesbevordering is broodnodig, zeker op school! Met De Leesfabriek proberen wij op onze manier een steentje bij te dragen, maar zonder leerkrachten wordt het op school natuurlijk heel moeilijk. Daarom willen we jullie vandaag laten kennismaken met leerkracht Ine. Ze geeft les in de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs (middelbaar) in het eerste, tweede en vierde jaar. Dat zijn leerlingen van 12 tot 16 jaar. Ze is leerkracht Nederlands en heel actief bezig met leesbevordering op school.


Wat voelen jongeren vandaag de dag bij boeken volgens jou?


Voor ik startte met mijn bookstagram had ik niet het gevoel dat ik connectie kon maken met de leerlingen wat boeken betreft. Ik sprak er wel over en ik las ook voor, maar als de bel ging, was dat gevoel en die verbondenheid van het verhaal meteen weer weg en ik kreeg altijd het idee ‘dat was het dan’. Door met bookstagram te starten kan ik leerlingen ook na schooltijd nog prikkelen met de boeken die ik in de klas heb voorgesteld. In het begin was daar weinig belangstelling voor, maar naarmate het schooljaar vorderde, ontstond er meer en meer interesse vanuit de leerlingen. Ze speelden met de vraag welk boek ik deze week zou meebrengen naar de klas en wat voor boek het zou zijn.

Nu zit ik op een punt dat ik in de klas geen boek meer uit mijn boekentas kan halen zonder dat er moet worden voorgelezen, vooral in de eerste graad. Ik kan het boek pas tonen op het einde van de les, anders is de concentratie volledig weg. Er is dus echt veel interesse, maar of er echt meer gelezen wordt is natuurlijk de vraag.


Krijg je de leerlingen ‘spontaan’ aan het lezen? Of hebben ze echt de verplichting nodig van een opdracht zoals een boekbespreking?


De leerlingen zijn zonder de opdracht ook wel enthousiast en willen altijd meer horen van een verhaal, maar of ze dan echt aan de slag gaan… Tja, dat blijft de vraag denk ik. Ik zie wel een soort trend. In september willen veel leerlingen lezen want op dat punt zijn ze benieuwd naar de boeken. Hoe verder we gaan in het schooljaar, hoe meer achteruitgang tot slechts 30% nog wil lezen. Dat is weinig. Leerlingen zijn het op dat punt gewoon dat er boeken zijn, maar ze zijn nog niet op het punt dat ze de boeken zelf opnemen om te lezen.

Als ik dit bespreek met de leerlingen, kunnen ze zelf ook niet echt een verklaring geven. Ze geven aan dat ze het nog altijd leuk vinden dat er altijd boeken zijn en dat er wordt voorgelezen. Dus daar ligt het zeker niet aan.

Er is natuurlijk nog een extra factor. In elke klas heb je leerlingen die totaal geen interesse hebben in boeken en lezen. Ze zijn eerder weigerachtig als het gaat over lezen. Hoe krijg je deze leerlingen dan uiteindelijk toch mee? Er is maar één antwoord: proberen, proberen, proberen!

Op school proberen we ook vakoverschrijdend rond eenzelfde boek te werken, bijvoorbeeld in de les Nederlands in combinatie met de les geschiedenis of Nederlands en godsdienst. Die resultaten zijn schitterend want hierin zien we echt dat de leesmotivatie enorm verhoogd, ook bij de eerder weigerachtige groep. Dus een tip voor alle collega’s: het is uiteraard heel goed als je literatuur gebruikt in de les Nederlands, maar als je vakoverschrijdend werkt, wordt je resultaat veel beter! Een kleine kanttekening die ik daarbij wel wil maken is dat elke school anders is en dat het niet zo is dat alle leerlingen hierna ook zelf een boek gaan lezen. Bij ons waren er wel een aantal die na de vakoverschrijdende lessen het lezen te pakken hebben gekregen.


Een heel leuk idee om vakoverschrijdend te werken! Alleen hangt daar volgens mij ook wel een mogelijk probleem aan vast: je moet je collega’s meekrijgen. Hoe zie of doe jij dat?


Collega’s meekrijgen is soms makkelijk, soms moeilijk. Vaak betekent het in de praktijk dat de collega in kwestie wel wil meewerken, op voorwaarde dat al het materiaal voor handen is. Dat betekent dat ikzelf fragmenten moet kiezen, materiaal moet kopiëren… Dus alles wat in het andere vak wordt gedaan, wordt ook door mij voorbereid. Dus je moet het als opzetter wel echt dragen en er veel tijd in steken.

Daarnaast proberen we op school ook heel veel losse leesprojecten te organiseren, zoals de voorleesweek en de jeugdboekenmaand. Dat wordt door veel leerkrachten wel gesteund, maar echt uitdragen is toch een ander verhaal. Een trekker blijft noodzakelijk want veel leerkrachten willen wel meewerken, maar echt alles regelen en finaal goed krijgen is toch nog een stapje verder.


Even terug naar je bookstagram. Je deelt daar boekentips die je ook in de klas gebruikt, over boeken die je ook meeneemt naar school. Merk je dat leerlingen je daarom ook beginnen te volgen op Instagram?


Waarom ik eigenlijk ben begonnen met dat account op Instagram is eigenlijk omdat ik het gevoel had dat alles wat ik nu lees zo vergankelijk is. Alle boeken die ik nu lees, wat gebeurt daarmee? Ik schrijf er een tekst over, ik lees het vervolg, maar alles wat ik er dan mee doe verdwijnt op de een of andere manier toch een beetje. Daarom wilde ik het delen met andere mensen, om het op die manier wat vast te zetten. En toen dacht ik: dan kan ik het ook delen met leerlingen en op school! Dus die Instagram is er ook gekomen om de leerlingen na schooltijd nog vast te kunnen pakken. Ik zeg ook vaak letterlijk in de klas: dit boek heb ik net op Instagram gezet. Dan zijn ze toch altijd een beetje benieuwd naar de foto (lacht). Ik merk op dit moment dat er vooral veel ouders, grootouders enzovoort me volgen, leuk!


Als je zoveel bezig bent met lezen en boeken, voelt het dan niet een beetje als werk? Ik heb de indruk dat jij heel veel nadenkt terwijl je leest over wat je met dit boek kan doen, hoe het op school kan worden gebruikt…


Ja, dat is dubbel. Ik ben er inderdaad heel intensief mee bezig want ik schrijf heel veel op en dan ben ik inderdaad aan het denken: wat kan ik hiermee? Maar ik weet of beslis heel vaak op voorhand of een bepaald boek kan op school of niet. Als ik dat op voorhand voor mezelf beslis, kan ik toch op een andere manier de boeken lezen die niet voor school zijn.

Op dit punt sturen ook veel uitgeverijen boeken op en dat zorgt voor extra werk en deadlines, zoals blogtours en lezen voor een boek in de winkel ligt. Het is dus echt veel, maar ik doe het nog steeds met evenveel passie en liefde. Ik ben zelf ook gewoon strenger geworden. Als er boeken worden opgestuurd zonder overleg, lees ik ze niet altijd omdat ik geen tijd heb. Dat durfde ik vroeger niet, maar nu moet het wel.

Het vertrekpunt is altijd: ik lees voor mijn leerlingen, om hen aan het lezen te krijgen. Dus ik lees niet voor mijn volgers, het influencen buiten de school. Ik wil leerlingen en ook leerkrachten inspireren en ze op deze manier ‘gesneden brood’ aanbieden: ik wil al mijn lessuggesties en fragmenten delen met collega’s en ik beantwoord ook heel graag vragen over boeken en opdrachten. Bij leerlingen een steentje kunnen verleggen is tof, maar bij leerkrachten is het misschien nog waardevoller want zij kunnen op hun beurt ook steentjes verleggen.


Je hebt ook een opleiding tot leescoach gevolgd. Hoe zit dat precies?


Inderdaad. Hierdoor had ik zoveel extra motivatie om te gaan experimenteren en nieuw materiaal te maken. Ik herwerk ook heel vaak oud materiaal als ik merk dat het bruikbaar is, maar nog beter kan. Mijn motto hierin is altijd: begin bij jezelf en daarna volgt hopelijk de rest. Zo zie ik in de opleiding heel veel gelijkgezinden, alleen zitten die natuurlijk niet allemaal op mijn school (lacht).


Merk je een invloed van corona?


Ik blijf, ondanks corona, boeken meenemen naar de klas en voorlezen. Ik wil op die manier de drempel naar lezen zo laag mogelijk houden. Leerlingen komen zelfs bij mij thuis boeken halen en dat is toch extra leuk. Op die manier hoop ik ook meer leerlingen te kunnen bereiken. Niet iedereen kan of wil bijvoorbeeld naar de bibliotheek.

Nu we minder les kunnen geven op school (

een deel van de les wordt gegeven in afstandsonderwijs, waarbij de leerlingen allemaal thuis blijven, maar inloggen op bijvoorbeeld Google Meet, nvdr.

) lijkt het misschien moeilijker, maar het heeft echt geen invloed op het enthousiasme. Ik haal boeken uit mijn tas en ze zijn nog altijd aan het fluisteren: wat zou het zijn?

Ze blijven ook vragen naar voorlezen. Ik ben niet naïef, het is natuurlijk leuk als het geen les is, maar ik zie ook wel dat ze er gewoon van genieten. Ze voelen zich er misschien te stoer voor buiten de klas, maar in de klas lukt dat wel.


Wat zijn volgens jou de grootste valkuilen voor leesbevordering op school?


Je collega’s moeten enthousiast zijn en je moet als leerkracht zelf ook helemaal mee zijn met de hedendaagse literatuur om leerlingen te kunnen prikkelen. Begrijp me niet verkeerd, ik ben voor klassiekers, maar dat moet niet in een richting wetenschappen-wiskunde, maar in de richting moderne talen. Dus ik probeer mij aan te passen.

Als tip naar alle collega’s: stap af van de klassiekers en geef leerlingen de kans eens iets anders te lezen. Die oude klassiekers doden de intrinsieke leesmotivatie van kinderen en jongeren.

Hetzelfde met de verplichte leeslijst. Wij hebben ze afgeschaft op school, maar ze bestaat nog voor leerlingen die echt geen idee of richting hebben. Al mogen ze dus ook boeken buiten de lijst kiezen en dat vind ik zelf een kleine overwinning! (lacht)


Wil je graag meer weten over Ine? Volg haar dan op


! Benieuwd naar materiaal of resultaten uit haar opleiding tot leescoach? Neem dan zeker contact met haar op via: [email protected]