Na het lezen van dit boek kijk je in het vervolg totaal anders naar bronzen beelden. Hoe dat komt? De hoofdpersoon in
Joy
(2012) is een mooi meisje en eigenzinnige puber. Joy gaat in Brussel werken als levend standbeeld. Al staande op de Grote Markt komt ze in aanraking met een amateur beeldhouwer die een fascinatie heeft voor beelden en wil weten wat beelden denken. Om dit doel te bereiken is hij op zoek naar de ideale vrouw, of beter gezegd het ideale beeld. Joy is voor hem het perfecte beeld. Hij wil haar voorgoed bezitten door haar tot beeld te maken door haar lichaam te plastineren.
Joy
is de debuutroman van Patrick Bassant (1977). Bassant heeft een vlotte schrijfstijl en laat in zijn roman afwisselend Joy en de beeldhouwer aan het woord. Dankzij het wisselende vertelperspectief wordt je als lezer tussen twee werelden heen en weer geslingerd. De wereld van Joy vooral bestaande uit de straatcultuur en de wereld van de beeldhouwer die bestaat uit de klassieke cultuur. Met vooral aandacht voor het werk van Rodin. Interessant zijn de intermezzo’s met de ‘Memoires van een standbeeld’. Alleen al deze intermezzo’s zorgden ervoor dat ik ineens heel anders naar de beelden die ik onderweg tegenkwam ging kijken. Waar zou dat beeld aan denken? En wat zou dat beeld allemaal al meegemaakt hebben? Een fragment uit Joy ter illustratie:
Als standbeeld ben je je wel degelijk bewust van de weersomstandigheden. De winter is het ergst. Je wordt wakker met een laagje ijs over je oogleden waardoor je de hele dag niet scherp kan zien. (…) ’s Middags begint het te regenen, vlijmscherpe koude kogeltjes die op je huid blijven liggen. Ze wurmen zich een weg door je poriën en gaan daar uiterst tevreden zitten te bevriezen, waardoor ze uitzetten en je opperhuid probeert open te rijten. De pijn is ondraaglijk. Je bent te benijden als je iemand van niveau voorstelt of op de gevel van een imposant gebouw staat, dan gaan rond vijf uur de bouwlampen aan je voeten aan. Door die hitte smelt de pijn langzaam weg, en je wordt tenminste weer zichtbaar.
De schrijfstijl van Bassant kan het beste omschreven worden als vlot en eigentijds. Ondanks dat de roman een donkere ondertoon heeft en een macaber onderwerp bespreekt; het plastineren van eerst katten en later van Joy, blijft de roman in het algemeen luchtig. Waarschijnlijk komt dit door de scherpe observaties en humor in
Joy
. De titels van de hoofdstukken hebben bijvoorbeeld een dubbele laag, zoals ‘Joy forever’, ‘Het stenen kind’ en ‘Inbeelding’.
Rode draad in de roman is de beeldcultuur. Het gaat om kijken en bekeken worden. Joy gebruikt haar lichaam om gezien te worden, eerst als stripdanseres en later als levend standbeeld. De beeldhouwer kijkt naar anderen en gebruikt zijn kunst om gezien te worden. Door middel van zijn kunst hoopt hij de hedendaagse Rodin te worden. Persoonlijk vind ik het jammer dat de roman slechts 155 pagina’s telt. Ik had graag meer gelezen over de beweegredenen van beiden. Aan de andere kant heeft Bassant zijn doel absoluut bereikt: hij heeft mij, de lezer, aan het denken gezet.
Joy
is, mits je tegen enkele misselijkmakende passages kunt, de moeite waard om te lezen.
Luister naar de speciale soundtrack bij dit boek van KOLBAK.
Bekijk ook de boektrailer.
Joy / Patrick Bassant / Uitgeverij Wereldbibliotheek / 2012 / 155 pag. / ISBN 978 90 284 2493 7