Superduif gaat over een gezin uit Haarlem. Het gezin bestaat uit een vader, een moeder en uit de dochter Bonnie. Als je het eerste hoofdstuk leest, begin je te denken dat Bonnie een beetje raar is. En uiteindelijk blijkt ze dat ook te zijn. Zoals veel andere kinderen op 12-jarige leeftijd wil ze ’s ochtends niet graag opstaan, ze laat dit merken door te schreeuwen en te huilen en daarna toch nog rustig op te staan. Haar ouders reageren hier ondertussen niet op, omdat het al heel lang zo gaat. Haar ouders zijn allebei vertalers van boeken en gedichten. Haar vader vertaalt vanuit het Engels en haar moeder vanuit het Pools, maar de reden daarvoor wordt niet genoemd. Bonnie is ook een fan van tweede wereldoorlog boeken, en boeken die ze van haar basisschoolleraar nog niet mag lezen. Deze boeken hebben haar ouders thuis wel in de kast, dus die leest ze vaak en dan vertelt ze hele verhalen over bv. Hannie Schaft. Bonnie vindt zichzelf ook raar, want haar haar pluist en niemand wil vrienden met haar worden, behalve het nieuwe populaire meisje, Ine. Het boek vertelt over Bonnie’s leven met haar duiftransformaties. Haar eerste transformatie was bij het zwembad. Ze waren met de hele klas naar het zwembad, en Bonnie merkte opeens dat alle meisjes weggerend waren. Ze besloot ze te gaan zoeken en eindigde bij de verkleedhokjes. Hier kreeg ze het warm, en haar schouders ‘braken’. Ze vertelde dat ze Sofietje had gered van de bliksem, die insloeg in het zwembad trapje. Toen Ine haar een vriendin noemde, besloot ze haar te vertellen over de transformaties. Ine geloofde het, en hielp haar met een spreekbeurt over de duif. Alle andere kinderen lachten, en dachten dat Bonnie alles had verzonnen.
De laatste transformatie van het boek is tijdens het schoolfeest. Bonnie zit in de fietsenstalling van de school en voelt dat ze wil transformeren. Maar wat blijkt, de transformaties zijn er nooit geweest, het enige wat er gebeurde was dat Bonnie zich uitkleedde en als een idioot over het schoolplein rond tjippelde en duiven geluiden maakte. Op hetzelfde moment kwam haar vader aanrijden, die haar mee naar huis nam en haar later naar een psychiater bracht. Na Bonnie’s eerste gesprek, loopt ze naar buiten naar haar ouders met de mededeling dat ze zo graag dood zou willen.
Het verhaal van Superduif is grappig, alleen de manier waarop het vertelt wordt is nogal afgezaagd. Korte zinnen, waarin alles te duidelijk verwoord wordt, alsof het moeilijk te begrijpen zou zijn. Dit laat je wel nadenken over hoe de wereld voor Bonnie zou zijn. In het begin had ik al het vermoeden dat de transformaties alleen in haar hoofd gebeurden, dat ze misschien in slaap viel en erover droomde. Het boek heeft 189 bladzijdes, en je leest er redelijk snel doorheen. Aan te raden voor iedereen die een grappig verhaal wil lezen over de fantasie van een 12-jarig, redelijke depressief meisje.
Deze recensie is geschreven door Nicky Boesen, leerling van het Blaise Pascal College in Zaandam.
Superduif / Esther Gerritsen / Uitgeverij De Geus / 2010 / 189 pag. / ISBN 9789044516432
Casa Luna portretteerde de 6 genomineerden voor de Libris Literatuurprijs 2011.
Esther Gerritsen was met Superduif ook genomineerd: