Berre vertrekt al begin zomervakantie op kot. Ze houdt het thuis geen seconde langer uit. Ze wil weg. Weg van haar verleden. Eens ze op kot aankomt proeft ze voorzichtig van het gevoel van vrijheid. Ze laat het langzaam door haar lichaam tintelen en wacht vol spanning af wat het met haar zal doen. Ze gaat op zoek naar wat ze graag eet, (er is nu niemand meer om te zeggen dat ze alleen maar bioproducten mag eten) op zoek naar wat ze graag doet, (niemand die haar meer zegt wat gepast of ongepast is) op zoek naar wie ze graag is, niemand die zegt dat ze iemand anders moet zijn. Ze kiest wie haar beste vriendin zal worden: Lassie. Ze gaat werken in een keuken vol luidruchtige en ruwe mannen om de huur van haar kot te kunnen betalen.
Na een aantal hoofdstukken wordt de lezer opeens overspoeld door kleine herinneringen van haar jeugd: ‘
De boerderij lag bedekt onder sneeuw. Of het rode dak werd omringd door jong groen. Soms regende het. Soms woei het zo hard dat er pannen van het dak waaiden. Soms raakten er dingen kwijt tussen de spleten in de vloer, of achter de meubels. Soms was het brood op. Soms werden haar nagels geknipt of het vuil of de luizen uit haar haren gewassen. Soms kreeg de poes jongen. Een andere dag verhuisden de buren. En bijna elke ochtend ging haar vader weg op de fiets en bijna elke avond kwam hij weer terug…’
De collage van jeugdherinneringen is hier prachtig uitgebeeld. Zelf herinner ik me ook maar beelden, en flarden van mijn kleutertijd
.
Ik vind dit één van de meest aangrijpende scenes uit het boek.
Over het algemeen vind ik Berre’s jeugd mooier beschreven dan de tijd die ze op kot doorbrengt. Al die kleine, verschillende en kinderlijke emoties zijn herkenbaar en heel mooi uitgewerkt. ‘
Buiten was ze in haar element. Ze begreep de bomen beter dan ze de juf begreep en hield meer van het gras dan van de meisjes van de buren.’
In het boek is het duidelijk dat Berre niet over het verleden wilt praten. Waarom vlucht ze weg van het verleden? Wat is het verleden voor haar? Berre’s moeder is onstabiel. Ze verbrak de relatie met haar man en moet zichzelf er continu van overtuigen dat ze het goede heeft gedaan. Ze gelooft in geesten en bovennatuurlijke krachten. Ze neemt continu drastische maatregelen om de vonk in haar leven terug te vinden. Berre geloofde in alles wat haar moeder zei, en ging er helemaal in mee. Zo beschrijft Berre (als hun moeder hen naar een zigeunerkamp heeft meegenomen om te bezinnen) heel mooi hoe een vrouw in hun camping zat te bidden:
‘Haar stilte was intens, alsof de hemel zou neerstorten als zij haar gebed zou staken. In haar eentje hield zij aarde en lucht gescheiden, behoedde ze hen voor zware regenval of muizenplaag.’
Maar toen Berre ouder werd, groeide een onbekende wrok in haar. Ze beseft dat ze het niet altijd eens is met de drastische maatregelen die haar moeder blijft nemen. Berre en Suus (haar zus) lijden over de jaren heen steeds harder onder de wispelturigheid van hun moeder. Ze doen nog wel mee, veel andere keus hebben ze niet, maar in hun hoofd nemen ze afstand. Ze willen zich niet meer laten meesleuren in haar gedoe. Maar ze slagen er niet in om emotioneel afstand te nemen van haar. Het blijft natuurlijk hun moeder. Dit emotioneel conflict en de avonturen die Berre meemaakt op kot vormen samen een aangrijpend boek dat je achteraf zou willen knuffelen omdat je er zo van had genoten.
Vogel / Enne Kopens / Uitgeverij Pimento / 2011 / 224 pag. / ISBN 9789049924805
Enne Koens schrijft proza, drama en liedjes. Bekijk ook de monoloog “Speech”, geschreven door Enne Koens, gespeeld door Anne Kuit tijdens de vaar- en fietsroute van het eerste Festival Onderuit, Rijnwoude, 2010