Het verhaal van onze naamloze verteller begint op een regenachtige herfstavond in oktober, in het heden. Hij ziet iemand in zijn tuin rondscharrelen en ondanks dat hij bang is, roept hij de figuur aan die dan de benen neemt. Twee week later wordt jeugdvriend Alex op straat neergestoken. Naar blijkt door dezelfde man die bij de verteller in de tuin rondscharrelde. Motief onbekend. Door deze gebeurtenis worden de herinneringen van de verteller aan de zomers van zijn jeugd weer naar de oppervlakte gehaald. Hij begint zijn verhaal bij de zomer van 1969.

In de zomer van 1969 zijn de verteller en zijn ouders op zomervakantie bij de kust. Lome dagen met muziek, vissen, fietstochten en op en neer gaan naar de winkel in het nabijgelegen dorp rijgen zich aaneen. De verteller komt uit een arbeidersgezin, een van de redenen waarom hij en zijn vader tijdens hun tochten nooit langs het landgoed van de Rabell-familie gaan. Zijn vader heeft een afkeer van de rijke en bevoorrechte klasse.

De verteller komt Alex en zijn zusje Stella tegen bij de winkel van Berglund en, ondanks een wat stroef begin, wordt hij uitgenodigd om op het landgoed te komen spelen die zomer. Het begin van een vriendschap, al is het vooral Alex die bepaald hoe de vriendschap er uitziet: wanneer de verteller mag komen, wat ze gaan doen, wanneer hij weer weg moet.

De verteller vindt het wel prima. Alex is meestal aardig, net als zijn moeder en oma. En de familie fascineert hem omdat alles er zo anders is dan bij hem thuis. Alex en de verteller blijven ook buiten de vakanties bevriend, maar de inhoud van hun vriendschap verandert wanneer de verteller per ongeluk achter het grootste geheim van de familie komt. Dat de verteller een onstuimige relatie met Stella begint, doet de vriendschap ook geen goed.

De roman is opgedeeld in delen, die elk hun eigen titel hebben. Je weet als lezer meteen met wie je de komende hoofdstukken zult doorbrengen. De delen volgen elkaar grotendeels chronologisch op, al maakt Westö ook gebruik van vooruitwijzingen. Op zich geen probleem, maar deze zijn niet altijd even duidelijk aangegeven, zodat je soms opeens halfweg een alinea tot de ontdekking komt dat je in een heel andere tijd zit. Dat vond ik bij vlagen behoorlijk verwarrend en irritant.

Interessant om te lezen is hoe levend het stelsel van sociale klassen in de jaren ’70 en ’80 nog was. Ik had gedacht dat deze toen al goeddeels verdwenen waren, maar blijkbaar niet. Met de ogen van nu is het verbazingwekkend hoe gewoon de verteller, Alex en Stella dit vinden. Alhoewel dit later in het verhaal wel verschuift.

Niet alles is natuurlijk te wijten aan het klassenverschil, ook de karakters van de personages hebben hier veel mee te maken. De verteller is iemand die zo op het eerste gezicht veranderingen en situaties makkelijk accepteert, al denkt hij er wel veel over na. Misschien zelfs té veel. Soms wilde ik hem wel door elkaar schudden en roepen dat hij eens voor zichzelf moest opkomen en niet alle shit van Alex moest slikken.

Want vergis je niet, Alex is een van de meest kloterige personages die je in een boek tegen kunt komen. Hij is een meester in het manipuleren van mensen en speelt ze genadeloos tegen elkaar uit, gewoon omdat het kan. Hij vernielt menig leven zonder daar bij stil te staan. Het interesseert hem niet en het ligt dan aan het slappe karakter van de ander. Ook al is Alex geen personage om van te houden, fascinerend vond ik hem wel. Hoe kan iemand zo omgaan met anderen?

Wat me trouwens bij de grootste overeenkomst tussen Alex en de verteller brengt: het ligt altijd aan de ander. Ze weten het prima wanneer iets hun schuld is, maar toch nemen ze die verantwoording niet. In die zin zijn ze eigenlijk altijd de pubers uit de jaren ’70 gebleven. Verongelijkt: de wereld is tegen ze.

Nu kun je je natuurlijk afvragen of het dan wel een boek is om met plezier te lezen. Mijn antwoord daarop is een volmondig ja. Want ook al is het een wereld die ver van de mijne afstaat, Westö weet je van het begin tot het eind geboeid te houden. Dit heeft alles te maken met de manier waarop hij schrijft. Het verhaal is namelijk veel gelaagder dan ik hier in mijn recensie kan beschrijven. De manier waarop bijvoorbeeld de relatie tussen de verteller en Stella niet alleen hun houding tegenover elkaar verandert, maar ook de vriendschap met Alex, de verhouding met anderen binnen de vriendengroep, de manier waarop Alex’ moeder en opa de verteller behandelen én de verhouding van de verteller en zijn ouders. Alles grijpt op zoveel niveaus in elkaar dat je het boek echt zelf moet lezen om een goed beeld te krijgen van het hele verhaal. En dit is dan nog maar één voorbeeld. Ik was geïntrigeerd door de mensen en hun ontwikkeling, welke kant deze op opging.


Een zwavelgele hemel

zit vol met grote en kleine gebeurtenissen die schokgolven teweeg brengen in de levens van alle betrokkenen. Naast de pijn die de bewoners van dit verhaal te verwerken krijgen zijn er ook hele mooie momenten in dit verhaal. Maar die zijn kort, dus zorg dat je ze niet mist en er volop van geniet. Ze laden je prima op voor de volgende klap die onvermijdelijk komt.

De zwavelgele hemel/Kjell Westö/vertaling Clementine Luijten/Uitgeverij De Geus/2018/474 blz./ISBN 9789044539776