Welkom in het Praag van 1952 dat met ijzeren hand geregeerd wordt door de STB (de veiligheidsdienst) aan de ene kant en Vrazda, koning van de Praagse onderwereld aan de andere kant. Het is een tijd waarin de stad onderhuids borrelt van verzet tegen het communisme zoals Stalin dit voor ogen heeft. In dit Praag woont Roman Kovar met zijn vader, een horlogemaker. Af en toe helpt Roman het verzet, maar verder probeert hij een onopvallend leven te leiden. Wat na zijn 16

de

verjaardag faliekant mislukt. Een gevaarlijke moordenaar, Tomas Bilek, ontsnapt uit de gevangenis. Dit lijk Romans vader enorme angst aan te jagen. Zeker wanneer de eerste gruwelijke moord plaatsvindt.

Roman mag zich opeens ‘verheugen’ in de belangstelling van misdaadkoning Vrazda en Dvorak, inspecteur van de STB. Beiden willen iets van hem, al is niet meteen duidelijk wat. Roman besluit op onderzoek uit te gaan, wat allerminst zonder gevaar blijkt, wanneer hij de link ontdekt tussen zijn vader en Tomas Bilek. Voeg daarbij nog een vervloekt boek dat hem aanwijzingen geeft en Romans queeste leidt hem alleen maar dieper een gevaarlijk doolhof in.

In rake beschrijvingen zet Klaasen zijn personages neer, die dan misschien wel zwart of  wit lijken te zijn, maar gaandeweg het verhaal allemaal uit grijstinten blijken te bestaan. Ze zijn niet volledig slecht of goed. Met een bijna sadistisch genoegen zet Klaasen zijn slechteriken zwaar aan, zonder dat dit ook maar een moment karikaturaal lijkt. Menige verhaaltwist zorgde voor een wat?!?-moment. Alhoewel je, als je je hoofd er goed bijhoudt, toch redelijk wat mysteries kunt ontrafelen.

De personages zijn een fijne mix van verzonnen karakters en historische figuren zoals Otto Katz en Egon Kisch. Wanneer je wat geschiedkundige kennis van Tsjechoslowakije in de naoorlogse jaren hebt, kun je aan aantal dingen makkelijker plaatsen, maar een noodzaak is deze kennis niet. Ben je nieuwsgierig dan is de gewenste informatie gauw genoeg gegoogeld.

De schrijfstijl van Klaasen is zowel beeldend als direct. Wat tegenstrijdig lijkt, maar zoals uit volgend citaat blijkt, prima mogelijk is:


Haar wangen hadden de blos van een gezonde boerendochter en ze droeg een nauwsluitende jurk, die toonde dat ze niet bang was om haar troeven uit te spelen (blz. 31)

Door de beeldende en gedetailleerde schrijfstijl verrijst Praag voor je ogen. Veel gebouwen en plaatsen worden genoemd, waar ik heel blij mee ben, gezien mijn vakantie dit jaar naar Praag gaat. Met

De zilveren raaf

in handen, is  vast mijn eigen literaire wandeling daar te maken.

Een ander interessant aspect aan dit verhaal is de schuldvraag. Net wanneer je denkt iemand te kunnen vastpinnen op iets dat hem of haar onomstotelijk schuldig laat zijn, komen er nieuwe feiten aan het licht die dit tegen lijken te spreken. Op deze manier raak je als lezer, net als Roman, verstrikt in een web van leugens, halve waarheden en missende informatie. Soms werkt dit desoriënterend. Maar neem je een moment om voor jezelf te recapituleren wat je nou eigenlijk écht weet, dan kom je weer dat stukje dichterbij de ontrafeling van het mysterie achter Tom Bilek en de geheimen uit het leven van Roman.

Met

De zilveren raaf

won Klaasen de Zoute Zoen. Wat mij betreft volkomen terecht. Want ook al is het gevaarlijk, het Praag van de jaren 50 is een fascinerende plaats om te vertoeven.

De zilveren raaf/Geert Klaasen/Davidsfonds Infodok/2016/239 blz./ISBN 978905987682