Het is het jaar 1999. Antoine leeft in een min of meer ontwricht gezin. Zijn vader is verdwenen, zijn moeder is zeer dominant aanwezig en Antoine zelf heeft nauwelijks tot geen vrienden, op de hond van de buren na: Odysseus. En dan sterft de hond. Antoine is ten einde raad en in een opwelling vermoordt hij Rémi, het zesjarige zoontje van de buren: ‘In een paar tellen heeft zijn leven een andere richting gekregen. Voortaan is hij een moordenaar.’
Antoines verdrietige en tevens gruwelijke verhaal vormt de basis van Drie dagen en levenslang, het boek van Pierre Lemaitre. Vanaf de eerste letter belooft dit boek een bijzonder verhaal te worden. De lezer hoeft geen moord op te lossen, want de dader is immers bekend. Echter, de dader is alleen voor de lezer bekend. Antoine probeert uit alle macht te voorkomen dat hij ontmaskerd wordt. Hij zal de gevolgen met zich mee moeten dragen en de rest van zijn leven een onbekende moordenaar blijven.
En dat is precies waar de kracht van Drie dagen en levenslang ligt. Vanaf de eerste bladzijde weet de lezer dat Antoine een gruwelijke misstap zal maken en wanneer hij die stap gezet heeft, heeft iedereen medelijden met hem. Net als hij hoop je dat hij niet ontmaskerd zal worden en net als hij probeer je te leven met het schuldgevoel. Uiterst gedetailleerd en zeer precies geeft Lemaitre de schuldgevoelens en de angsten van de jongen weer. Hij neemt de lezer mee in de strijd, maar houdt je tegelijkertijd bewust een beetje op afstand. Met een afstandelijke verteller, die louter mee kan kijken met Antoine en zijn gedachten, vertelt Lemaitre Antoines verhaal. Hij creëert voor de lezer de mogelijkheid ogenschijnlijk objectief te oordelen over Antoine, maar maakt dit tegelijkertijd onmogelijk door van Antoine een aandoenlijk joch te maken.
Tegelijkertijd maakt Lemaitre handig gebruik van het spel met de tijd. Diverse passages in het boek worden in de tegenwoordige tijd besproken, terwijl andere passages vanuit de verleden tijd worden beschreven. Op die manier ontstaat een verhaal waarbij de lezer de speelbal is: hij wordt naar Antoine toegezogen, om vervolgens weer weggeduwd te worden.
Dat het schuldgevoel van Antoine hem parten blijft spelen, blijkt wanneer Lemaitre een korte periode in het leven van de moordenaar overslaat. Ook in 2011, wanneer Antoine van zijn leven als student probeert te genieten, zorgen allerlei gebeurtenissen in het dorp ervoor dat Antoine niet echt vrij kan zijn. Hij zit dan wel niet gevangen, hij blijft een moordenaar. Hij is hoe dan ook niet vrij. Een bewerkte foto van Rémi, de bouw van een attractiepark in het dorpje; alles doet Antoines angst vergroten. Zijn gedrag is blij vlagen onbegrijpelijk en onacceptabel. Tegelijkertijd weet Lemaitre het zo over te beschrijven, dat het toch ergens wel begrijpelijk is. Antoine kan gewoon niet anders. Hij wordt geleefd.
Ook in dit deel, en in het latere 2015, creëert Lemaitre een beklemmende sfeer die de lezer opslokt. Hij maakt van Antoines verhaal zeker een spannend verhaal, ondanks het gebrek aan een moord die opgelost dient te worden.
Langzaam nadert het verhaal een einde waarvan niemand wil dat dat het einde zal zijn. Lemaitre zet Antoine, en daarmee ook de lezer, met zijn rug tegen de muur. Drie dagen en levenslang is bijzonder, verrassend en verbijsterend. Lemaitre laat zien dat spanning zonder ‘who-dunnit’ ook spannend kan zijn.
Pierre Lemaitre – Drie dagen en levenslang. Vertaald door Richard Kwakkel. Uitgeverij Xander, Amsterdam. 206 blz. ISBN: 9789401606097