Faye ziet duivels, overal, terwijl de anderen om haar heen niets zien en denken dat ze niet goed wijs is. Als ze hulp zoekt bij een psycholoog, komt ze niet veel verder, behalve dat ze doorkrijgt dat de duivels die ze ziet wel erg veel lijken op de duivels die Jheronimus Bosch in zijn schilderijen, vijfhonderd jaar geleden, heeft afgebeeld. Langzaam maar zeker raakt Fayes geest verstrengeld met die van de schilder en beleeft ze zijn leven middels (dag)dromen die haar overvallen. Duivelmaeker is een historische roman waarin Mastenbroek heden en verleden aan elkaar rijgt middels haar hoofdpersoon Faye, die twee levens lijkt te leiden. Dat van haarzelf in het nu en dat van de jonge ‘Joen’ in haar dromen.

Om maar aan het begin te beginnen: de kaft van het boek spreekt me allerminst aan. De kleur maakt dat de voorkant er viezig uitziet, zeker met de bergen voorwerpen die erop afgebeeld staan. Het maakt dat de cover een vuilnisbeltachtige indruk maakt en ondanks de middeleeuwse setting is dat niet wat je met de cover zou moeten uitstralen als je het mij vraagt. Er zitten wel elementen in het verhaal die op slimme en subtiele wijze verwerkt zijn in de kaft, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Zeker niet aantrekkelijk voor een jong lezerspubliek, zélfs niet als het een historische roman is.

Dat brengt me meteen bij het volgende punt dat me minder aansprak van dit boek: ondanks die sterk middeleeuwse, verouderd ogende cover, laat Mastenbroek het verhaal beginnen bij de hedendaagse Faye, die een doodgewoon leven lijkt te leiden. Dat is een vrij abrupte keuze, omdat de cover en de achterkant van het boek een hele andere sfeer oproepen. Het was mooier geweest als de twee werelden waarin het verhaal zich afspeelt qua schrijfstijl/leesgevoel niet zo ver uit elkaar lagen. Uiteraard is het contrast datgene wat deze combinatie van werelden spannend maakt, maar voor mij voelde het als twee compleet verschillende verhalen, zeker in het begin, die te bruusk tegenover elkaar liggen. Het verhaal van Faye in het heden, die naar een wel heel erg tot in de puntjes uitgewerkte psycholoog gaat, voelt niet aan als tastbaar of enigszins diepgaand.De manier waarop de schrijver leestekens gebruikt, maakt dat Faye voelt als een kleuter uit een kinderboek. Ook de ontknoping van het verhaal is behoorlijk eng voor de stijl waarmee Faye is beschreven. Om maar iets te noemen: meermaals zet Mastenbroek een uitroepteken aan het einde van de zin, waar een punt de lading van de zin veel beter dekt en het algehele gevoel veel diepgaander zou maken. Een voorbeeld: “Als ik nu ga slapen, is morgen alles weer goed. Normaal. Ik kan het niet opbrengen om (…) mijn ouders welterusten te zeggen. Ik gooi mijn kleren van me af en kruip in mijn onderbroek in bed. Ik wil nú wegzakken in een diepe, droomloze slaap!” Faye voelt in dit fragment aan als een meisje dat het allemaal even niet meer weet, de eerste zinnen zijn prima opgebouwd en verbeelden dat ook goed. Maar die laatste zin werpt dat hele beeld weer omver en maakt Faye bijna een karikatuur van zichzelf. Ze heeft wat weg van een jengelende kleuter die haar zin wil krijgen, maar dan in haar eigen gedachten: “Ik wil nú slapen!”

Naarmate het verhaal vordert, begin je als lezer te begrijpen waarom dit boek, dat zo simpel en behoorlijk ‘droog’, bijna oer-Hollands nuchter aanvoelt, een historische roman genoemd wordt. Via dromen komen flarden uit het leven van ‘Joen’ tot Faye, en daarmee ook tot jou als lezer. Faye ziet namelijk steeds meer duivels en bij de psycholoog leert ze, o.a. doordat ze haar kwelgeesten tekent, dat de duivels dezelfde zijn als die van Jheronimus Bosch. Overigens: wanneer nog niet duidelijk is dat die duivels gelijkenissen vertonen met die van de schilder, voelen de duivels aan als kinderfantasie. Ze worden zo idioot beschreven, zelfs als je weet in wat voor stijl Jheronimus Bosch schildert. Laat staan dat een dertienjarige (wat zo ongeveer de beoogde doelgroep lijkt te zijn) dat herkent én voor waar aanneemt. Ook omdat de psycholoog een bijzonder uitgewerkt en realistisch personage is – dat weer wel- voelt het werkelijk voor de lezer alsof Faye de duivels allemaal verzint en ze inderdaad niet helemaal honderd is. Faye zélf gelooft zelfs dat de psycholoog meer dan alleen maar onzin uitkraamt. Maar dan tóch slaat het verhaal helemaal om, wanneer Faye in haar hoofd op magische wijze begint te dromen over Joens leven en later het zélf begint te beleven en op een extreme queeste gaat om het raadsel op te lossen.

Om een lang verhaal kort te maken (ik heb meerdere keren tijdens het lezen gedacht: hoe lang duurt het boek nog?), het einde is volkomen ongeloofwaardig. Ik ga niets verklappen, maar het einde maakte onder andere dat ik dit boek zo snel mogelijk weer wil vergeten, dus ga ik het er toch proberen over te hebben zonder spoilers te geven.

Faye wordt aan het begin van het boek afgeschilderd als een simpel meisje met een gewoon leven, gewone ouders en gewone zorgen, zoals al benoemd bijna op het kinderlijke af. Maar toch besluit ze de nacht door te brengen in een portiek, midden in een stad die ze niet kent, ver weg van huis, zonder geld of een duidelijk plan – om maar niet te spreken van wat ze op de allerlaatste pagina’s voor absurde stunts uithaalt. De laatste delen van het verhaal lijken veel te extreem voor het slappe personage dat Faye is en voelen aan als lachwekkend vanwege de absurditeit. Het is wellicht een soort van historische fictie, maar de nuchtere schrijfstijl ontkrachten elke magische aspecten van het boek waardoor het ongeloofwaardig en vlak overkomt. Het einde valt uit de toon en weinig personages komen goed uit de verf.

Kortom: ik ben niet te spreken over dit verhaal en krijg sterk het gevoel dat dit boek erdoorheen gejast is vanwege het zoveelste sterfjaar van Jheronimus Bosch. Misschien kan het anderen beter behagen, want bij mij valt het helaas niet in de smaak. Op het persoonlijke kaartje van de uitgever na dan. Dat was wel weer lief.

Deze recensie is geschreven door Merle (17), student aan de kunstacademie en blogger op merlejenelle.blogspot.nl. Ze is een begenadigd lezer, bekend om haar rode haar, honger naar boeken en liefde voor creativiteit en kunst.

Duivelmaker/Bianca Mastenbroek/Uitgeverij De Vier Windstreken/2016/360 blz./ISBN 9789051165135