Er zijn boeken die je, zonder te kunnen uitleggen waarom, ongelovelijk goed vindt. Dit zijn niet altijd de boeken die je niet neer kunt leggen, waarbij je tot in de vroege ochtend de bladzijdes aan het omslaan bent. Soms zijn dit juist de boeken die je op een rustig tempo doorloopt, waarbij je jezelf de tijd geeft om iedere beschrijving goed tot je door te laten dringen, om ieder klein verhaal een plekje te geven, om de karakters volledig te kunnen begrijpen. Dit zijn de boeken die geschreven zijn in een moeiteloos vloeiend proza, waarbij je het gevoel hebt niet letters op papier te lezen, maar een verhaal te horen, verteld door de verteller zelf, in je hoofd. Waar ik natuurlijk naartoe aan het werken ben, is dat
Kaplan
voor mij zo’n boek is.
Dit boek geeft een beeld van schrijver Leo Kaplan, die lijdt aan een joekel van een writer’s block. Hij heeft negen succesvolle boeken geschreven maar nu komt er geen woord meer uit zijn pen. Bovendien heeft zijn tweede vrouw hem verlaten en is hij blut. Over een week erft hij het fortuin dat zijn vader, ‘Jood Kaplan’, bij elkaar heeft gesprokkeld met de handel in schroot en afval. Het geld lost zijn financiele problemen op, maar niet alle andere problemen; zijn onmacht om lief te hebben, zijn constante pessimistische kijk op het leven, de grijze dagen waar hij zich telkens weer doorheen sleept, zijn joodse familie waar hij constant aan moet denken. Leo Kaplan wil terug naar vroeger, naar zijn jeugdliefde Ellen. En wonder boven wonder lijkt het erop dat het lot hem tijdens een reis naar Rome nog een kans heeft toebedeeld …
Kaplan
is tegelijkertijd enorm speels en enorm serieus (een cliniclown met darmkanker, zeg maar). De Winter heeft in deze roman zijn fantasie de vrije loop gegeven, wat heeft geleid tot enorm veel kleine subverhalen, sporadisch maar logisch door de roman gesprokkeld. Hij is in staat een omschrijving van een tafelkleed uit te rekken tot zo’n tien bladzijden door van iedereen die iets met de verkoop ervan te maken gehad heeft het complete levensverhaal te vertellen. Deze uitvoerige beschrijvingen en achtergronden zijn echter totaal niet saai; ze voegen juist sprankelend leven toe aan een roman over verloren liefde en dode joodse familie. Er zitten talloze momenten in waarop je het boek even moet dichtslaan en naar de muur moet staren om de pracht van de metafoor die je net hebt gelezen tot je door te laten dringen, en talloze waarbij je stilletjes zit te gniffelen om de eenvoud waarmee de Winter alles grappig kan maken, en pas als je de laatste bladzijde omslaat en terugdenkt aan wat je gelezen hebt besef je wat een mooi verhaal er daarnaast nog eens in verteld werd. Een aanrader!
Deze recensie is geschreven door Merlijn Mascini, 17 jaar, scholier aan het Amsterdams Lyceum
Kaplan / Leon de Winter / Uitgeverij De Bezige Bij / 20 / 462 pag. / ISBN 9789023401469