December 5, 2012
INTERVIEW MET NATALIE KOCH OVER HAAR BOEK “HET LEVENDE LABYRINT”
Door Mariska Meijer en Wessel Sandtke
Londen:
Lekker in een koffiezaak of in een parkje zitten schrijven, herschrijven komt thuis wel, met een kop koffie en een kruiswoordpuzzel op haar bureau. Zo werkte Natalie Koch aan
Het Levende Labyrint
,
het tweede deel van haar trilogie
De Verborgen Universiteit
.
In de straten waar ze vijf weken verbleef om haar roman af te schrijven vond ze inspiratie voor een aantal van haar mooiste scènes. De halve dag schrijven en dan de andere helft de sfeer van de stad opsnuiven, op zoek naar de prachtige plekjes die toeristen meestal over het hoofd zien. Of ze nou door de straten liep om de sfeer te proeven of over een begraafplaats in hartje Londen, steeds kwamen de kleine dingen terug in haar boek; een menselijk heupbot dat uit de grond stad, de drukte van de straten en een achterafcafeetje. Ook de personages zelf liepen door de straten. Onder het schrijven kwamen ze tot leven, waarbij sommige delen van het verhaal tot meer uitgroeiden dan dat ze waren bedoeld. Mensen verdwenen, zoals in het echte leven, anderen doken onverwacht weer op. Het was even puzzelen, soms rigoureus schrappen, om alles toch in elkaar te laten passen.
Er zijn bijna geen personages ‘alleen maar leuk’ (of alleen maar ‘goed’ of ‘slecht’). Zelfs (of misschien wel juist) hoofdpersoon moest soms ook een beetje stom zijn om het af te laten wijken van ‘slechts een verhaal’. In het echte leven zijn mensen ook complexer, soms zelfs inconsequent.
Het levende labyrint
is dan ook vooral een boek over het leven; dat er magie in voorkomt is gewoon bijzaak.
Natalie Koch wilde ook laten zien dat magie niet de concrete problemen in de wereld oplost. Ook al ben je een maga/magus, stoppen met roken is nog altijd net zo moeilijk. Het leven op een universiteit draait nog altijd om het binnenhalen van een goede baan of een mooi artikel publiceren in een groot blad voordat de concurrenten ermee aan de haal gaan.
Dat is trouwens niet het enige opvallende aan de magie in het boek. Het moet worden getraind, niet slechts een lesje of twee maar maanden en maanden van oefening voordat je echte kracht kan bereiken. “Het is geen ‘oplossing-voor-alles’ magie, dat vind ik te makkelijk. Ik ben juist geïnteresseerd in een magische aanleg, die kan je hebben, maar het ontwikkelen gaat niet vanzelf.”
Het levende labyrint
moest daarbij vooral ‘een lekker verhaal’ worden, zonder allerlei onderliggende lagen. “Maar iedereen kan er wel iets uithalen. Het gaat er ook over dat veel dingen niet zo zwart-wit zijn als ze wel eens lijken.”
Hoewel Natalie Koch een boek over het leven van een student wilde schrijven, dat vond ze een interessante fase om mee te werken, gaat het zeker niet over haar leven. Haar studie musicologie heeft zeker bijgedragen aan een magistrale muziekscène halverwege het verhaal (Voor degenen die het boek al gelezen hebben: de directe inspiratie kwam van een band die bewegingen via laptops omzetten tot muziek. Het filmpje hieronder laat zien hoe dat in zijn werk gaat), maar verder zijn er geen duidelijke parallellen met haar eigen ervaringen.
Het schrijven zelf ging ook niet altijd van een leien dakje, het koste tijd en moeite om binnen een jaar het hele boek (664 pagina’s) af te schrijven, dat allemaal naast haar ‘gewone’ baan van drie dagen in de week. Zelf boeken lezen zat er niet meer in, haar manuscript beheerste haar gedachten. Komt het derde deel weer zo snel? “Nee, eerst komt er nog een ander, niet-magisch en op zichzelf staand boek uit. Dat ligt al klaar. Bovendien heb ik nu eerst even tijd voor mezelf nodig. Gelukkig heb ik hele begripvolle vrienden, maar die willen nu ook wel weer eens afspreken.”
Filmpje muziekscene: