Yael, Avishag en Lea voldoen hun tweejarige dienstplicht bij een van de vele grenscontroleposten aan de Israëlische grens. Geen gevaarlijke plek, vooral verveling en de dagelijkse routine. Vluchtelingen proberen via de Egyptische grens met Israël het land binnen te komen. Het boek is verdeeld in drie delen. In het eerste deel de aanloop naar de dienstplicht en de tijd daar. De meisjes delen hun caravan met mede dienstplichtigen en hebben een eigen kliek, die maffe dingen doen zoals de hitte bestrijden met een infuus gevuld met ijs. In deel twee zitten ze nog steeds in dienst, maar is er meer dreiging voelbaar. In dit deel zwaaien ze ook af en wordt verteld over de eerste maanden na hun dienstplicht. Deel drie speelt zich nog later na hun afzwaaien af.
Yael, scherpschutter, probeert die verveling te verdrijven door zich te vermaken met de mannelijke rekruten. Het liefst degenen die jonger zijn dan zij. Met een aantal van hen bedriegt ze haar vriend Moshe. Moshe, is al afgezwaaid en is thuis bezig met het vormgeven van zijn en Yales toekomst. Yael maakt het vaak uit en dan weer aan. Ze traint ook buitenlandse soldaten die zich vrijwillig bij het Israëlische leger gemeld hebben.
Avishag loopt wacht en controleert de grenspost en omgeving via camerabeelden. In de pixels ziet ze mensen met wie ze gesprekken voert. Avishag heeft een relatie met Nadav, haar meerdere. Wanneer hij mensensmokkelaars gewoon doorlaat omdat hij geen zin heeft in al het papierwerk en gezeur dat bij een aanhouding komt kijken, is Avishag geschokt. Hoe kan hij de smokkelaars doorlaten terwijl hij ziet hoe erbarmelijk de gesmokkelde vrouwen er aan toe zijn?
Lea werkt bij de paspoortcontrole waar de gastarbeiders elke dag langs komen. Ze krijgt een conflict met een van hen, Fadi. Deze komt later in het verhaal nog weer terug. Lea lijdt aan chronische slapeloosheid, die ze bestrijd met het bedenken van verhalen over de mensen die ze ziet.
Alle drie de vriendinnen hebben hun eigen aanpak om om te gaan met hun diensttijd. Er vallen doden, ze krijgen disciplinaire maatregelen op hun dak en de grootste vijand is de verveling. Te veel tijd om na te denken.
Dit is typisch zo’n boek dat je bij blijft nog lang nadat je het gelezen hebt, alleen weet je niet wat er van te vinden. Boianjiu laat je een tijdje meekijken in het leven van drie dienstplichtige vrouwen. Ook de tijd daarna is niet makkelijk. Het geeft je een inkijkje in wat het leven in een staat van paraatheid met mensen doet.
Wat me het meest opviel en ook een beetje stoorde, is dat de schrijfstijl heel afwisselend is. Het ene moment poëtisch en ontroerend, het volgende moment heel gewoontjes en cliché. Vooral in deel drie wordt het verhaal me op een bepaald moment toch te vreemd en onduidelijk. Het voelt alsof Boianjiu misschien te veel wilde vertellen binnen één roman. Zonder deel drie had het boek voor mij meer af gevoeld.
Het eeuwige volk kent geen angst / Shani Boianjiu / Vertaald door Auke Leistra/ Uitgeverij Anthos / 2013 / 320 pag. / ISBN 9789041421036