Kunnen we eigenlijk wel vertrouwen op ons eigen geheugen? Is onze geschiedenis, ons levensverhaal zoals we dat aan onszelf en aan anderen vertellen, wel een juiste afspiegeling van de waarheid? Barnes is daar in zijn recente boek,
Alsof het voorbij is
, heel duidelijk in: nee. Geschiedschrijving, het geheugen en vooral de onbetrouwbaarheid daarvan zijn de belangrijkste thema’s in dit boek, waarmee Barnes in 2011 de Man Booker Prize heeft gewonnen.
De hoofdpersoon van het boek is Tony Webster, een gescheiden man die met pensioen is en terugblikt op zijn leven. Hij begint met zijn middelbare schooltijd, waarin hij bevriend was met Colin, Alex en de zeer intelligente en filosofisch ingestelde Adrian. Tijdens hun studietijd verliezen ze contact en krijgt Tony een relatie met de ongrijpbare en eigenzinnige Victoria. De relatie is echter gedoemd te mislukken. Enkele tijd later komt het Tony ter ore dat Victoria nu een relatie heeft met zijn oude vriend Adrian. Wanneer Tony een paar maanden later terugkomt van een wereldreis, krijgt hij het schokkende nieuws te horen dat Adrian zichzelf van het leven heeft beroofd.
Hierna breekt het tweede deel van het boek aan, dat in de huidige tijd speelt. Tony is inmiddels met pensioen. Als lezer krijg je een benauwend gevoel bij zijn leven; Tony is gescheiden, ziet zijn dochter slechts sporadisch en heeft eigenlijk tamelijk weinig bereikt in het leven. Wanneer Tony plotseling te horen krijgt dat hij het dagboek van Adrian geërfd heeft van Victoria’s moeder, stort hij zich dan ook geheel op deze gebeurtenis. Langzaam maar zeker blijkt dat alles wat Tony zich meende te herinneren van zijn vriendschap met Adrian en zijn relatie met Victoria, slechts de versie van de waarheid is die hij zichzelf al die jaren heeft voorgehouden – een rooskleurige versie.
Dit leidt, vooral in het tweede deel van het boek, tot veelvuldige filosofische en levensbeschouwelijke bespiegelingen, waarbij de plot van het boek enigszins ondergeschikt raakt. Maar dat is geen probleem: het boek blijft erg leesbaar en er zijn genoeg onbeantwoorde vragen voor de lezer om door te willen lezen. Tegen het einde van het boek zijn er zelfs een aantal onverwachte plottwisten.
Wat echter het meest verdienstelijk is van dit boek, is dat het barst van de zeer rake stellingen die je aan het denken zetten. Dit komt vooral naar voren in de uitspraken die met het thema van de onbetrouwbaarheid van het geheugen te maken hebben. Een memorabel voorbeeld hiervan is de volgende zin: “History is that certainty produced at the point where the imperfections of memory meet the inadequacies of documentation”. Dit scepticisme ten aanzien van geschiedschrijving geldt ook voor het persoonlijke geheugen, zoals de volgende zinsnede aantoont: “I need to return briefly to a few incidents that have grown into anecdotes, to some approximate memories which time has deformed into certainty”.
Hoewel het boek niet meer dan 150 bladzijden telt, is dit toch een boek waarin in korte tijd enkele zware thema’s worden aangesneden. Het zet je aan het denken; en vooral, het maakt je meer bewust van deze thema’s in je eigen leven. Een boek dat het zeker waard is om meteen te herlezen: want, zoals gezegd, ons geheugen laat ons maar al te vaak in de steek.
Deze recensie is geschreven door Aline Douma, 19 jaar, student Communicatie- en informatiewetenschappen en Engels te Groningen.
Alsof het voorbij is (origineel: The Sense of an Ending) / Auteur: Julian Barnes / Vertaler: Ronald Vlek / Jaar van verschijnen: 2011 / Aantal pagina’s: 150 / ISBN: 9-780099-570332