February 6, 2014

Driek van Wissen, Gerrit Komrij en Ramsy Nasr gingen haar voor. Ondertussen is zij zelf al bijna meer dan een jaar Dichteres des Vaderlands. Vóór die prachtige benoeming, waar iedere Nederlandse dichter van droomt, schreef ze al haar debuutdichtbundel

Het veerde

en daarna nog vele werken in verschillende genres. Verder is ze niet alleen een verschrikkelijke goede dichter, maar ook nog eens een heel interessante en gezellige gesprekspartner. We hebben het natuurlijk over Anne Vegter!


De gedichtenwedstrijd


Het begon allemaal op elfjarige leeftijd. Anne was een dichtwedstrijd ter ore gekomen en ze besloot ook een gedicht in te sturen. Toen ze het gedicht uiteindelijk in de postbus deed, was dat een heel moment voor haar, vertelt ze. Helaas had de jury toentertijd nog niet ingezien wat voor dichterlijk talent ze in haar had en zodoende kreeg ze nooit meer wat te horen van de wedstrijd. Daarna stond poëzie op een laag pitje bij haar. Pas in haar eindexamenjaar ondernam ze weer een project met dichten. Ze vertelt dat ze de enige was in haar klas die zich toen interesseerde voor gedichten, maar dat weerhield haar niet van het schrijven. Op de vraag of er ook echt een specifieke reden was dat haar liefde voor gedichten weer terugkwam, moet ze helaas het antwoord schuldig blijven. Ze wilde geen studie Nederlands doen, dus besloot ze toneel te gaan studeren, omdat haar interesse voor taal en toneel weer helemaal op was gebloeid. Ze heeft ooit een musical geschreven en schreef voor haar studie geregeld toneelstukken. Haar man, vertelt ze, is voor zijn beroep zelfs nog steeds toneelschrijver! Op de vraag of ze zich toen alleen beperkte tot toneelstukken, antwoordt ze dat ze, als jonge schrijver, juist alle genres wilde proberen. Zo heeft ze ook enkele kinderboeken geschreven. Die twee, kinderboeken en poëzie, vindt ze eigenlijk heel erg op elkaar lijken, hybride. Bij beide genres moet je zoeken naar helderheid van beeld, bij poëzie met vergelijkingen en bij kinderen om het duidelijk te houden. Ze vertelt wel dat kinderboeken nog een narratief element hebben, iets wat bij gedichten niet voorkomt.


Woorden tekort


Anne Vegter komt eigenlijk nooit echt woorden te kort. Als ze eenmaal een idee voor een gedicht heeft – of , zoals ze zelf zegt, als ze eenmaal een compositie te pakken heeft – is het zoeken naar woorden een ware sport. Langzamerhand geeft ze haar ontwerp vorm met woorden die ze vindt in de krant of in boeken. Vaak laat ze zich ook inspireren door andere dichters. Ze neemt het gedicht dat ze die middag heeft voorgedragen tijdens de


in de Middelburgse schouwburg als voorbeeld. Het thema was oorlog in navolging van het honderdjarig gedenkjaar in België voor de Eerste Wereldoorlog. Nu ze Dichteres des Vaderlands is, wordt ze gevraagd om daar dan iets over te dichten. Vervolgens vraagt de PoëzieRevue op haar beurt weer of zij het wil komen voordragen. Het feit dat het thema van de dichtweek ‘Verwondering’ is, zorgde nog wel voor een extra moelijkheid. Ze moest dit thema zien te combineren met oorlog. Maar het resultaat mocht er wezen. Het gedicht was erg spannend voorgedragen en de muzikale begeleiding van de contrabas, viool en harp maakten het geheel af.


Dichteres des Vaderlands


Nu Anne is benoemd tot Dichteres des Vaderlands is er wel het een en ander veranderd. Zo vertelt ze dat ze niet meer zomaar kan experimenteren met complexe poëzie, zoals ze vroeger wel zonder problemen kon. Als dichter voor het hele land en de hele bevolking heeft ze zich moeten aanpassen. Het publiek is nu veel gelaagder en bestaat niet alleen meer uit de harde kern van poëziefanaten die de moeilijke zinnen kunnen waarderen. Om haar oude stijl om te vormen tot een toegankelijkere stijl, kostte wel wat moeite. Nu, vertelt ze, is ze eraan gewend en vindt ze het des te leuker. Als voorbeeld geeft ze dat een organisatie voor laaggeletterden met haar samenwerkte. Dan kan ze natuurlijk niet al haar moeilijke, dichterlijke frases uit de kast trekken. Maar dat vindt ze juist eerder een uitdaging dan een beperking. Ze vertelt dat ze nu thematisch wordt geïnspireerd, zoals het geval was bij haar gedicht over oorlog in het teken van de Eerste Wereldoorlog. Maar het geeft haar ook nieuwe inzichten. Kunst kan soms midden in de tijd staan en gaan over de dingen van nu. Als we vragen of poëzie de dingen mooier kan weergeven dan ze zijn, antwoordt ze dat poëzie juist de gave heeft door de politieke, dagelijkse sleur heen te prikken. Poëzie helikoptert boven de dagelijkse gebeurtenissen, maar oordeelt nooit. Want, zo zegt ze, als je een eigen mening in je gedichten wilt verwerken, ben je verkeerd bezig. Poëzie laat je juist de gedachtewereld van een ander binnenkomen.

Meer informatie over Anne Vegter als Dichteres des Vaderlands vind je op de


en op de website van haar

.

(Foto in header overgenomen van Volkskrant.nl)

Dit interview is verzorgd door Annabel Buiter en Martijn Janse, leerlingen van CSW de Perre te Middelburg