April 17, 2014

Elke dichter heeft een andere manier van schrijven en geeft op zijn of haar manier een verhaal weer. Het is dus logisch dat de meningen over één gedicht enorm kunnen verschillen van elkaar. Maar ik ben er best wel zeker van dat de meningen over sommige gedichten van Annemieke Gerrist allemaal hetzelfde zijn. Gerrist bewijst met deze bundel dat ze weet wat dichten is.

Gerrist heeft haar bundel opgebouwd zoals het hoort. Het gedicht op de eerste bladzijde is meteen een schot in de roos. Haar beeldende taal doet eerder denken aan flarden en fragmenten uit een film dan aan een gedicht. Niet enkel haar woordkeuze ondersteunt dit gegeven. Ook de dubbele interpretatiemogelijkheden, die ik absoluut wel kon appreciëren, geven deze bundel het filmische effect. Gerrist heeft haar bundel opgedeeld in enkele hoofdstukken. Voor een aantal hoofdstukken en gedichten haalde ze inspiratie uit andere gedichten en verhalen van onder andere Aristoteles en Imme Dros. Het leuke hieraan is dat ze citaten of fragmenten niet klakkeloos overneemt, maar ze verwerkt ze in haar eigen poëzie. Ze durft haar eigen draai te geven aan de bekende literatuur die ze gebruikt en daar heb ik bewondering voor. Het is altijd een gewaagde poging om bekende, en voor mij persoonlijk, geweldige literatuur te gebruiken in eigen werk en daar een persoonlijke tint aan te geven zodat het citaat toch nog tot zijn recht komt. Maar daar is Annemieke Gerrist absoluut in geslaagd. Zoals ik al vermeldde, is de bundel opgebouwd volgens de ‘normen’. Het openingsgedicht sprak me direct aan en ook tegen het einde aan staan er geweldige gedichten in de bundel, zoals ‘Toespraak voor de dood’:

Stilte is altijd aanwezig

Elke handeling, elk begin van een geluid verbreekt de stilte.

De stilte kan ons niet overvallen.

Wat is er groter dan de stilte?

Dat wat de stilte niet kan doorbreken.

Iemand die sterft maakt de stilte wel stiller.

Doden verzamelen zich zonder namen.

Ze zijn schimmen in de onderwereld waar je door ze heen loopt.

Tegen Orpheus zei Hades:

‘Niet je verdriet, maar de schoonheid ervan weet ons hart te ontroeren,

niet je verlangen, maar het liedje van je verlangen, niet je liefde, maar de muziek die je liefde verwekte.’

(…)

Enkel het midden van de bundel sprak me niet echt aan. Als je die gedichten vergelijkt met het begin en het einde, vallen ze duidelijk uit de boot en stellen ze, zowel qua inhoud als taal, veel minder voor. Dat vind ik jammer voor de bundel in zijn geheel, want

Het volume van een logé

bevat prachtige gedichten die iedereen gelezen zou moeten hebben. Maar bijvoorbeeld het gedicht met dezelfde titel als de bundel, het is een geweldige titel voor een gedichtenbundel die de lezer meteen aanspreekt, maar het is zeker niet het beste gedicht. Ik durf zelfs zeggen dat enkele gedichten geen plaats verdienen in dit boekje omdat de parels van Gerrist hierdoor een beetje naar de achtergrond worden gedreven.


Het volume van een logé

is een bundel die enkele steengoede gedichten bevat. Helaas zitten er ook een paar gedichten tussen die het algemeen gevoel een beetje naar beneden halen. Maar dit weegt absoluut niet op tegen de prachtige poëzie die Gerrist schreef. Ik kijk uit naar de volgende bundel en meer werk van Annemieke Gerrist.

Het volume van een logé / Annemieke Gerrist / Uitgeverij De Bezige Bij / 2014 / 72 pag. / ISBN 9789023483038