September 3, 2018


“Ik was het stille wezen met de intense blik, het kind dat het gezelschap van haar hond verkoos boven dat van mensen. En dat vonden de mensen vreemd. Want zo hóórde het niet.”

Jasmijn groeit op in de jaren ’80 en ’90, maar voor haar is dit best lastig. Hoe moet je leven als alle geluiden even hard binnenkomen, je niet tegen onverwachte dingen kan en je weinig tot niet praat met mensen? Ze praat wel met haar hond Senta en met Elvis, zij zeggen namelijk niets terug. De band met haar hond is mooi beschreven, bijzonder dat een hond zo’n belangrijke rol in iemands leven vervult. Helaas mag Senta niet mee naar school, waardoor dat niet leuk is. Net als de kleuterschool en de lagere school, vindt ze ook de middelbare school een verschrikking waardoor ze vele uurtjes alleen doorbrengt op toilet of gang.


“Elf jaar geleden was ik de baby geweest waar mijn ouders zo op hadden gehoopt: een dochter om het plaatje compleet te maken. Maar elke keer dat mijn moeder ‘zo is ze nu eenmaal’ tegen iemand zei, vroeg ik me af of ik ook echt de dochter was geworden naar wie ze zo had verlangd. Ik wist dat mijn ouders van me hielden, maar waarschijnlijk was dat alleen maar omdat ik toevallig hun kind was. Hoe leuk zouden ze me vinden als ik hun buurmeisje was geweest, iemand voor wie ze geen verplichte liefde hoefden te voelen?”

In haar hoofd weet ‘Normale Jasmijn’ hoe ze zich moet gedragen tegenover anderen, in bepaalde situaties en hoe ze zich aan kan passen. De echte Jasmijn kan dit niet in één keer.

In deze jaren werd er nog niet zo snel gediagnosticeerd en Jasmijn worstelt ermee. Als lezer wilde ik Jasmijn soms beschermen, maar ik weet net zo goed dat als Jasmijn dingen zelf ervaart, ze er meer van leert. En als lezer kon ik er (gelukkig) ook niets aan doen. Ze is goed in Nederlands, Engels en verslindt boeken in de bibliotheek, andere vakken interesseren haar niet. Langzamerhand leert Jasmijn om te gaan met zichzelf en met anderen. Gelukkig zijn er ook mensen die haar wel (willen) begrijpen.

De schrijfster schept een bekend beeld voor velen die iemand kennen met Asperger of voor mensen die het zelf hebben. Visser laat met dit verhaal zien dat ook deze mensen erbij horen, dat ook deze mensen wel degelijk iets kunnen en hoe! Deze mensen zijn niet stom, vreemd, gek of anders. Zij zijn gewoon zoals ze zijn, daar kunnen zij niets aan doen. Ik vind dat je door dit boek alleen maar meer begrip krijgt voor mensen met Asperger of een andere vorm van autisme.

Ik vind Jasmijn een prachtig mens. Deze Jasmijn, is Normale Jasmijn.

Mijn naam is Irene Bregman en ik ben 22 jaar. Ik studeer Sociaal Pedagogische Hulpverlening en naast mijn opleiding lees ik ontzettend graag. Lezen doe ik al sinds ik het kan en dat is gelukkig nooit weggegaan! Ik lees voornamelijk YA, maar ook boeken binnen andere genres worden verslonden.

Zondagskind/Judith Visser/Uitgeverij Harper Collins/2018/478 blz./ISBN 9 789402 701173