May 1, 2018
De wereld op zijn kop
Het is 1959 wanneer negen studenten levenloos terug worden gevonden in het Oeralgebergte in Rusland. Eerder zijn zij samen vertrokken in de richting van de Djatlovpas. Ondanks hun belofte komen ze niet terug. Hun raadselachtige dood blijkt het grootste geheim van Rusland.
Olivier Willemsen beschrijft in
Roza
een verhaal over de Djatlovgroep. Na een geheimzinnig proloog keert hij terug naar het twaalfjarige meisje Roza. Na een lange periode waarin ze niet kon schaatsen stapt het meisje in de winter in 1959 voor het eerst weer op haar kunstschaatsen. De dag daarna gaat ze met haar broertje Oleg naar school. Haar vader zal die avond weer terugkomen naar Serov en Roza is lichtjes opgetogen. Dit verandert wanneer ze op school aankomt. Er blijken negen studenten op school te hebben overnacht en die dag komen de studenten vertellen wie ze zijn. Samen vormen ze de Djatlovgroep en die dag zullen ze het Oeralgebergte beklimmen. Roza, direct geïntrigeerd door een van de meiden uit de groep, heeft vanaf het eerste moment bewondering: ‘En ik, ik wilde precies zo worden als de vrouw die ik in mijn blikveld gevangen hield. Ik wilde zijn zoals Zina.’
Helaas verandert het leven voor Roza wanneer blijkt dat de groep studenten niet meer terugkomt. Haar vader draagt een groot geheim bij zich en die nacht wordt duidelijk dat Roza niet meer veilig is in haar dorp. Samen met vriend Boris vlucht ze weg uit het Russische Serov.
Roza
is opgedeeld in vier verhaaldelen, waarbij het eerste het meest uitgebreide is. Het beschrijft het leven van de jonge Roza op zeer kinderlijke wijze. Korte, simpele zinnen sieren het verhaal en de schrijver hanteert weinig uitdagende beelden. Speelse dialogen, in combinatie met een grote dosis mysterie, moeten het verhaal aantrekkelijk maken. En dat lijkt te lukken. Lange tijd kan de lezer enigszins mee met het jonge meisje en is hij ervan overtuigd het antwoord te krijgen op de vraag wat er gebeurd is met de Djatlovgroep.
Helaas verandert dit behoorlijk wanneer de abrupte scheiding gemaakt wordt met deel twee. Terwijl de lezer het gevoel heeft dat Roza nog niet uitgesproken is, verlegt Willemsen het perspectief en laat hij de kracht van Roza’s verhaal verdwijnen. Ondanks het feit dat het verhaal een nieuwe wending krijgt en daardoor ook een extra dimensie bevat, voelt het verlies van Roza als protagonist als iets pijnlijks. Ze was nog niet klaar, nog niet af.
Ditzelfde effect bereikt Willemsen nog twee keer wanneer hij deel drie en vier opvoert. Elke keer breekt hij een ander verhaal te vroeg af, waardoor het verhaal een onaf karakter krijgt. Dit wordt versterkt door het keer op keer wisselende perspectief. Waar Roza dichtbij getrokken werd door het ik-perspectief, krijgt de verteller in het tweede deel iets afstandelijks. Het derde deel is weliswaar weer vanuit een ik-verteller, maar het voelt door de heel andere manier van vertellen (een soort onderzoeker komt aan het woord) aan als een nieuw boek. Het verhaal van Roza verliest zo haar laatste beetje waarde. Het lijkt net of ze er niet is geweest, ondanks het feit dat ze meedoet in het verhaal.
Waar
Roza
sterk en intrigerend begon, eindigde het slap en afgeraffeld. Willemsen weet het verhaal enigszins sterker te maken met de laatste bijzondere woorden, maar veel helpt het niet. De versnippering in vooral het derde en vierde deel heeft gewerkt als de man met de hamer.
Roza
mist de kracht die het had kunnen hebben.
Roza/
Olivier Willemsen/
Uitgeverij De Harmonie, Amsterdam / 188 blz. / ISBN: 9789463360418