April 20, 2018
“Het was mijn schuld dat er iets met mijn moeder gebeurd was en daarom zat ik nu in een soort gevangenis.”
Justus is negen jaar als hij met zijn moeder boodschappen doet en zijn moeder ter plekke overlijdt door een messteek tijdens een overval. Iedereen in het gezin is in shock en zijn vader kan de gezinssituatie niet aan: hij zakt weg in een depressie. Justus wordt uit huis geplaatst en komt terecht in de crisisopvang en jeugdzorg, zonder zijn zussen en pasgeboren broertje. Eenzaam en schuldig voelt Justus zich, want waarom moet hij immers het huis uit? Niemand legt hem uit wat er werkelijk is gebeurd. En waar zijn de mensen in zijn omgeving die hem weer laten geloven in zichzelf en de liefde?
Eenmaal in de wereld van de jeugdzorg leert Justus veel over wat wel en niet kan op de groepen: op welke manieren kun je meer vrijheid verdienen en bij wie van de groepsleiding kun je beter je vragen kwijt? “Het leek wel een dialect, een jeugdzorgtaal die alleen op dit terrein gesproken werd, in een eigen land met een eigen regering en eigen wetten.”
De enige persoon die Justus in vertrouwen zou willen nemen is zijn oma, maar ook zij wordt ouder en hij wil haar niet met zijn problemen belasten. Als zij uiteindelijk steeds minder goed voor hem kan zorgen, geeft hij ook hiervan zichzelf de schuld.
Mooi in dit verhaal is de wijze waarop Leguijt beschrijft wat Justus denkt en voelt. Justus voelde zich eenzaam en het enige wat ik kon doen was heel erg met hem meevoelen. Hij voelt zich zoals Remy in ‘Alleen op de wereld’, maar wanneer er mensen in zijn wereld komen die zich over hem ontfermen, wordt dit anders.
Dit boek zette mij ook aan het denken, want hoe is de jeugdzorg nu werkelijk in Nederland geregeld? Er zijn zoveel regels waar jeugdzorgwerkers zich aan moeten houden, maar blijven we hierdoor altijd kijken naar wat een kind/jongere nodig heeft? Het verhaal van Justus zou verplicht gelezen moeten worden voor iedereen die werkzaam is in de hulpverlening. Dit is een boek wat je raakt.
Een schrijnend, aangrijpend en vooral realistisch verhaal over een jongen die op zoek is naar Iemandsland vanuit Niemandsland. Ik hoop dat ieder kind zijn/haar plek vindt in deze wereld, want ieder kind mag er zijn.
Mijn naam is Irene Bregman en ik ben 21 jaar. Ik studeer Sociaal Pedagogische Hulpverlening en naast mijn opleiding lees ik ontzettend graag. Lezen doe ik al sinds ik het kan en dat is gelukkig nooit weggegaan! Ik lees voornamelijk YA, maar ook boeken binnen andere genres worden verslonden.
Niemandsland/Guurtje Leguijt/Uitgeverij Mozaïek/2007/448 blz./ISBN 9 789023 996828