September 20, 2016

“De afbraaktijd van herinneringen heb ik net als die van een slipje ooit opgezocht, maar niet gevonden. Groter dan die van glas kan het alleszins niet zijn, want mensen, de dragers van herinneringen, kunnen in tegenstelling tot wijnflessen niet eeuwenlang blijven rondslingeren.”

In 2013 won Lize Spit Write Now!. Drie jaar later debuteert ze bij de nieuwe uitgeverij Das Mag met Het smelt, een ruim 480 pagina’s tellend boek waarin ze terugkeert naar haar eigen woonplaats. Waar het boek in Vlaanderen direct aanslaat, lijkt het in Nederland iets meer tijd nodig te hebben. Das Mag gaat over tot een bijzondere promotieactie en legt in juni honderden exemplaren van Spits boek in de treinen in de hoop dat dit geweldige boek ook in Nederland gelezen gaat worden. En terecht. Spit schrijft met Het smelt zo’n indrukwekkend goed debuut, dat het in Nederland niet ongelezen mag blijven. Niet vanwege de bijzonder goed gekozen verhaalopbouw en het bijbehorende perspectief, niet vanwege de rauwe schrijfstijl, maar al helemaal niet vanwege het aangrijpende verhaal. Het smelt grijpt je en laat je niet meer los.

Spit vertelt het verhaal van Eva. Eva krijgt een uitnodiging terug te keren naar haar geboortedorp om Jan, de broer van vriendje Pim, op zijn dertigste verjaardag te herdenken. Met een groot blok ijs in haar auto neemt ze afscheid van Brussel en vertrekt naar haar ouderlijk dorp om voor eens en voor altijd wraak te nemen. Onderweg neemt ze de lezer mee naar herinneringen uit haar jeugd en vertelt ze hoe haar gezin ontwrichtte, hoe de relatie met vriendjes Laurens en Pim uitmondde in iets wat niemand voorzien had en hoe zij meer en meer de leiding over haar leven verloor. Ze vertelt over het jaar 2002. Het jaar waarin alles anders werd.

Wie Het smelt leest, wordt direct geconfronteerd met een goed gekozen verhaalconstructie waarbij bijzonder spel met de tijd opvalt. Spit hanteert de welbekende formule heden-verleden om Eva herinneringen uit haar jeugd te laten vertellen. Echter, de manier waarop Spit dit middel inzet is bijzonder en uiterst effectief. Ze laat Eva starten in het heden, om haar vervolgens in het jaar 2002 te plaatsen. In beide verhaaldelen hanteert ze het ik- perspectief in de tegenwoordige tijd. Het gevolg is dat de lezer vrijwel direct emotioneel betrokken raakt bij de huidige Eva en de 14-jarige Eva. De verledentijdsvorm is gereserveerd voor de herinneringen die Eva opdoet tijdens haar reis naar haar geboortedorp. Het betreffen korte herinneringen die ontstaan wanneer ze geconfronteerd wordt met plekken, beelden of personen uit haar jeugd.

Maar niet alleen de verhaalconstructie zorgt ervoor dat Het smelt je bij de keel grijpt. Het zijn de gebeurtenissen uit het verleden, met daarbij de gevolgen in het heden, die het hart van de lezer stil doen staan. Spit hanteert in Eva’s heden een uiterst laag verhaaltempo en neemt de lezer stapje voor stapje mee in Eva’s verhaal. Vrijwel direct ontstaat de vraag wat Eva met het ijsblok van plan is en waarom ze zoveel moeite heeft met de reis naar haar oude dorp. Spit bouwt de weg naar de antwoorden zorgvuldig op en laat bij de lezer steeds meer vermoedens ontstaan. Het moment dat de functie van het ijsblok duidelijk wordt en de vragen van de lezer omtrent Eva’s verleden beantwoord zijn, wordt duidelijk dat er geen weg terug is. Niet voor Eva, niet voor de lezer.

Daarbij maken de thema’s die Spit op geheel eigen manier beschrijft indruk. Met Eva’s herinneringen, die hun start vinden in het jaar 2002, bespreekt ze hoe Eva’s familie langzaam ontwricht, hoe de relatie tussen Eva en Laurens en Pim verandert en hoe Eva meer en meer in een onleefbare situatie wordt geplaatst. Ze kan geen kant op, en dat voelt de lezer. De natuurlijke, rauwe verteltrant waarbij Spit nergens overdrijft of verkleint maakt indruk. Het zijn de kleine maar alleszeggende opmerkingen binnen het verhaal die zorgen voor het beklemmende gevoel en het schokkende imago van het verhaal: “Zodra ze ophangt, zakken de schouders, verdwijnt haar hand uit de broekzak, wordt ze zelf weer de moeder met spijt.” De herinneringen zijn gruwelijk, de lezer merkt dat op alle vlakken. Eva’s scherpe blik op de wereld en het verlies van haar jeugdige onschuld doen pijn.

In de laatste 130 pagina’s versnelt Spit en brengt ze de lezer naar de ontknoping van haar verhaal. De herinneringen zijn verteld en langzaam tekenen de gevolgen zich af. Gruwelijk, hard en zeer pijnlijk. Het smelt nadert haar einde en geen lezer krijgt, net als Eva, de kans te ontsnappen. Ook niet na de laatste woorden. “‘Dat is spijt. Spijt moet je niet hebben.’”

Het smelt / Lize Spit / uitgeverij Das Mag / 480 bladzijden / ISBN: 978 9082 4106 17