November 19, 2012

Onlangs debuteerde Kira Wuck (1978) – zelf half Fins – met de poëziebundel

Finse meisjes

. Eerder verschenen gedichten van Wuck in Tirade en Hollands Maandblad en won ze het Nederlands Kampioenschap Poetryslam 2012. Een veelbelovende start die ze in haar bundel meer dan waar maakt.

Het titelgedicht

Finse meisjes

begint als volgt: ‘Finse meisjes zeggen zelden gedag / maar zijn niet verlegen of arrogant / je hebt alleen een beitel nodig om dichtbij te komen’. Als je de beitel vindt zal Wucks poëzie je hoogst waarschijnlijk zeer bevallen, want wie de beitel ter hand neemt verveelt zich nooit. Achter haar poëzie gaat namelijk een wereld aan verhalen schuil. Wuck verrast met metaforen als ‘als je […] / ziet hoe wasmachines zich voor je uitsloven / geuren uit kleding verdrijven / en schone dagen beloven’ en vergelijkingen: ‘wat ik niet kan zeggen garneer ik op de borden’. Ook aan absurdistische waarnemingen geen gebrek in Finse meisjes: ‘Intimiteit is erachter komen dat je met iemand / naar hetzelfde punt staart / zoals naar mijn ouders / die voor de zoveelste keer de muren witten’.

Wucks debuut doet verlangen naar meer, maar wie de beitel hanteert kan voorlopig vooruit. Laag voor laag kan ieder gedicht afgepeld worden en er is eindeloos ruimte voor (eigen) interpretatie. Vooruit, één voorbeeld nog. Oordeel zelf.

Zij is mijn moeder niet maar zwaait

Een vrouw met rossig haar

en zwarte rok loopt door het park

zij is mijn moeder niet maar zwaait

soms ging ik naar de stad

misschien liep ze tussen de mensen

op haar hoge hakken

een angstige reiger

waaromheen de lucht bevroor

ik zocht en zocht tot er niemand meer was

misschien huilde ze

misschien was ze gelukkig

Deze recensie is geschreven Roxanne van den Bosch, 23 jaar, student MA Jeugdliteratuur, Tilburg University

Finse meisjes / Kira Wuck / Uitgeverij Podium / 2012 / 48 pag. / ISBN 9789057595455