November 6, 2017


De wereld van de toekomst

‘Ik wil dat jij me leert begrijpen wat ik lees.’ Fahrenheit 451 stamt oorspronkelijk uit het jaar 1953 en is een van de grote klassiekers uit onze literaire geschiedenis.

Ray Bradbury

besprak in zijn bijzondere roman de gevolgen van de steeds moderner en oppervlakkiger wordende maatschappij en schetste bij vlagen een doemscenario. Echter, in het tijdperk waarin we nu leven, lijken beelden uit Fahrenheit 451 niet zo heel ver meer van ons vandaan. Het boek zet de lezer nu dan ook – meer dan ooit – met twee voeten op de aarde: is dit de wereld waar we naartoe willen? Bovendien past deze klassieker in de traditie van de laatste jaren: de dystopische roman.

Bradbury beschrijft het verhaal van Guy Montag, een brandweerman. Hij is in dienst van Beatty en blust branden. Echter, het zijn de branden die ze zelf aangestoken hebben, met name om boeken te verbranden. Om zich heen ziet Guy hoe de mensen in de wereld steeds verder afvlakken en emoties verliezen. De tv en radio lijken de grote boosdoeners. Buurmeisje Clarisse – 17 jaar en zo zegt ze zelf ‘vreemd’ – stelt hem vragen die hem nog verder het échte leven in trekken. Wanneer hij een brand moet blussen waarbij hij een oude vrouw met al haar boeken verbrandt, wordt hij wakker. Hij pikt een boek en verstopt het thuis. Helaas wekt hij argwaan bij zowel zijn vrouw als Beatty.

De thematiek in Fahrenheit 451 is vanuit de kern interessant. Bradbury schept een wereld die wij niet kennen, maar die zeker niet ondenkbaar is. Grote lijnen – zoals de verbranding van de boeken (destijds wel echt aan de orde) omdat ze ‘gevaarlijk’ zouden zijn – liggen momenteel wellicht niet geheel in lijn der verwachting, maar andere elementen komen akelig dicht bij de huidige maatschappij. Haarfijn legt Bradbury namelijk de gevaren van de sociale media en de komst van tv en radio bloot. Hij laat zien hoe mensen afstompen en steeds oppervlakkiger leven: geen veranda’s meer om te kletsen, geen boeken meer om tegengestelde werelden te ontdekken en geen diepgaande gesprekken meer. Bijzonder binnen die setting is Clarisse: ze is 17 en hoort van iedereen dat ze vreemd is. Echter, haar vragen en haar manier van doen is allesbehalve vreemd; ze lijkt compleet te passen binnen de voor ons normale maatschappij.

Dit in tegenstelling tot Guys vrouw, Beatty en een aantal andere personages. Zij gaan compleet op in de door Bradbury gecreëerde maatschappij en laten precies zien wat we eigenlijk niet willen zijn: ze zijn koud, afhankelijk van de televisie en durven geen eigen mening meer te laten zien.

Dit alles verpakt Bradbury in een stilistisch zeer sterk en bij vlagen zeer fantasierijk verhaal. Een compacte roman, vol beeldspraak, ‘Haar gezicht was als een sneeuw bedekt eiland waar regen zou kunnen vallen, maar dat geen regen voelde; waarover wolken hun bewegende schaduwen konden werpen, maar ze voelde geen schaduwen,’ en intertekstualiteit laat de esthetische kwaliteiten van de auteur in alle opzichten zien: ‘Goeie ouwe Montag wilde dicht bij de zon vliegen en nu hij zijn vleugels heeft verbrand, vraag hij zich af waarom.’

Naarmate het verhaal vordert legt Bradbury zijn boodschap steeds meer bloot. Hij is duidelijk: ‘bewaar boeken, onderwijs mensen, laat iets achter.’ Zijn zwartgallige wereld lijkt langzaam, hetzij bizar, te veranderen in een wellicht utopische wereld waarin de maatschappij gered wordt. Fahrenheit 451 is daarmee nog steeds de uitdagende en bijzondere roman uit 1953. Ook de heruitgave maakt indruk. Niet alleen vanwege de stilistische kracht, maar ook vanwege de thematiek. Bradbury’s vooruitziende blik blijkt werkelijkheid en Fahrenheit 451 vormt de waarschuwing.

Fahrenheit 451 / Ray Bradbury / Vertaald door Evi Hoste / Uitgeverij Lebowski, Amsterdam / 189 bladzijden / ISBN: 9789048839964