June 7, 2016

In

De zevende functie van taal

toont

Laurent Binet

zich op zijn best en daagt hij literatuur minnend Nederland opnieuw (na

HhhH)

uit! Het boek valt niet alleen op vanwege de zeer geslaagde constructie. Ook de complexiteit van het verhaal, met daarbij de talloze verwijzingen naar taalvirtuozen en filosofen, doet

De zevende functie van taal

meer dan goed. Binet gaat de strijd aan: wint retoriek of wint semiotiek? Middels een bijzonder web van feiten en fictie, vol klassieke retorica en filosofie, laveert Binet ons naar de oplossing.



Op die middag van 25 februari 1980 weten ze niet wat er net voor hun ogen is gebeurd, en dat kunnen ze niet helpen, want tot op de dag van vandaag weet de wereld het nog steeds niet.”

Het is 25 februari 1980 wanneer semioticus Roland Barthes in Parijs het leven laat na een lunch met Mitterand; hij overlijdt na een ongeluk met een bestelbusje. Al snel wordt er getwijfeld aan de ware toedracht van het ongeluk en rechercheur Bayard krijgt de schone taak uit te zoeken wat er is gebeurd. Bayard, die op zijn beurt niets weet van semiotiek en taalwetenschap, roept de hulp in van Simon Herzog, een collega van Barthes. Samen ontdekken ze dat Barthes bezig was met een geheim document: De zevende functie van taal. Een document dat spoorloos verdwenen is.


“Omdat hij de paradoxale macht bezat dingen te begrijpen zoals ze zijn en ze in een nooit eerder vertoonde helderheid uit te denken (…), werd hem in zijn jargon kwalijk genomen, hij werd gepasticheerd, geparodieerd, gekarikaturiseerd, gekritiseerd..”

Vrijwel direct weet Binet van een op het oog onschuldig verhaal een ware crimi te maken. Hij combineert op prachtige wijze een spannend misdaad verhaal met een roman over de taalkunde en de functies van taal. Literatuurwetenschappers, linguïsten en filosofen als Michel Foucault, Roland Barthes en Julia Kristeva domineren het toneel en geven Binet de mogelijkheid te reflecteren op de functies van taal. En dat doet hij meer dan zorgvuldig. Prachtig uitgevoerde redes volgens normen van Cicero, diepzinnige filosofische overdenkingen en termen als ‘illocutie’ en ‘perlocutie’ domineren het verhaal: Binet ademt taal en haar functie.

Daarbij maakt hij zorgvuldig gebruik van zijn schrijversvrijheid en verweeft hij feit met fictie. Niet zelden zet hij de lezer daarmee op een duister spoor: wat is waar en wat is verzonnen? Bestaande figuren als Umberto Eco en historische feiten als de explosie in het station van Bologna maken het verhaal zeer aannemelijk. Echter, de fictieve Bayard en Herzorg zijn voor Binet het middel om deze feitelijkheden aan elkaar de koppelen: middels fictie. Dat Binets verhaal écht achter de dood van Barthe zat, blijft onzeker:

“de wereld weet het nog steeds niet.”

Als een quasi-objectieve verteller laat Binet de lezer als een soort vogel boven het verhaal zweven, waarbij hij – op de juist gekozen momenten – wel of niet met een personage mee kan kijken. Daarbij ontneemt hij zichzelf de kans niet af en toe commentaar toe te voegen:

“Dat zijn clowneske dandyisme, zijn losbandigheid (so French), zijn ziekelijke grootspraak, zijn onvolwassen stijl van pamflettist en zijn verbluf-de-burgercultuur de jonge Bulgaarse die in de jaren zestig niet uit Oost-Europa kwam, hebben kunnen verleiden, willen we wel aannemen.”

Daarmee maakt hij de roman niet alleen complex, maar zeer zeker ook interessant; impliciet en expliciet beïnvloedt hij de lezer.

Ook in

De zevende functie van taal

lijkt Ithaka de plaats waar alles samenkomt. Na een zoektocht, waarbij Binet meer dan boeit door de literaire gelaagdheid van het verhaal, komen alle protagonisten samen in Ithaka; de plaats, met een symposium als toneel, waar alles opgelost moet worden. Voor eens en voor altijd moet duidelijk zijn waarom Barthes vermoord is. Echter, de strijd lijkt nog niet gestreden. Middels prachtige slotakkoorden, neemt Binet ons mee naar de ontknoping van het verhaal. Opnieuw brengt hij feit en fictie samen, speelt hij met taal en laat hij de lezer zien dat hij zijn klassiekers kent: de kunst van de retorica floreert.


De zevende functie van taal

is hét boek voor de taalpuristen, de literatuurminnaars en de retoricaliefhebbers. Binet schrijft niet alleen een verhaal

over

semiotiek en retorica, zijn verhaal

is

semiotiek en retorica. Complex, literair zeer gelaagd en bijzonder goed geconstrueerd: De zevende functie van taal is een pareltje voor de literatuur.

Deze recensie is geschreven door Marloes Otten. Docente Nederlands op een school in Meppel, waar ze les geeft aan leerlingen uit de onderbouw van de havo, de mavo en het vwo. Marloes is een echte boekenwurm: van Mulisch tot Hertmans, van Lewinsky tot Williams: je maakt haar met van alles blij.

De zevende functie van taal / Laurent Binet / vertaald door Liesbeth van Nes / Uitgeverij: Meulenhoff / 440 bladzijden / ISBN: 978-90-290-9113-8