April 24, 2015
“Op mijn vijfendertigste verjaardag liet Signora A. plotseling de onverzettelijkheid varen die haar in mijn ogen meer dan elke andere karaktereigenschap kenmerkte, en verliet, reeds opgebaard in een bed dat veel te groot leek voor haar lichaam, de wereld die wij kennen.”
Zo begint het pareltje
Het zwart en het zilver
van de Italiaanse schrijver, Paolo Giordano. Paolo Giordano staat bekend voor zijn talent om de kwetsbaarheid van de moderne mensen aan de hand van ijzersterke beschrijvingen nauwkeurig weer te geven. Voor zijn debuut
De eenzaamheid van de priemgetallen
uit 2009 en
Het menselijk lichaam
uit 2013 nam hij reeds vele prijzen in ontvangt. Met zijn nieuwste roman vult hij nu zijn lijstje van geschreven parels aan en is hij goed op weg, althans volgens mij, om opnieuw een collectie prijzen in de wacht te slepen.
In de 157 bladzijden wordt op een niet-chronologische wijze het verhaal van Nora en haar man (de ik-verteller, wiens naam in het verhaal niet wordt genoemd) verteld. Het verhaal begint en eindigt op eenzelfde manier, namelijk met de dood van Signora A. In het begin van het verhaal blikt het jonge stel terug op hun tijd met Signora A. Zij was acht jaar lang hun huishoudster en kinderjuf. Het jonge koppel besloot haar als huishoudster in dienst te nemen toen Nora tijdens haar zwangerschap door medische complicaties werd geteisterd. Toen Nora beviel van hun zoon, Emanuele, bleef Signora A. als kinderjuf werken. Signora A. werd ook wel eens Babette, naar een getalenteerde Franse kokkin, genoemd. Ze hielden allemaal van die bijnaam omdat ze daardoor het gevoel hadden dat ze bij de familie hoorde. Het vermoeden dat Signora A. zoveel meer voor de familie betekende dan de puur professionele relatie tussen werkgever en werknemer werd dan ook snel bevestigd: Signora A. was hun rots in de branding.
Op een dag neemt Signora A. echter plotseling ontslag. Het jonge koppel is totaal verslagen door het nieuws. Ze speculeren erop los over de verschillende oorzaken van haar vertrek, maar de echte reden had geen van beiden zien aankomen: Signora A. bleek ziek te zijn, longkanker. Ze had niet lang meer te leven. Het jonge stel gelooft niet dat ze in staat zullen zijn het zonder Signora A. te redden. Hoe zullen ze het huishouden zonder haar gedraaid krijgen, maar – en sterker nog – hoe zal het koppel het zonder haar redden? Zij hield het gezin immers in evenwicht: “Zij was de enige echte getuige geweest van de onderneming die we dag na dag volbrachten, de enige getuige van de band die er tussen ons was. Zonder haar blik voelden we ons in gevaar.”
Self-fulfilling prophecy? Self-fulfilling prophecy! Het gezin krijgt het hard te verduren zonder het voortdurend toeziend oog van Signora A.: de verschillen tussen Nora en haar man worden steeds groter en ze leven hoe langer hoe meer naast elkaar in plaats van met elkaar. Hun relatie wordt vergeleken met de ziekte van Signora A.: “Ook een jong stel kan ziek worden, van onzekerheid, van monotonie, van eenzaamheid. Uitzaaiingen ontwikkelen zich ongezien en die van ons bereikten al snel ons bed. Elf weken lang, dezelfde weken als waarin de elementaire lichaamsfuncties van Signora A. een voor een uitvielen, raakten Nora en ik elkaar niet aan en zochten we ook geen toenadering. Op veilige afstand van elkaar in bed leken onze lichamen onneembaar, twee blokken marmer.” Als uiteindelijk blijkt dat Nora over tijd is en ze mogelijk een tweede keer zwanger zou zijn, schiet ze in paniek en slaat het noodlot toe. Althans, dat dacht het koppel…
Wat mij betreft weet Paolo Giordano hoe hij menig literaire harten moet bekoren en verdient hij met zijn literair verhaal alleen maar lof. Hij schrijft een verdrietige geschiedenis van een gezin neer, maar hij weet desalniettemin te tonen dat het geluk van het leven in de kleine dingen zit: de kookkunsten van een huishoudster, het proberen terugvinden van de liefde voor elkaar, het vasthouden van vriendschappen door een wat in eerste instantie een banaal telefoongesprek lijkt enzovoort. Of voor de lezer: de ontdekking van de naam van Signora A.
En voor wie nog nieuwsgierig is naar een stukje psychologische kennis van Galenus: zelfs dat heeft Paolo Giordano op sublieme wijze in zijn verhaal verwerkt. Kortom… Paolo Giordano, u heeft er aan mij een nieuwe fan bij!
“Wat Galenus niet duidelijk uitlegt, is of de levenssappen net als verf met elkaar vermengd kunnen worden, of dat ze als water en olie gescheiden van elkaar bestaan; hij legt niet uit of het geel dat door de lever wordt geproduceerd samen met het rood van het bloed een nieuw, oranje temperament voorbrengt, en ook niet of er tussen mensen uitwisseling mogelijk is, door onderling contact, gemoedsuitstortingen of door puur gevoel, zoals het zou gaan tussen twee communicerende vaten. Ik heb heel lang geloofd van wel. Ik wist zeker dat Nora’s zilver en mijn zwart langzaam met elkaar vermengd raakten en dat er uiteindelijk dezelfde bruine, metaalachtige vloeistof door ons beiden zou stromen. […] En we waren er samen van overtuigd geraakt dat het vuurrode levenssap van Signora A. aan het onze nog een schakering zou toevoegen, waardoor de soortelijke dichtheid ervan zou toenemen en wij sterker zouden worden.”
“Ik vergiste me. We vergisten ons.”
Deze recensie is geschreven door Lore Evens. Lore is 23 jaar en woont in Maaseik. Na een studie toegepaste school- en pedagogische psychologie in Antwerpen volgt zij nu een verkort traject lerarenopleiding secundair onderwijs Nederlands – geschiedenis in Leuven. Lore schrijft ook over boeken e.d. op haar eigen blog:
Het zwart en het zilver / Paolo Giordano / vertaald door Mieke Geuzebroek en Pieta de Voogd / Uitgeverij De Bezige Bij / 2014 / 160 pag. / ISBN 9789023487197