August 27, 2015

Honderd dagen naar de dood

Wat zou jij doen wanneer je nog 100 dagen te leven hebt? Zou je van je leven gaan genieten? Alles gaan doen wat je nog kunt? Zou je gaan werken? Lucio, de hoofdpersoon in

100 gelukkige dagen

staat voor deze keuze. Fausto Brizzi laat Lucio vertellen over zijn leven met zijn vorm van kanker: “ikzelf heb hem altijd ‘vriend Fritz’ genoemd, in het Italiaans, om hem vertrouwder en minder agressief te laten klinken” en via hem laat hij de lezer lachen, laat hij de lezer huilen en neemt hij je mee van de eerste bladzijde tot de laatste bladzijde.

Lucio heeft een redelijk goed leven: hij heeft een mooie vrouw, Paola, twee lieve kinderen, Lorenzo en Eva, een geweldige schoonvader, een stel goede vrienden en een prima baan. Op een dag lijkt alles verkeerd te gaan: Paola komt erachter dat hij een minnares heeft, ze gooit hem eruit en hij blijkt kanker te hebben. Vanaf dat moment staat zijn leven op zijn kop. Hij heeft nog honderd dagen voor de ziekte hem helemaal over zal nemen en die honderd dagen wil hij goed gaan benutten. Maar hoe? Hij besluit een lijstje te gaan maken van de dingen die hij wil doen in de resterende dagen. Al snel komt ‘het goed maken met Paola’ op het lijstje te staan. Hoe gaat hij dat doen? Kan hij dat redden in de dagen die hij nog heeft?

“Ik geloof dat God op de zevende dag geen snipperdag heeft genomen, maar grootouders heeft geschapen. En in het besef dat dit zijn meest geniale creatie was, heeft hij de rest van de dag vrijgenomen om die met hen door te brengen.” Eén van de beste punten van

100 gelukkige dagen

is de toonzetting. Van de eerste bladzijde tot de laatste bladzijde weet Brizzi je te vermaken. Door het boek te starten met een humoristische inslag, trekt hij de aandacht direct. Daarbij richt Lucio zich direct tot de lezer via opmerkingen als “Een Chewbacca van een meter negentig en honderdtien kilo. Dus werk me niet op mijn zenuwen en lees verder” en creëert Brizzi een grote mate van betrokkenheid. Hij tovert menigmaal een lach op je gezicht door Lucio met een hond of een mus in gesprek te laten gaan. “Ik had al gezegd dat ik jullie over hen zou vertellen als ik er zin in had. Vandaag heb ik er zin in. Dan haten jullie ze straks ook.” Door de sarcastische, maar humoristische toon van Lucio wordt de thematiek luchtiger gemaakt. Toch weet Brizzi de toon aan te passen, naar mate het einde van Lucio dichterbij komt. Lucio wordt emotioneler en dat merkt de lezer: “In al deze maanden heb ik altijd maar één kant van de trieste medaille gezien – die waarop mijn roemloze dood staat afgebeeld – maar niet de andere kant, die waarop de tranen van mijn nabestaanden staan.” De auteur speelt via de toonzetting op bijzondere wijze met het gevoel van de lezer.

Het verhaal in

100 gelukkige dagen

hangt van verschillende clichématigheden aan elkaar. Het verhaal van Lucio wordt hierdoor zeer voorspelbaar. Ook lijkt Brizzi zich in het begin van het verhaal niet druk te maken om de zogenaamde diepere laag: meer dan een mooi, boeiend verhaal lijkt het levensverhaal van Lucio niet te worden. Toch weet deze auteur een essentiële vraag in het verhaal te verwerken: wat is de essentie van het leven? Dit besef groeit ook bij Lucio en dat maakt hem ‘meer mens’. Waar hij eerst wat ondoordachte en niet-realistische beslissingen nam, lijkt hij later echt goed over zijn leven na te denken. Hij neemt de lezer hierin helemaal mee.

“Inmiddels begrijp ik dat een tumor iets gemeen heeft met een begrafenis. Iedereen komt zijn condoleances aanbieden. Alleen nu is de persoon in kwestie nog niet gestorven, dus condoleren ze niet de weduwe en de familie, nee, ze condoleren direct de toekomstige dierbare overledene.”

100 gelukkige dagen

staat bol van de originele, humoristische vergelijkingen. Iedereen zal na Lucio’s beschrijving van zijn mooie Paola begrijpen wat voor geweldige vrouw zij is en iedereen snapt na de beschrijving van de bijwerkingen van de chemo dat het leven van Lucio echt niet prettig is: alles is daarmee gezegd. Brizzi speelt ook hier met humor en ernst, een prima combinatie.

In de laatste paar dagen van Lucio’s leven neemt Lucio je mee op zijn laatste reis. Een interessante reis, om meerdere redenen: naast de vele gebeurtenissen en de mooie beschrijvingen van die reis die Brizzi de lezer schenkt, wordt Lucio steeds meer een echt mens, neemt hij minder een ‘rol’ aan. Ook de veranderingen bij Paola, ondanks dat ze verwacht zijn, overvallen en laten een spoor van emotie achter. De laatste passage, de laatste uren van Lucio is dan ook emotioneel en aangrijpend. Met een paar unieke slotzinnen en de donut van Lucio’s schoonvader word je aan het eind van het verhaal losgelaten met de vraag of je wel optimaal kunt genieten. “De waarheid is dat het me, ondanks al mijn goede voornemens, niet lukt om optimaal te genieten van de tijd die me nog rest. Vanaf vandaag komt daar verandering in.”

Deze recensie is geschreven door Marloes Otten, 24 jaar, docente Nederlands op een middelbare school in Drenthe.