Als je me zou vragen Kamers Antikamers van Niña Weijers kort en bondig te omschrijven, gaat het over een jonge schrijver wiens gedachten beïnvloed worden door haar zolderkamer in een statig Amsterdams kunstenaarshuis en de vriendschap met collega-schrijver M. die overweegt haar als romanpersonage te laten sterven. Mocht ik om een uitgebreide uitleg van de plot gevraagd worden, zou mijn antwoord zijn dat ik geen idee heb wat de verhaallijn van dit boek was. Dat is echter een van de belangrijkste redenen waarom ik zo enthousiast ben over Weijers’ tweede roman.

In eerste instantie lijkt Kamers Antikamers te gaan over de schrijver, haar huis en haar vriendin M. De hoofdpersoon wil een boek over kalm geluk schrijven: ‘Het komt me ineens zo kinderachtig voor, personages verzinnen die een conflict moeten hebben, een onmogelijk verlangen, en na wat tegenslagen uiteindelijk berusten of roemloos ten onder gaan.’ Desondanks komt ze snel tot de conclusie dat het naïef en onmogelijk is om een roman op rust te willen bouwen.

Wat daarop volgt zijn passages die de hoofdpersoon schrijft, de overpeinzingen en observaties van de hoofdpersoon en de continue verschuivingen van perspectief naar een ander personage. Althans, naar iemand die iemand anders líjkt dan de eerste verteller. De zoektocht naar een verhaal en de relatie met M. blijven gedurende deze vertakkingen een rode draad. Juist wanneer Weijers verwarring begint te zaaien, werd ik door de raadselachtigheid volledig in het boek gezogen. Ik vroeg me ook wanneer ik even niet las onophoudelijk af wat er nu precies gebeurde en hoe de plaatjes in elkaar geschoven konden worden.

Met prachtige zinnen die het bewaren waard zijn, schraapt Weijers aan de levens die ze presenteert. Voor mij verwijst de titel Kamers Antikamers naar de negatieven van het leven van de hoofdpersoon: alle versies hadden ontwikkeld kunnen worden. Of liever nog, in Weijers’ woorden: ‘Alles is er al. De mogelijkheden komen altijd voort uit wat er al bestaat, en zijn tegelijkertijd eindeloos. Wat wij realiteit noemen is een samenraapsel van verwerkelijkte mogelijkheden. Daaronder zit de rest.’

Dit maakt Kamers Antikamers een nadenkende roman, die mijns inziens een portret van een generatie is. We komen om in de keuzes, mogen zomerfruit in de winter en moeten via ongeremde vrijheid in een idyllisch gezinsleven belanden. Haar kinderloosheid legt de hoofdpersoon echter simpel uit: ‘Ik heb andere dingen gedaan. Ik heb in bad gelegen met gesloten ogen.’ Zijn we de uitkomst van ons leven, vraag ik me sinds het lezen van dit boek af. De keuzemogelijkheden eisen continu dat we vaststellen wie we zijn en waar we heen gaan. Weijers breekt dat simpel af: ‘We kennen onszelf niet, laat staan dat we weten waarvoor we ons schamen.’

Recensie door Laure Dijkstra (1997), student Geschiedenis te Utrecht en boekverkoper bij boekhandel Praamstra in Deventer.

Kamers Antikamers / Niña Weijers / Atlas Contact / juni 2019 / 240 blz. / ISBN: 9789025445614


Gastblogger:

op deze plek zullen we regelmatig recensies plaatsen van bezoekers of van recensenten van bevriende websites en tijdschriften. Dat gebeurt soms op uitnodiging, maar heel graag willen we ook plaatsmaken voor spontaan ingeleverde boekbesprekingen. Dus: heb je een goed boek gelezen? Deel je mening (en dus je passie!) met de andere lezers van De Leesfabriek!


Dit boek kun je meteen bestellen via de bestellink van Libris.nl