Oscar woont in het stadje Dingle met nog 74 andere inwoners.
Op een dag komt Agnes met haar moeder in Dingle wonen en iedereen slaat ervan
op hol, behalve Oscar. Na 4 dagen blijkt ook hij niet zonder haar te kunnen en
trekken ze 3 dagen met elkaar op. (Het boek speelt zich af in een week tijd.)
Agnes is knap, kan alles en wordt beschreven als een soort nimf. Oscar is
overduidelijk een verveelde puber en doet wat iedereen doet in het dorp: fastfood
eten, Netflixen en verder vrij weinig.



“Er is niks. Er gebeurt niks. Iedereen die aan Dingle Road woont is vies, vet en dom, ik haat het hier, hier in Dingle lijkt het alsof er niks meer in het leven is dan zitten, Netflixen en frituren.”

Bovenstaand citaat is eigenlijk een verkorte versie van mijn mening van dit boek. Ik had veel zin om dit boek te lezen, maar persoonlijk vond ik het een enorme tegenvaller. Er gebeurt naar mijn idee te weinig in het boek of juist teveel van hetzelfde. En dat is niet erg, maar de manier waarop het werd beschreven vond ik niet prettig. Al die snack- en vieze lichaamsbeschrijvingen deden mij juist snakken naar een lekkere komkommer of boterham met kaas. Mogelijk komt mijn, niet zo positieve, mening voort uit de niet zo positieve hoofdpersoon Oscar. Hij is negatief over hoe alles verloopt in Dingle, maar toch doet hij er steeds maar niets aan en dat snapte ik niet.


Ondertussen zag ik ergens dat het boek goed was geschreven in jongerentaal. Misschien ben ik heel erg anders, maar ik vond het ontzettend grof geschreven en zeker de eerste helft van het boek ergerde mij dat mateloos. De sfeer van het stadje wordt goed beschreven en het grove taalgebruik vind ik wel passen bij de manier van leven, maar toch stond het mij tegen en had ik geen zin om verder te lezen.

Maar om tot een goed oordeel te komen vond ik dat ik dit boek uit moest lezen. En ergens ben ik daar wel blij om, want de laatste 50 pagina’s waren het beste van dit boek. Zoals ik had verwacht bleek er meer met Agnes te zijn en mistte Oscar wat inzicht in bepaalde dingen. Ja, dat gesprek vond ik wel mooi en goed geschreven zo op het einde.

Jammer dat het zo liep, maar ik denk dat Lotte Kok hier wel in gaat groeien met een andere editing, dus wie weet wat er in de toekomst verschijnt!

Skydancer / Lotte Kok / Uitgeverij Prometheus / 2018 / 317 blz. / ISBN 9 789044 632071


Irene

: Als kind was ik een echte boekenwurm, ik las alles wat los en vast zat. Inmiddels ben ik al vele boeken verder en dat hoeft voor mij niet per sé in bed of stoel, zolang ik maar kan lezen is staand, op een trapje of naast de stoel niet erg.  Ook is het een gewoonte geworden om met een boek de deur uit te gaan: romans, thrillers, feelgood of YA, ik lees het graag.