Eens werden er twee moorden gepleegd

In het jaar 1982, op 4 augustus, worden Andrew en Abby Borden op gruwelijke wijze aan stukken gehakt. Twee dagen later worden ze begraven, om vervolgens een paar dagen later opnieuw opgegraven te worden voor nader onderzoek. Een slopend proces begint, waarbij dochter Lizzie voorgeleid wordt als de mogelijke dader. Ze wordt echter vrijgesproken en de werkelijke dader wordt nooit gevonden. Of was hij misschien al gevonden?

Sarah Schmidt

opent het dossier van de Bordens en bekijkt het verhaal. Vanuit verschillende perspectieven schrijft zij in Kijk wat ik gedaan heb over de moord op het echtpaar.

‘Hij bloedde nog.’ Schmidt start haar verhaal vanuit Lizzie. Ze vindt haar vader wanneer hij aan stukken gehakt is. Compleet in shock neemt Lizzie contact op met mevrouw Churchill. Nog voor de politie onderzoek kan doen en zusje Emma terug is in het huis, wordt een tweede lichaam gevonden: stiefmoeder Abby. Ook zij is op gruwelijke wijze vermoord.

Het betreft een uiterst bizar begin. Vanaf de eerste bladzijde is duidelijk dat de sfeer in huize Borden uiterst kil, zo niet hatelijk is. Lizzie lijkt in eerste instantie getraumatiseerd door wat ze gezien heeft, maar al snel zorgt haar gedrag voor mysterie. Om een beetje spanning aan te brengen wisselt Schmidt vervolgens van perspectief. Niet alleen Lizzie vertelt in de verleden tijd wat er gebeurd is, ook Emma krijgt haar stem. Zij mag echter verder gaan dan Lizzie in eerste instantie en terugkijken naar de weken, maanden en jaren voor de dood van het echtpaar. Zij vertelt de lezer over belangrijke relaties en gebeurtenissen. Ze werpt een schaduw op verschillende personages en zorgt voor een opeenstapeling van onduidelijkheden of onopgeloste zaken.

Helaas staan beide dames ver van de lezer af. Ze zijn kil, emotieloos en raken niet met hun verhaal. Bovendien missen hun vertellingen spanning. Gelaten leest de lezer mee wat er staat te gebeuren.

Ene Benjamin en huishoudster Bridget mogen op hun beurt vervolgens ook het woord nemen. Langzaam lijkt een Cluedo-achtig concept waarbij iedereen íets van het verhaal los wil laten. Schmidt springt handig heen en weer tussen 3 augustus, de dag voor de moord en 4 augustus, de dag van de verschrikkelijke daden. Op die manier geeft ze de lezer inzicht in het volledige verhaal en schept ze de mogelijkheid tot verdachtmakingen. Bovendien werken terugblikken naar perioden verder in het verleden hier versterkend door de groei van haat en nijd.

De verdachtmakingen volgen volop in het tweede deel van het verhaal. Waar het verhaal tot die tijd de broodnodige spanning echt miste, lijkt het nu met kleine stapjes aantrekkelijker te worden: een ware whodunnit ontstaat. Vrijwel iedereen zou de moordenaar kunnen zijn en niemand heeft een goed alibi. Langzaam ontstaan scherpere vermoedens en krijgt de lezer een idee waar het verhaal heen moet gaan. De dreiging wordt langzaam opgevoerd en je krijgt het gevoel dat je ein-de-lijk hoort wat er echt gebeurd is. Bij vlagen is het verhaal dreigend en zeer aantrekkelijk: ‘Op een dag zou ik terugkomen om te halen wat me toekwam.’

Toch blijft Kijk wat ik gedaan heb op afstand. Het gebrek aan de emotionele band met een van de personages is de boosdoener. Stuk voor stuk zijn ze kil haast onmenselijk. Ze raken je niet. Het gevolg is dat je het je als lezer haast niet meer uitmaakt wie de dader is; pijn doet het toch niet. Jammer, want het zou Kijk wat ik gedaan heb net het beetje extra hebben gegeven. Wellicht had het de stem van de moordenaar kunnen verklaren.

Kijk wat ik gedaan heb / Sarah Schmidt / Vertaald door Lucie Schaap en Maaike Bijnsdorp / Uitgeverij Hollands Diep, Amsterdam / 333 blz. / ISBN: 9789048838615