“Als Leon een afstandsbediening had, zou hij in bed gaan liggen en Sylvia uitzetten,

klik

en de onderwijzeressen uit,

klik

en de maatschappelijke werkers uit,

klik klik klik.

Daarna zou hij de afstandsbediening met een grote hamer stukslaan zodat ze nooit meer tevoorschijn konden komen.”

Als bachelor in de toegepaste school- en pedagogische psychologie en toekomstig orthopedagoog sprak het boek Mijn naam is Leon van Kit De Waal mij onmiddellijk aan. Een verhaal over pleegkinderen, pleeggezinnen, kinderbescherming, … geschreven door een rechter, daar was ik nieuwsgierig naar. Ik was benieuwd naar de beleving van Leon, de aanpak die door de kinderbescherming in het boek gehanteerd zou worden, met welke filosofen die daarover theorieën hebben (visies die ik leerde tijdens mijn opleiding) ik deze aanpak kan linken en wat mijn persoonlijke visie hierover is. Niet veel later viel het boek in mijn brievenbus, driewerf hoera.

Leon is een negenjarig jongetje en grote broer van Jack, de paar maanden oude baby. Carol is hun moeder. Met een verleden van verslaving en depressie krijgt ze het na de bevalling van de kleine Jack opnieuw zwaar te verduren. Ze valt terug in een depressie en komt haar bed nog maar amper uit. Als ze haar bed toch uitkomt laat ze Leon en Jack alleen achter. Leon doet er alles aan om goed voor Jack te zorgen: hij geeft hem eten, hij verschoont hem, hij legt hem in bed, hij kijkt samen met hem naar de televisie, … . Een hele klus voor zo’n klein kereltje, maar Leon ziet zijn moeder en Jack graag en probeert er alles aan te doen om hun gezinnetje samen te houden. Toch is het instorten van het gezin nabij. De kinderbescherming grijpt in.

Het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van Leon. Dit is een sterke kwaliteit van het verhaal want hierdoor bekijk je het verhaal eens vanuit een ander oogpunt dan het oogpunt van een volwassene. Vanuit het oogpunt van Leon is de kinderbescherming de grootste vijand. En zelfs de mensen die hem liefde geven – maar die niet zijn moeder of Jack zijn – zijn soms vijanden. Kit De Waal schept met Mijn naam is Leon een realistisch beeld.  Leon en Jack worden bij Carol weggehaald tot zij terug in staat is om voor haar kinderen te zorgen. De veiligheid van de kinderen komt voor de kinderbescherming op de eerste plaats. Zowel Leon als Jack krijgen nu in een pleeggezin wat een kind nodig heeft: verzorging, voeding, liefde, … . Toch is het als lezer bij momenten ook moeilijk om je hart erdoor niet te laten breken. Leon ziet zijn moeder en Jack zo graag – en omgekeerd ook – dat het hartverscheurend is om het gezin uit elkaar te zien vallen. Naar het einde van het verhaal toe onderneemt Leon zelf stappen om het gezin terug bij elkaar te brengen. Leon is een schat van een jongetje maar hij begint te stelen om op die manier toch bij Jack te kunnen geraken. Voor de veiligheid en de opvoeding van Leon en Jack neemt de kinderbescherming de beste keuze, maar Leon ervaart dat zo niet en wil niets liever dan terug naar zijn oude leven gaan, samen met zijn moeder en Jack. Hij voert een strijd met zichzelf en een strijd tegen de kinderbescherming: een strijd die je niet koud kan laten. Toch is het verhaal met momenten ook hartverwarmend: de liefde die Leon voelt voor zijn moeder en zijn broertje, maar ook de manier waarop Maureen – zijn pleegmoeder – met hem omgaat is hartverwarmend. Zij probeert er alles aan te doen om het voor een jongetje die het, zonder dat hij ervoor gekozen heeft, zo moeilijk heeft in het leven toch zo goed mogelijk te maken.

Toch komen zulke schrijnende situaties vaker voor dan we misschien wel denken. Bovendien zijn het geen eenvoudige situaties om steeds een goede, ideale oplossing voor te vinden waardoor tal van vragen in het verleden al stof tot nadenken en discussie hebben gegeven in functie van wat het beste voor het kind is. En dat is ook wat het boek bij de lezer veroorzaakt: terwijl je het boek leest voel je wat Leon voelt, maar kijk je tegelijkertijd ook vanuit het eerder rationele perspectief van de kinderbescherming. Je denkt erover na en vormt zelf een mening.

Het einde van het verhaal laat de lezer verward achter: is dit nu een goed einde of is het dat niet? En is er eigenlijk wel sprake van een einde? Als je het boek dichtslaat heb je niet het gevoel dat het verhaal ‘uit’ is. Dat is tevens in de realiteit ook niet zo: zelfs al zijn deze jongeren achttien jaar en is het verhaal van de kinderbescherming in zekere zin ‘uit’, toch gaat het leven verder en toch zullen er altijd sporen van het verleden worden nagelaten.

Voor mij was het boek een pareltje. Een verhaal dat geschreven is vanuit het perspectief van het kind en waar de nodige aandacht wordt gegeven aan de belevingswereld van het kind, dat maakt het verhaal zo mooi maar tegelijkertijd ook hartverscheurend. Het geeft een realistisch beeld en toont hoe het er in de werkelijkheid aan toe gaat. Ik las het boek op een paar dagen uit, terwijl ik over veel boeken – tenzij het vakantie is – toch iets langer doe. Het leest vlot, het neemt je mee, het raakt je en het laat je met vragen achter. Een boek dat enerzijds je hart breekt en anderzijds hartverwarmend is.

Vijf op vijf

Mijn naam is Leon / Kit De Waal / Vertaald door Hien Montijn  / Uitgeverij Cargo / 2017 / 286 bladzijden / ISBN 978 90 234 5558 5