Allergie voor menselijk contact

Lillian is een vierentwintigjarig computerexpert. Samen met enkele virtuele vrienden (Pssdoff, CyberChe en Almond) hackt ze de facebookpagina van een pedofiel die eerder zijn zogenaamde ‘stier’ aan haar heeft getoond. Al valt zijn penis weliswaar slechts een zielig stiertje te noemen, zo vindt Lillian:

“Stiertje is doodziek. Stiertje moet acuut naar de veearts.”

. Even later bestaat de facebookpagina van de pedofiel enkel nog uit een foto van zíjn hand, zíjn stiertje en zíjn onderbroek inclusief een bijschrift: ‘Mijn stiertje en ik’. Enkele dagen later verschijnt in de krant dat de man zelfmoord heeft gepleegd, maar dat doet Lillian weinig. Het was zijn verdiende loon. Sindsdien noemt ze zichzelf de wraakengel.

Lillian spendeert haar leven online, want het leven in levende lijve is niet aan haar besteed. Ze voert ellenlange gesprekken met haar online vriend, Banri Watanuki. Lichamelijkheid vinden ze allebei slechts een noodzakelijk kwaad dat men beter kwijt dan rijk is. Leven zonder lichaam is het doel.


“Hij voegde eraan toe dat de lichamelijke mens hoe dan ook een primitieve staat van zijn is die op zijn laatste benen loopt, de vernieuwde mens zal het zonder lichaam kunnen stellen. De vernieuwde mens, en aan die vernieuwing wordt hard gewerkt, heeft de spieren, het bloed en de botten niet meer nodig. Er zal geen darm meer kunnen scheuren in de nieuwe mens, er zal geen hart meer in hem kloppen, dat verdomde hart ook, de vernieuwde mens zal pure intelligentie zijn van het hoogste soort. Dat deze woorden Lillian plezier deden was een eufemisme; de woorden troostten haar zoals ze niet eerder was getroost, de woorden deden haar begrijpen dat de afkeer die zij voelde voor haar eigen lichaam en voor de lichamen van andere mensen geen probleem was, zoals haar weleens was verteld, geen afwijking zoals haar ouders hadden gesuggereerd, maar een zegen, een bewijs dat zij tot de voorste voorhoede behoorde.” (Het bestand, blz. 75)

Op een dag raadt Banri Watanuki haar aan te solliciteren voor een job als receptioniste bij BClever, een software bedrijf dat in computersystemen infiltreert. Ze wordt aangenomen en plots moet zij – sociaal buitenbeentje, wiskundig genie en allergisch voor menselijke contact – haar real life leven toch uitbouwen.

Wel kort, niet krachtig


Het bestand

is een absurdistische novelle. De kaft is mooi en veelbelovend. Het is het soort kaft dat je meteen opvalt als je in de boekhandel tussen een reeks boeken neust. Het springt in het oog en trekt je aandacht. Een positief punt!

Grunberg vertelt in slechts 169 bladzijden een verhaal dat voldoende stof tot nadenken geeft. Het vertoont kenmerken met de huidige maatschappij, waardoor je er als lezer bij stilstaat en over nadenkt. Het verhaal schetst namelijk een beeld van het hedendaagse online leven waarin iedereen zich anders kan voordoen. Op de dag van vandaag kan je op het internet namelijk zijn wie je wilt, zonder dat je als het ware moet ‘dealen’ met hoe je echt bent. Je ontvreemdt van de realiteit en vlucht weg naar een andere wereld.

Op zich is dat natuurlijk allemaal zeer interessant, maar verder komt dit verhaal met een hoog absurditeitsgehalte niet van de grond. Het geeft stof tot nadenken, maar bezit desalniettemin weinig diepgang waardoor het eerder aan de oppervlakte blijft. Grunberg had bepaalde fragmenten of onderwerpen dieper kunnen uitwerken, vermits het onderwerp van het verhaal zich daar zeker toe leent. In dat geval lijkt het mij sterker te zijn geweest indien Grunberg niet voor een novelle maar voor een omvangrijker boek had gekozen.

Ook de personages komen niet van de grond. De verschillende personages komen en gaan in het verhaal, zonder dat ze echt een functie hebben. Ze worden slechts kort beschreven, en zijn vaak onsamenhangend en bizar. In het begin van het verhaal heeft Lilian bijvoorbeeld drie virtuele vrienden. De lezer weet enkel dat de drie vrienden Lilian hebben geholpen om een facebookpagina te hacken, maar verder worden de personages niet beschreven en komen ze niet meer in het verhaal voor. Hetzelfde geldt voor Banri Watanuki, haar goede online vriend.

De vraag die we ons kunnen stellen is natuurlijk: is het altijd nodig om diepgang in een verhaal te hebben en moet alles steeds uitgebreid en diepgaand beschreven worden? Kan een verhaal ook niet gewoon sterk zijn als het niet diepgaand, maar wel kort en krachtig is? Als ik mezelf die vraag stel ben ik akkoord. Een verhaal dat kort en krachtig is kan minstens even goed (en soms zelfs veel beter) zijn. Het is alleen jammer dat Het bestand wel kort, maar onvoldoende krachtig was. Jammer!

Mededogen en walging

Arnon Grunberg heeft ditmaal niet enkel een boek geschreven, maar hij heeft er ook een experiment aan gekoppeld door de hersenactiviteit van de lezers te meten. Dat toont hoe vernieuwend hij is: een pluspunt waarmee hij de (gebrekkige) kwaliteit van zijn boek toch gedeeltelijk goedmaakt. Grunberg was op 10 maart 2015 te gast bij het Vlaamse praatprogramma ‘Reyers laat’. Hij vertelt hoe zijn experiment tot stand is gekomen en wat de resultaten waren. Hieruit bleek dat mededogen en walging emoties zijn die significant waren toegenomen bij de lezers. Klinkt negatief, toch?! Desondanks getuigt Grunberg dat hij walging niet per se een negatieve emotie vindt. Hij zou het namelijk erger vinden als de lezers geen (stijging van) emoties vertonen tijdens het lezen van zijn boek. Je wordt niet vrolijk van zijn boek te lezen, maar – en zo getuigt Grunberg – “er zijn al zo veel mensen en dingen die ons vrolijk willen maken, dat je niet per definitie een boek moet lezen om er vrolijk van te worden.”

DLP


Het bestand

van Grunberg is geselecteerd voor de Dioraphte Literatour Prijs, maar voor mij is dit boek niét mijn DLP winnaar. Dat Grunberg een getalenteerd schrijver is van interessante en absurde verhalen met een bizarre humor, is algemeen geweten. Nadat ik Tirza had gelezen, was ik dan ook meteen verkocht. Een boek met klasse, zowel inhoudelijk als taalkundig. Een absolute topper waardoor Grunberg er met mij een fan bij had. Het bestand daarentegen vind ik een teleurstelling en geeft mij het volledig tegenovergestelde gevoel. Was het niet dat ik dit boek voor De Leesfabriek las, dan had ik het zonder twijfel na drie hoofdstukken al in de vuilbak gezwierd. Haat-liefde verhouding? Beslist wel, maar ik hoop stiekem natuurlijk toch dat zijn volgende boek weer een topper wordt. Ik wacht alvast vol ongeduld.

Één op vijf.

Het bestand / Arnon Grunberg /  Nijgh en Van Ditmar / 2015 / 169 pagina’s / ISBN 978 90 388 9988 6

Deze recensie is geschreven door Lore Evens. Lore is 23 jaar en woont in Maaseik. Na een studie toegepaste school- en pedagogische psychologie in Antwerpen volgt zij nu een verkort traject lerarenopleiding secundair onderwijs Nederlands – geschiedenis in Leuven. Lore schrijft ook over boeken e.d. op haar eigen blog: