‘De jongen op de berg’ is een boek dat gaat over een jongen die opgroeit met zijn Franse moeder en zijn Duitse vader in Frankrijk, zijn naam is Pierrot. Zijn vader is nog getraumatiseerd door de gevechten in de Eerste Wereldoorlog en overlijdt op een dag plotseling. Als na een tijdje ook zijn moeder overlijdt, is Pierrot wees geworden. Nadat hij een korte tijd bij zijn Joodse, dove vriend Anshel heeft gelogeerd, denkt Anshel’s moeder dat het veiliger is voor Pierrot om hem naar een weeshuis te sturen in Orlèans. Daar wordt hij na een tijdje weggehaald door zijn enige overgebleven familielid, Beatrix. Zij neemt hem mee naar het huis op de berg, het vakantieoord van Adolf Hitler. Pierrot, dan Pieter, komt in contact met Hitler. Vanaf dat moment maakt hij veel onbegrijpelijke beslissingen.
Het begin van het boek was naar mijn mening lichtelijk saai en voorspelbaar. Pierrot’s vader is verslaafd aan alcohol ‘om zijn trauma’s uit de eerste wereldoorlog te doen vergeten’ en erg gewelddadig. Zijn vader en moeder hebben hier vaak ruzie over, waar de zevenjarige Pierrot soms wel wat van meekrijgt. Pierrot is een simpel denkende Franse jongen, met als beste vriend een doof Joods jongentje: Anshel. Het omgaan met Joden was link, aangezien dit boek zich afspeelt vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar eigenlijk wordt het boek pas echt interessant als Pierrot verhuist vanaf het weeshuis naar de berg.
Zoals ik al zei begon het verhaal lichtelijk saai en voorspelbaar, maar gaandeweg wordt het boek steeds beter. De personages zijn goed op elkaar afgestemd en allerlei feiten over het echte leven van Hitler worden gecombineerd met de zelfbedachte verhalen over Pierrot. Deze combinatie maakt het boek heel interessant. Het is bijzonder om te zien hoe Pierrot als personage kan veranderen naar Pieter. Van moederskindje naar fanatieke aanhanger van Hitler is nogal een verandering.
Het boek is opgedeeld in drie delen. Het eerste deel speelt zich af in 1936, het tweede in de periode van 1937 tot 1941 en het laatste in de periode van 1942 tot 1945. Het boek strekt zich dus uit over negen jaren. Door deze tijdsverdeling is het makkelijker om te weten in welke tijd je nou eigenlijk op dat moment in het boek zit. De schrijfstijl aan het begin van het boek was naar mijn mening nogal simpel, en daardoor lichtelijk vervelend. Maar als Pierrot gaandeweg ouder en ‘verstandiger’ wordt, verandert de schrijfstijl ook, in positieve zin.
Kortom, ik raad dit boek zeer aan. Het boek wordt gaandeweg steeds beter en het leest makkelijk door, het is lastig om weg te leggen. Je wilt weten wat Pierrot doet, hoe onbegrijpelijk het soms ook is, is het soms toch begrijpelijk. Dat heeft de schrijver knap gedaan.
Deze recensie is geschreven door Gerjan Zwiers, scholier op het Roelof van Echten College in Hoogeveen.
De jongen op de berg/John Boyne/vertaling Bert Meelker/De Boekerij/ 2015/ 251 blz./ ISBN: 9789022575536