“Ze beseften niet dat mensen die hun eigen kinderen nooit ofte nimmer naar hun land zouden sturen, toch hadden beslist dat daaruit wegvluchten niet gepermitteerd was.”
Gij nu van Griet op de Beeck kenmerkt zich door de rake klappen van Op de Beeck. Vijftien, op het oog, zeer diverse verhalen vertellen de levens van meer dan vijftien verschillende mensen. Allemaal een verhaal, allemaal een geschiedenis, bijna allemaal een toekomst. Op de Beeck weet met elk verhaal de lezer te raken, te shockeren en te inspireren. Gij nu wordt daarmee een boek van waarde.
Op de Beeck neemt je mee in losse verhalen over uiteenlopende onderwerpen. Zo laat ze Marcel vertellen over zijn 50-jarig huwelijk, Dennis over zijn donorhart, Dolo over zijn leven als vluchteling en Oscar over zijn machteloosheid ten opzichte van een studente. Ook geeft ze diverse kinderen een stem. Via Jessica ervaren we de gevolgen voor een kind wanneer een broertje overlijdt en Jason gunt ons een kijkje in de wereld van een kind in een opvanghuis. Liv toont ons de gevolgen van een ongewilde sekspartij.
“Gij nu gaat over wurgende eenzaamheid. Over vluchten en ontsnappen, wat geenszins hetzelfde is.”
Met vijftien uiteenlopende verhalen gunt Op de Beeck je steeds weer een nieuwe blik op de werkelijkheid, waarbij ze niet zelden een bijzondere standpunt kiest. Wanneer Dennis verzaakt zijn moeder te vertellen dat er een donorhart gevonden is, maakt hij voor menigeen een bizarre keuze. Echter, wie beter kijkt, ziet zijn beweegreden:
“Wie hoopt doet actief aan verwachten, dus wie hoopt wordt constant geconfronteerd met de angst dat het allemaal níet zal uitpakken zoals gewenst. En dat viel in zijn geval niet te verdragen.”
Ook Elizabeth, moeder van een ernstig ziek kind, maakt voor de lezer een volstrekt onlogische keuze: ze laat haar kind gaan. Op de Beeck beschrijft echter de wanhoop zó goed, dat sympathie ontstaat.
Niet alleen vanwege de opvallende perspectieven maken de verhalen indruk. Via prachtige, diepgaande opmerkingen raakt Op de Beeck je met bijna elke zin, in bijna elk verhaal. De manier waarop vluchteling Dolo zijn toekomst is niet anders dan schrijnend:
“Godverdomme, hij was er nog”
en Jasons vertrouwen in zijn moeder is voor eenieder herkenbaar: “
Hij keek naar de grond, en dan naar al die kinderen met hun ongeluk, met mama’s en papa’s die hen niet meer wilden.”
Ook de gedachtegang van verpleger Freddy zet aan tot denken:
“In tegenstelling tot waar we standaard van uitgaan, zijn wij mensen niet zozeer bang van de tegenslag, maar van het geluk, niet bang om te falen, maar om gezien te worden voor wat we kunnen en wie we zijn.”
Hoewel Op de Beeck in al haar verhalen grote thema’s als moord, ziekte en dood aanhaalt, zijn veel verhalen niet over-de-top of oppervlakkig. In de weinige woorden die de verhalen behelzen weet de schrijfster precies voldoende te zeggen om de lezer aan te zetten tot nadenken: “Over een vader die nooit doodgaat, omdat hij in jou is gaan wonen, omdat je vreest dat je eeuwig moet proberen om niet hem te worden.” Het veelvuldig gekozen personale perspectief blijkt van bijzondere waarde.
Door de levens vanuit dat perspectief te beschrijven, creëert Op de Beeck afstand tot de protagonisten, een mate van objectief beoordelen wordt mogelijk.
Gij nu valt op door de bijzondere formuleringen en de indrukwekkende verhalen. Op de Beeck weet in krap driehonderd bladzijden de vinger op de zere plek te leggen. Op diverse gebieden.
“Wie redenen heeft om te vergeten, vergeet alleen de kleinere dingen die eigenlijk best herinnerd mochten worden.”
Deze recensie is geschreven door Marloes Otten. Docente Nederlands op een school in Meppel, waar ze les geeft aan leerlingen uit de onderbouw van de havo, de mavo en het vwo. Marloes is een echte boekenwurm: van Mulisch tot Hertmans, van Lewinsky tot Williams: je maakt haar met van alles blij.
Griet op de Beeck / Gij nu / Uitgeverij Prometheus / 288 bladzijden / ISBN: 9789044629354