“‘Ik ben het geweest,’ zei hij, ‘die de dood vleugels gaf!”


Arthur Japin

begeeft zich met zijn nieuwe historische roman

De gevleugelde

gelukkig weer op bekend terrein. Hij beschrijft het leven van de Braziliaanse luchtvaartpionier Alberto Santos-Dumont. Helaas haalt Japin zijn aloude niveau, zoals in

De overgave

of

Een schitterend gebrek

niet. Wel draagt hij met dit boek een mooie boodschap uit.

1932: Alberto Santos-Dumont komt te overlijden en dokter Haberfield haalt zijn hart eruit. Vervolgens neemt hij het hart mee; hij zal het bezorgen bij de juiste persoon. Hij zal zorgen dat de waarheid duidelijk wordt. Dan worden we meegenomen naar de jeugd van Alberto. Vanaf jongst af aan wil hij uitvinden hoe de mens in de lucht kan zweven. Hij is er van overtuigd dat de mens ook kan vliegen. Naarmate hij ouder wordt, lijkt zijn droom uit te komen. Op een dag krijgt hij hulp van vriend Albert. Kan hij de mens laten vliegen? Hoe komt Alberto aan het einde van zijn leven?

De opbouw van

De gevleugelde

is aantrekkelijk. Japin begint het verhaal in het jaar 1932. In dit deel, waarin hij vraagtekens oproept, creëert hij een mysterieus beeld: Alberto is overleden. Dokter Haberfield haalt het hart van Alberto uit het lichaam, om het naar de juiste persoon te kunnen brengen. Wie Alberto is, hoe hij overleden is en naar wie het hart moet, is onduidelijk. Dit alles zorgt voor de nodige spanning. Met een mooie cliffhanger –

“’U hebt iets voor me.’ Ze schuifelde naderbij en wees op zijn dokterskoffer. ‘Zit het daarin?’

verruilt Japin het heden voor Alberto’s levensverhaal. De lezer blijft achter met de vraag wat er aan de hand is en wie de personages zijn. De verhalen over Alberto’s jeugd beschrijft Japin afstandelijk, haast journalistiek. Via veel beschrijvingen, commentaar van bovenaf en weinig dialogen schetst hij het leven van de Braziliaan. Naarmate het verhaal vordert, verschijnen er meer dialogen en wordt het verhaal gelukkig aantrekkelijker. Door het verhaal van Alberto te vertellen via de spannende en mysterieuze gebeurtenissen rond het jaar 1932, boeit Japin je. Stapje voor stapje geeft hij je informatie en neemt hij je mee naar de ontknoping. Op deze manier maakt Japin het gewone levensverhaal van Alberto nét even anders.

“‘

Ik denk wel eens dat elke stap die de mensheid zet, genomen is door iemand die zich voor zichzelf schaamde en aan de rest van de wereld het tegendeel probeerde te bewijzen.”

Via mooie, soms diepgaande beschrijvingen laat Japin ons nadenken over het leven en de bedoelingen van Alberto. Met zinnen als

‘Mensen zien nu eenmaal niet wie wij zíjn,’ ging ze verder,’ maar wat wij lijken’

creëert hij een diepere laag in het verhaal: hij lijkt niet louter het levensverhaal van Alberto te willen vertellen. Daarbij laat hij verschillende elementen, zoals de reisverhalen van Jules Vernes, in het verhaal terugkeren, om ze een bijzondere waarde te geven.

Op de juiste momenten zorgt hij – via realistische dialogen – voor humor in het verhaal en gunt hij de lezer de kans zich in te leven in Albert en Alberto: “

Geloof me, die gewoonte van u om in bomen te belanden is voor de luchtvaart echt belabberde reclame”

. Helaas maakt Japin te vaak op een dubbelzinnige manier gebruik van begrippen rondom het woord ‘vliegen’. Waar dit in het begin van het verhaal grappig of goed gevonden lijkt –

“Het is natuurlijk goed als we in dit leven alvast trachten een paar vleugels te verdienen, jongenlief, maar ze jezelf aanmeten en uitslaan wordt doorgaans niet op prijs gesteld.”

– gaat naarmate het verhaal vordert tegenstaan.

Los van de aantrekkelijke opbouw en schrijfstijl zorgt Japin ook voor een mooi roman verhaal. Delen van het verhaal zijn gebaseerd op feiten, andere delen niet en die combinatie werkt. Waar Japin de homoseksualiteit van Alberto wat overdreven aanzet, en daarbij gebruikmaakt van over Alberto bekende feiten en vermoedens, creëert hij met zulke verhaalelementen tevens de mogelijkheid de romanpersonages te begrijpen en met ze mee te leven. De ontknoping van het verhaal toont het noodlot van Alberto. Langzaam wordt de ware toedracht rondom zijn trieste dood helder. Met een zinvolle slotzin rondt Japin het leven van Alberto in

De gevleugelde

op een waardige manier af en zet hij opnieuw een mooi, boeiend, maar soms wat overdreven verhaal neer. “

Het wonderbaarlijke zit hem er niet in dat een mens vleugels krijgt en ermee wegvliegt. Het is pas echt een wonder als het hem lukt beneden te blijven en het uit te houden tussen anderen.”



Deze recensie is geschreven door Marloes Otten. Docente Nederlands op een school in Meppel, waar ze les geeft aan leerlingen uit de onderbouw van de havo, de mavo en het vwo. Marloes is een echte boekenwurm: van Mulisch tot




Hertmans




, van




Lewinsky




tot Williams: je maakt haar met van alles blij.

De gevleugelde / Arthur Japin / Uitgeverij De Arbeiderspers / 2015 / 319 bladzijden / 978-90-29-538-961