In het tweede deel van de autobiografische
Mijn strijd-cyclus
geeft Karl Ove Knausgård een ongecensureerde kijk in zijn huwelijk en gezinsleven, wederom met een flinke portie cynisme. Waar het voorgaande deel gedomineerd werd door de relatie van Karl Ove met zijn vader en de nasleep van diens dood, heeft dit deel een minder duidelijk thema. De liefde in verschillende verschijningsvormen staat centraal, van de romantische liefde tot liefde voor zijn kinderen, maar ook de liefde voor het schrijven. Dat blijkt voor Karl Ove namelijk een voortdurende afweging: de balans vinden tussen schrijven en zijn gezin. Die balans is vaak ver te zoeken. Er zijn lange periodes waarin hij zich volledig op het vaderschap moet richten, gevolgd door maanden waarin hij zich afsluit van zijn gezin en de hele dag in een huurappartement aan zijn nieuwe boek zit te werken.
Dat betekent niet dat Karl Ove een slechte vader is of niet van zijn gezin houdt. Die liefde komt zeker naar voren, maar niet op geromantiseerde wijze. Karl Ove beschrijft hoe hij zijn vrouw Linda heeft leren kennen en hoe verliefd hij in het begin was, maar daar staat tegenover dat deze verliefdheid allang voorbij is wanneer ze getrouwd zijn. Kleine en grote geluksmomenten van het gezin worden afgewisseld met ruzies om niks. Juist door de niet-chronologische vertelwijze is dit contrast zo confronterend.
Knausgårds werk barst van dergelijke schrijnende contrasten. Zo bestaat een groot deel van het boek uit minieme beschrijvingen van zeer alledaagse bezigheden – luiers verschonen, verjaardagsvisite, het vuilnis buitenzetten – afgewisseld met grootse existentiële theorieën over literatuur, kunst en het leven. De onverenigbaarheid van die werelden is iets waar Karl Ove niet mee in het reine kan komen. “Tussen die beide perspectieven bestond niets. Óf dat kleine, zelfverloochende óf dat grote, afstand scheppende. En daartussen, daar speelde zich het dagelijks leven af. Misschien was dat de reden dat het me zo moeilijk viel erin te leven. Het dagelijks leven met zijn plichten en sleur was iets wat ik verdroeg, niet iets waarop ik me verheugde, niet iets wat me zin schonk of gelukkig maakte. Het had er niets mee te maken dat ik geen zin had om vloeren te boenen of luiers te verschonen, het ging om iets fundamentelers, namelijk dat het leven hier en nu geen waarde voor me had, maar dat ik altijd ergens anders naar verlangde en dat altijd al had gedaan.” Karl Ove ziet zijn levensjaren wegtikken met het vervullen van onbenullige klusjes, zonder dat hij weet wat hij hieraan kan doen – of hij er überhaupt wel iets aan wil doen – want hij wil geenszins zijn gezin verlaten.
Die dagelijkse bezigheden gaan dan ook vaak gepaard met het nodige cynisme, zoals wanneer hij de nieuwste dieettrends op een verjaardagsfeestje hekelt. “Alle jonge vrouwen dronken in zulke grote hoeveelheden water dat het hun neus uitkwam, ze dachten dat dat ‘verantwoord’ en ‘goed’ was, maar het enige wat er gebeurde was dat de curve met het aantal jonge incontinenten omhoogschoot.” Nog erger is de babygymnastiek waar hij noodgedwongen – lees: gedwongen door zijn vrouw – aan meedoet met zijn babydochtertje, omringd door vele moeders en enkele ellendige vaders die rondjes op de maat moeten lopen terwijl ze de armpjes van hun kotertjes in de lucht zwieren.
Hoeveel van dergelijke nietszeggende gebeurtenissen ook aan bod komen, het verveelt niet. En daar ligt Knausgårds kracht. Dat beseft zijn beste vriend Geir, die tevens schrijver is, ook. Enigszins afgunstig roept hij uit: “Jij kunt mensen zover krijgen dat ze met tranen in hun ogen twintig pagina’s over een bezoek aan de wc lezen. Hoeveel mensen kunnen dat, denk je? Hoeveel schrijvers hadden dat niet gedaan als ze het konden?”
Niets wordt mooier voorgedaan dan het is: op veel momenten is
Liefde
zelfs pijnlijk eerlijk. Zonder schuilnamen te gebruiken beschrijft Knausgård de eigenaardigheden van al zijn vrienden en familie; de woede-uitbarstingen en psychische problemen van zijn vrouw; en bovenal – zijn eigen oneindige strijd met het leven.
Deze recensie is geschreven door Aline Douma, 21 jaar, student Communicatie- en informatiewetenschappen en Engels te Groningen
Mijn strijd 2: Liefde (origineel Min Kamp. Andre bok) / Karl Ove Knausgård / Vertaler: Marianne Molenaar / Uitgeverij De Geus / 2009 / 602 pag. / ISBN 9789044529135