Een klassiek familieverhaal over een niet-klassieke familie, zo noemt Nina Polak haar debuutroman zelf. Op de kaft van het boek wordt deze scheiding tussen klassiek en niet-klassiek gelijk zichtbaar. Een geschilderde vleugel prijkt op een nostalgisch aandoende, bruingele achtergrond. Daaronder staat in grote, vette letters de titel van het boek:
We zullen niet te pletter slaan
.
Het verband tussen deze twee beeldelementen is duidelijk: een vogel gebruikt zijn vleugels om te vliegen en net als een vogel ‘zullen wij niet te pletter slaan wanneer we over klippen gaan’ (een verwijzing naar het prachtige gedicht van William Wordsworth, dat als motto van het boek dient). Tegelijkertijd contrasteren de vette letters in het moderne lettertype en het oude schilderij met elkaar. De elementen oud en nieuw staan zo dicht op elkaar, dat ze haast met elkaar lijken te vloeken. Toch vormen ze op de een of andere manier ook één geheel. Dit gegeven, hoe klein en onbenullig het ook mag lijken, zet meteen de beginnoot voor een verhaal waarin tegenstellingen als oud en nieuw, heden en verleden en normaal en uniek een grote rol spelen.
Nina Polak laat de lezer zich niet sussen met een zacht en beschrijvend begin, maar valt direct met de deur in huis: Hun moeder verliet hun moeder op de dag dat de nieuwe keuken arriveerde. Nina windt er geen doekjes om en door deze ijzersterke beginzin, word je direct het verhaal ingezogen. In een vlotte stijl vertelt ze het verhaal van een halfbroer en een halfzus: Anna en Schard. Zij doen hun best om na ‘het mislukte experiment’ van hun ouders hun leven weer op de rails te krijgen, ieder op hun eigen manier.
Waar het verhaal in het begin vooral gefocust is op Anna, komt na een tijdje ook Schard om de hoek kijken. Hij heeft lange tijd in India gewoond, waar hij een oude geliefde naartoe is gevolgd, en staat dan plots voor Anna’s neus, vragend om onderdak. Anna is hopeloos verliefd op een kunstenaar die maar geen oog voor haar lijkt te hebben. Door middel van flashbacks, die overigens geen moment vervelen, ontrafelt zich een geschiedenis van vallen en opstaan, dalen en pieken, die de twee met elkaar verbindt. Beiden leiden ze een leven van verbroken beloftes en ontoereikende gevoelens en hunkeren ze naar afleiding, naar voldoening, maar vooral naar liefde.
De gevoelens en gedachten van Anna en Schard zijn zo raak beschreven dat je hun moedeloosheid voelt, net als hun hunkering naar hoop. Je krijgt de neiging ze uit deze poel van besluiteloosheid omhoog te trekken. Wanneer Schard zijn best doet een nieuw begin te maken in Nederland, zou je hem een hart onder de riem willen steken. Wanneer Anna om aandacht vraagt van haar geliefde, zou je haar willen aanraden om haar geluk ergens anders te zoeken, bij iemand die wel om haar geeft.
De verhalen van Anna en Schard vormen een prachtig samenspel van woorden en daden, een tocht vol tegenstand, waarbij je keihard geconfronteerd wordt met de waarheden die Anna en Schard zo lang geprobeerd hebben te ontwijken. Maar uiteindelijk is er een klein lichtje van hoop aan het andere eind van de tunnel. Langzaam maar zeker leren Anna en Schard hoe ze hun verleden en verlangens los kunnen laten en zelf hun toekomst kunnen vormen. De twee gebroken zielen vinden elkaar en beseffen dat ze elkaar hebben om warm te houden.
We zullen niet te pletter slaan is een regenachtig verhaal, waarin de storm Anna’s en Schards leven op het eerste gezicht uit elkaar drijft, maar ze vervolgens juist weer een stukje dichter bij elkaar brengt. Het is een boek vol tegenstellingen, die uiteindelijk met elkaar worden verbonden. Een boek vol wonden, die gehecht worden, totdat enkel nog de littekens ervan zichtbaar zijn.
We zullen niet te pletter slaan / Nina Polak / Uitgeverij Prometheus / 2014 / 272 pag. / ISBN 9789044621778