Wrange bezette gebieden-humor op een glooiende heuveltop

Israël/Palestina, een glooiende heuvel op de bezette Westelijke Jordaanoever. Otniël, een boekhouder die het zat is om boekhouder te zijn, droomt van de cherrytomaatjes en rucola die hij voor zijn vrouw en kinderen wil kweken. Op een dag wandelt hij langs een glooiende heuveltop met een prachtig uitzicht en neemt hij een besluit. Hier komt de boerderij te staan waar hij in alle rust cherrytomaatjes en rucola kan kweken. Maar meer mensen raken gecharmeerd van de glooiende heuveltop met haar prachtige uitzicht. Ze nemen bouwmachines en caravans mee en voordat Otniël alles goed en wel in de gaten heeft, is zijn rustige heuveltop veranderd in de bescheiden nederzetting Maälè Chermesj C.

Einde verhaal zou je denken, ware het niet Maälè Chermesj C zich op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever bevindt. En dat de glooiende heuveltop waar Otniël zijn cherrytomaatjes kweekt, eigenlijk Palestijns grondgebied is. En hij bovendien geen officiële vergunning heeft een nederzetting te beginnen. Ingrediënten genoeg voor Assaf Gavron om een bijna 500 pagina’s tellend epos te beginnen, dat door een Israëlische krant Gavrons ‘Magnum Opus’ genoemd is. Hooggespannen verwachtingen dus, voor een schrijver die veel landgenoten heeft die precies doen waar Gavron om bejubeld wordt: de absurditeit van de Israëlische bezetting haarscherp en humoristisch beschrijven.

De omstandigheden van de illegale nederzetting, bieden inderdaad een goed decor voor een absurdistisch verhaal. Dat wordt nog absurder wanneer een Amerikaanse journalist per ongeluk op de heuveltop belandt. Zijn artikel over de nederzetting en de Amerikaanse geldschieter die het gefinancieerd heeft, belandt in de Washington Post en leidt tot een internationale crisis. De conclusie is glashelder: Maälè Chermesj C moet ontruimd worden. Maar hoe ontruim je een nederzetting die op de kaart niet eens bestaat? En wat doe je als jij de dienstdoende commandant bent die de nederzetting moet ontmantelen, en de oprichter van de nederzetting je beste vriend?

Assaf Gavron volgt niet alleen Otniël, die nog steeds in alle rust zijn groenten wil kweken; alle inwoners van de nederzetting komen aan bod. Sjaoelit, die haar man de deur wijst omdat hij de hele dag alleen maar gitaar speelt in plaats van met de kinderen te helpen, de Ethiopische Joni die als dienstplichtige soldaat de inwoners van de nederzetting moet beschermen, en Gitít, de beeldschone dochter van Otniël met wie hij stiekem achter de stallen zoent. Maar bovenal gaat het over Gabi en Ronni, de van elkaar vervreemde broers die – tegen wil en dank – allebei in dezelfde caravan in Maälè Chermesj C belandden.

Het zijn veel verschillende personages die Assaf Gavron ten tonele voert, maar er zijn er weinig die in het geheugen blijven hangen. Het zijn slechts namen die genoemd worden en, met uitzondering van Gabi en Ronni, komen ze nauwelijks tot leven in de bijna 500 pagina’s die Gavron aan ze wijdt. En dan zijn 500 pagina’s veel, veel bladzijden. Zo ook de beschrijving van de Israëlische bureaucratie die als humoristisch bedoeld moet zijn, maar voornamelijk veel leestijd in beslag neemt.

Bij vlagen bevat het boek vermakelijk wrange bezette gebieden-humor, zoals wanneer Ronni in de laadklep van een bulldozer belandt in het gezelschap van een Arabier en een extremistische koloniste, wanneer hij tegen de bouw van een afscheidingsmuur tussen de israelische en palestijnse gebieden protesteert. Soms zijn het de rake en verontrustende beschrijvingen, zoals van een radicaliserende tiener die op second life een virtuele aanslag op een moskee uitvoert, die je bijblijven.

Maar ‘de interessantste politieke schrijver van zijn land’, zoals Der Tagesspiegel Assaf Gavron beschrijft, of een ‘Magnum Opus’ zoals de achterflap van het boek aanbeveelt? Daarvoor zijn de personages te oppervlakkig, is het verhaal te onsamenhangend. Er zitten zeker vermakelijke en scherpzinnige passages in het boek, maar die vormen toch te weinig bindmiddel om de aandacht zoveel pagina’s lang vast te houden. Wil je een echt scherpzinnig en meeslepend boek over de Israëlische bezetting lezen, laat deze dan in de kast staan en ga voor Gavrons landgenoot David Grossman, met ‘Een vrouw op de vlucht voor een bericht’. Sorry, Gavron.

Deze recensie is geschreven door Nienke Zoetbrood, 23 jaar, redactieassistente bij Vise Versa.

De nederzetting / Assaf Gavron / vertaald door Sylvie Hoyinck / Uitgeverij Nieuw Amsterdam / 2014 / 384 pag. / ISBN 9789046816998