Begin november begonnen de opnames van

Paper Towns

, gebaseerd op de in 2008 verschenen roman van John Green. Een goede reden om het boek te (her)lezen. Paper Towns vertelt het verhaal van Quentin (‘Q’) Jacobsen en zijn buurmeisje Margo Roth Spiegelman, het archetype van de manic pixie dream girl. Aan de vooravond van hun eindexamen duikt Margo in ninja-outfit op voor Q’s slaapkamerraam. Ze neemt hem mee op een nachtelijk avontuur, waarbij ze wraak nemen op klasgenoten die hen gekrenkt hebben. De volgende dag is Margo spoorloos verdwenen. Met zijn vrienden gaat Q op onderzoek uit, waarbij het ideaalbeeld van zijn buurmeisje langzaam verkruimelt.

Margo Roth Spiegelman is een vrije geest die een duidelijke afkeer ervaart van de burgermaatschappij. Q is door haar geïntrigeerd, maar die interesse wordt aanvankelijk niet expliciet omschreven als verliefdheid. Green construeert zijn roman als een detectiveverhaal, maar in feite doet Q niets anders dan wat elke verliefde jongere doet: proberen om het object van zijn affectie te begrijpen. Hij luistert naar Woodie Guthrie en leest Leaves of Grass van Walt Whitman, aanwijzingen die Margo hem naliet, en probeert zich via haar muziek- en boekensmaak een beeld van haar te vormen. Bij elke ontdekking die hij doet, wordt hij gedwongen dat beeld bij te stellen, waardoor ze langzaam van haar voetstuk valt: ‘Margo was geen wonder. Ze was geen avontuur. Ze was geen mooi en kostbaar voorwerp. Ze was een meisje.’

Ondertussen gaan Q’s vrienden op in drank, meisjes en examenfeestjes – zaken die voor hem triviaal zijn maar waaraan anderen, zo realiseert hij zich, wel waarde hechten. Dit inzicht doet hem ook beseffen dat Margo en hij nooit samen kunnen zijn, omdat hun waardesystemen te ver uit elkaar liggen. Want hoewel Q Margo’s rebelse levensstijl bewondert, heeft hij zelf wel meer traditionele idealen. Een relatie moeten afbreken, niet omdat je elkaar niet graag ziet, maar omdat je elk een ander levenspad wil bewandelen: wie herkent het niet? Q leert een aantal lessen waar iedereen vroeg of laat mee geconfronteerd wordt. Hij kweekt inlevingsvermogen en beseft dat de werkelijkheid zelden kan tippen aan onze fantasie. Al vroeg in de roman, wanneer Margo en hij hun nachtelijk avontuur besluiten met een inbraak in SeaWorld, stelt zij: ‘Dingen doen voelt nooit zo lekker als je van tevoren hoopte.’ De realiteit valt altijd tegen, zo luidt de boodschap, simpelweg omdat ze complex is.

Die moraal maakt

Paper Towns

een vrij sentimentele roman, mede door de uitgewerkte beeldspraak (de roman bestaat uit drie delen, ‘De touwtjes’, ‘Het gras’ en ‘Het vat’, die symbool staan voor de verschillende visies op menselijke relaties). Dankzij de luchtige humor, vooral in de dialogen tussen Q en zijn vrienden, wordt het boek echter nooit te zwaar. Vertaalster Aleid Van Eekelen-Benders wist het erg Amerikaanse taalgebruik om te zetten in vlot Nederlands met behoud van het ritme.

Op de filmversie is het nog wachten tot volgende zomer – benieuwd of de vertaling naar het witte doek zich kan meten met mijn fantasie.

Deze recensie is geschreven door Kyra Fastenau. Kyra is 25 jaar en woont in Antwerpen. Ze schrijft voor diverse media en werkte drie jaar als redacteur van de literaire tijdschriften De Leeswelp en De Leeswolf. Een overzicht van haar artikelen vind je op

Paper towns / John Green / Vertaling door Aleid van Ekelen-Benders / Uitgeverij Lemniscaat / 2012 / pag. / ISBN 9789047705826