‘Kees de jongen, Die naam zegt me geloof ik wel iets ja. Maar nee, nooit gelezen’. Dit was mijn reactie op de vraag of ik

Kees de jongen

van Theo Thijssen al eens had gelezen. Het feit dat velen dit boek nog niet gelezen hadden (terwijl het echt thuis hoort in het rijtje: ‘Dit moet je gelezen hebben!’), was voor Tiny Fisscher voldoende reden om het boek te herschrijven, zodat we het nu allemaal wél gaan lezen.

Kees Bakels is een jonge knul die woont in het eind 19e-eeuwse Amsterdam. Hij is de zoon van een schoenverkoper, een baan die qua geld niet veel zoden aan de dijk zet. Vandaar dat er vaak geldproblemen zijn in het gezin. Kees, met zijn grote fantasie, denkt hier een grote rol in te spelen. Vooral als hij af en toe met een geheimzinnige envelop op pad wordt gestuurd door zijn ouders. Het gave aan het verhaal is dat je je het, ook als oudere lezer, allemaal zo goed voor kan stellen. Je vader geeft je een brief en zegt dat je in een keer naar dat ene grote gebouw in de stad moet lopen om het daar af te geven. Hoe spannend is dat! Kees neemt het maar al te serieus, en rent in één keer met de beroemde zwembadpas naar het gebouw. Nee, niet achterom kijken, niet met vreemde mensen praten..

Het is leuk om te lezen hoe ver Kees’ fantasieën gaan. Hij vind Rosa Overbeek leuk, en ziet dan ook al helemaal voor zich hoe hij als slimme, leuke jongen haar als zijn meisje krijgt. Of dit in werkelijkheid ook zal gebeuren is nog maar de vraag. Hoe spannend en grappig zijn gedachtenkronkels ook zijn, als ‘volwassene’ is het soms ook pijnlijk om te lezen. Hoezeer je je ook in kan leven in zijn leuke fantasieën begrijp je dat zijn leven niet volmaakt is. Hoe meer hij droomt van die ene dure postzegel, of die stoere jas met mooie schoenen, hoe meer je inziet dat zijn leven het tegenovergestelde is.

Maar wellicht kunnen wij er, als (jong) volwassen publiek, wel iets van leren. Kees heeft op jonge leeftijd al met meer tegenslagen te maken dan de meesten van ons. Een buitenstaander zijn, geldproblemen hebben en dan ook zijn vader die ernstig ziek wordt. Het is interessant om te zien hoe positief Kees met alles om gaat; hij heeft misschien wel een iets te hoge pet van zich zelf op maar weet ook verantwoordelijkheid te nemen.

Dit boek laat zien dat je niet persé je dromen achter na hoeft te gaan, als je maar blijft dromen.

Wil je meer horen over deze nieuwe “Kees”, luister dan naar het radio interview op RTV NH met bewerker van het boek