We schamen ons voor onze oncontroleerbare reacties, maar ze stellen ons gerust, omdat ze aantonen dat we leven. Dat we mensen zijn. –Giulio Andreottie in Il divo (2008), Paolo Sorrentino.
De flaptekst meldt het volgende:
‘In
Iedereen kan schilderen
probeert de twintigjarige Iris Kostons vrede te vinden met een gezinsleven waarin haar vader alle aandacht opeist. Hans Kostons, eigenaar van een succesvol Zuid-Limburgs bedrijf in zelfsluitende ladesystemen, lijdt aan depressies, psychoses, koopziekte, hypochondrie, vernielzucht en suïcidale neigingen. De overige gezinsleden lijden aan Hans. Met de moed der wanhoop blijven vrouw des huizes Elsbeth en dochters Mia en Iris geloven in de beloofde verbetering. Maar na de zoveelste vernedering is de maat vol’.
Iris woont op kamers in Amsterdam. Ze studeert en in het weekend en de vakanties komt ze naar huis. Het verhaal vertelt niet hoe Iris leeft als ze niet thuis is. Het gaat echt alleen over het gezinsleven. Het boek bestaat uit drie delen; feestdagen, Pasen en de grote vakantie. In het eerste deel viert Iris Kerst en Nieuwjaar thuis met haar zus, en haar ouders. Haar vader eist zoals altijd alle aandacht, iedereen moet zich aan zijn regels houden en iedereen moet op hem wachten. Ben je te vroeg? Dan wacht je maar buiten. Moet je ergens heen? Dan blijft Hans nog een half uur langer in de badkamer. Hans en Iris zijn één dag na elkaar jarig. Ze vieren hun verjaardag altijd samen, maar het feestje is eigenlijk alleen zijn feestje.
In het tweede deel gaan Hans en Elsbeth in relatietherapie. Ook Iris gaat in therapie. Zij heeft iets van een persoonlijkheidsstoornis. Hans denkt hij kanker heeft, er zit een raar plekje op zijn neus. In het derde deel gaan ze met zijn allen op vakantie, omdat Hans zegt dat hij doodgaat. Maar uiteindelijk blijkt hij helemaal geen kanker te hebben. Eenmaal op Mauritius in een luxe resort word het Elsbeth teveel. Na een safari tour laat zij hem achter in the middle of nowhere. En dat is het einde van het boek, een open einde. Iets dat echt bij dit boek past.
De manier waarop Curvers schrijft is zeer boeiend. Ik had het boek dan ook in twee dagen uit. Curvers schrijft filmisch, ze laat foto’s zien uit een familie album. Ze illustreert het complexe gezinsleven door steeds korte scene’s te beschrijven en snel van onderwerp te veranderen. Elk foto neemt dan ook niet meer dan vier bladzijden in. De distantie waarmee Iris en Mia naar hun ouders kijken wekt verwondering, maar is meteen ook ontnuchterend. Je vraagt je af hoeveel foto’s er na verloop van jaren nog in dat fotoalbum zitten? Hier wil je toch niet aan herinnerd worden, of hebben de meisjes de situatie volledig geaccepteerd? De snelle afwisseling van scene’s zorgt ervoor dat het niet langdradig wordt en dat de vaart in het verhaal vastgehouden wordt en dat je boek dus ook niet kunt wegleggen. Ik zou zeggen:
Iedereen kan schilderen
is een zéér goed boek voor beginnende psychologie studenten, maar ook voor elke twintiger die regelmatig thuis moet opdraven: “Het kan nog erger”!
Maak nog even kennis met Emma door haar eigen boekpresentatie te bekijken op “Why I love this book”. En daaronder hebben nóg een link geplakt, nl. die van synthesizer muzikant / producer Mattheis. Samen maken zij het voorlezen van “Iedereen kan schilderen” tot een hypnotiserende ervaring.
Deze recensie is geschreven door Sanne Jakobs, 19 jaar, 1e jaars studente aan de pabo te Alkmaar
Iedereen kan schilderen / Emma Curvers / Uitgeverij Atlas Contact / 2014 / 207 pag. / ISBN 9789025443795