Als je een boek koopt zie je altijd als eerst de cover. De voorkant van

Hou je mond en zeg iets

is bijzonder genoeg om de aandacht te trekken. De titel spreekt zichzelf tegen en dat roept vragen op. Hoe kan je je mond houden, maar toch iets zeggen? Gaat het om beeldtaal of is er iets heel anders aan de hand? De prominente struisvogel op de cover maakt het er niet duidelijker op. En de enige manier om antwoorden te vinden, is door te gaan lezen.

Om zijn eindexamen te halen moet Alex een essay schrijven. Dit boek is de oefening voor Alex’ essay. Maar naast zijn eindexamen heeft Alex, net als alle andere twaalfjarigen, meer aan zijn hoofd. Proefwerken, meisjes en (in zijn geval) zijn obsessie voor interpunctie en kwantumfysica. Maar sinds hij een hersenoperatie heeft ondergaan, gedraagt iedereen zich nogal vreemd. Zijn ouders’ huwelijk lijkt niet meer zo rotsvast als vroeger, zijn vijand van school nodigt hem uit op zijn verjaardag en zelfs zijn hamster gedraagt zich anders dan eerst. Alex begint aan een diepgravend onderzoek, waarna hij de keuze moet maken: durft hij de waarheid onder ogen te zien, of kan hij beter zijn kop in het zand steken?


Humor en nieuwsgierigheid


De insteek van het verhaal is goed. Een jongen met een hersentumor en hoe hij daarmee omgaat. Hij is anders, dat weet hij zelf ook, en de lezer krijgt de kans om een tijdje in zijn hoofd mee te kijken. Sommige dingen zijn herkenbaar, maar het leunt ook vaak tegen het ongemakkelijke aan. En juist dat maakt het verhaal grappig. Nieuwsgierigheid en humor gaan goed gepaard in het eerste deel van het boek. De schrijver maakt je nieuwsgierig naar Alex en zijn omgeving, en laat je lachen om zijn gedachtegang. Helaas ligt het accent van het verhaal in het tweede deel meer op de humor. De verhaallijn wordt wat saaier en het lezen gaat naar het einde toe steeds een beetje stroever.


(((drie)dubbele)haakjes)


Als je niet van lange, ingewikkelde zinnen houdt kan je dit boek overslaan. Alex’ gedachten gaan non-stop door en ondanks zijn obsessie voor taal, is de interpunctie soms ver te zoeken. Af en toe krijgt je als lezer zin om zelf wat punten in het boek toe te voegen. Greene schroomt niet om haakjes, dubbele haakjes en soms zelfs driedubbele haakjes te gebruiken. Aan de ene kant geeft het goed weer hoe de gedachtegang van Alex in elkaar steekt, maar andere kant is het m.i. iets teveel van het goede. Als lezer word je te vaak uit het verhaal getrokken, omdat je zinnen vier keer opnieuw moet lezen.


Mark Haddon


Als schrijver moet Greene nog veel leren over hoe je een verhaal kunt overbrengen, zonder het je lezer té moeilijk te maken. Uitdaging in een boek is leuk, maar het moet niet overdreven worden. Greene heeft potentie om een goede schrijver te worden: zijn verhaal is goed (ook al doet het soms wat aan van Mark Haddon’s

Wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht

) en interessant: het gaat niet alleen over een jongen die ziek is, maar is tegelijkertijd een

coming-of-age

verhaal. Greene is creatief en grappig. Misschien doet zijn debuutroman niet helemaal wat het moet doen, maar een tweede boek zou zeker een pareltje kunnen worden.

Hou je mond en zeg iets / Matt Greene / Vertaald door Robert Neugarten / Uitgeverij Meulenhoff / 2014 / 272 pag. / ISBN 9789029089043