Kuddegedrag


Vijf jaar na haar bejubelde debuut verscheen onlangs Franca Treurs tweede roman,

De woongroep

. Treur schreef met

De woongroep

geen vervolg op

Dorsvloer vol confetti

, maar verkent met dit boek andere aspecten van haar schrijverschap. De boeken verschillen van elkaar als het Zeeuwse landschap van de stad Amsterdam, al is er een overeenkomst op te merken. Net als in Treurs debuut is het hoofdpersonage in

De woongroep

op zoek naar zichzelf en betekenis in haar leven. Als haar vriend neigt naar een huisje-boompje-beestje bestaan met Elenoor verzet zij zich hiertegen en kiest ze voor het leven in een woongroep. Daar leven naar haar idee mensen die ergens om geven en daar actie voor voeren. Als Elenoor eenmaal in de woongroep woont, brokkelt haar ideaalbeeld van de groep langzaam af. De bewoners blijken minder ideologisch dan ze dacht. Ze weten niet goed waar ze precies voor strijden en waar ze in het leven voor staan. Als de enige huisgenoot die Elenoor nog hoog achtte wordt verdacht van moord op een bejaarde, geeft Elenoor het op.

Ondanks haar zoektocht naar iets groters in het leven lukt het Elenoor niet om boven het middelmatige uit te stijgen. Elenoor verdwijnt uiteindelijk in de kudde van mensen die niet opvallen door hun gedrag. Dit kuddegedrag is te verbinden aan het citaat uit Dostojevski’s

Boze geesten

, dat luidt als motto van De woongroep: ‘Een tiende van de mensheid zal recht op een persoonlijkheid hebben en onbeperkte autoriteit uitoefenen over de andere negen tienden. Die zullen hun persoonlijkheid verliezen en als een kudde worden (…)’

De zoektocht van Elenoor is herkenbaar, met name wanneer je je in dezelfde levensfase als zij bevindt. Omdat het verhaal mijn eigen gevoel over het leven weergeeft, heb ik het met interesse gelezen. Het boek past in deze tijd waarin de quarter-life crisis een gebruikelijke term is. Veel leeftijdsgenoten met mij bevinden zich in deze fase waarin de mogelijkheden legio zijn. Een overdaad aan keuzes levert echter moeilijkheden op. Als je het een kiest, dan sluit je het andere uit, dus wat kies je dan? Het enige wat zeker is, is dat een middelmatig leven geen optie is.

Franca Treur lijkt met

De woongroep

het antwoord te geven op de vraag of het mogelijk is om boven een middelmatig leven uit te stijgen. Uiteindelijk is dit antwoord teleurstellend en dient het zich plots aan, waardoor het einde van

De woongroep

een deceptie is. Dat zorgt voor een bittere nasmaak na het lezen van een boek dat gekenmerkt wordt door humor en scherpe observaties. Niet elke zin van Treur is overdacht en mooi verwoord, maar schrijven kan ze zeker. Zo beschikt ze over een vorm van ironie die bij het lezen van De woongroep regelmatig een lach opwekt. ‘Ze was terminaal, maar niet acuut. Die middag had ze nog pindaslingers gemaakt voor de mezen’ schetst een wrang beeld dat toch doet glimlachen. Het is jammer dat het slot de lach doet vergaan. De boodschap dat ‘het leven is wat het is’ en niet moet worden gezien als ‘een slap aftreksel van iets wat nog ontzettend veel groter had kunnen zijn’, doet verlangen naar verhalen die je doen dromen over een groots en meeslepend leven.

‘Deze recensie is geschreven door Jessy Korshuize, 25 jaar oud, net afgestudeerd als Master in jeugdliteratuur en werkzaam in de Literaire Boekhandel in Utrecht.’

Franca Treur / De woongroep / Uitgeverij Prometheus / 2014 / 338 pag. / ISBN 9789044616583