Clausewitz
is het debuutroman van Joost de Vries. Met op de cover het commentaar “In stijl, spanning, taalgebruik, metaforiek, eruditie en humor steekt Joost de Vries
De ontdekking van de hemel
naar de kroon” (NRC Handelsblad) heeft dit boek heel wat waar te maken. En, in mijn ogen, doet het dat grotendeels.
In
Clausewitz
is Tim Modderman voor zijn promotieonderzoek op zoek naar de waarheid rond Ferdynand Lefebvre, een schrijver die, terwijl sommigen hem als kandidaat voor de Nobelprijs voor de Literatuur zagen, opeens verdween. Daarmee herinnerden de eerste pagina’s mij een beetje aan
De Schaduw van de Wind
, maar de gelijkenis verdween al snel. De zoektocht naar Lefebvre wordt al snel naar de achtergrond geschoven; het is meer een kapstok voor het verhaal dan dat er echt een spanningsboog uit voortkomt. In plaats daarvan contrasteert het verhaal drie generaties.
Allereerst: de (academische) twintiger/dertiger van nu. Tim Modderman bekent al snel dat integriteit voor hem weinig betekent; als hij op een rommelmarktje in Zuid-Frankrijk een klein, onbekend boekje ontdekt dat hij zo´n beetje over kan schrijven voor zijn promotieonderzoek grijpt hij die kans met beide handen aan. Net als een kans op vreemdgaan – wat hij een maandje later alweer haast vergeten is. Een vriend van Tim heeft nog wel passie voor zijn werk, en weet Tim af en toe te enthousiasmeren, maar ook hij heeft weinig karakter – de scriptie die ze samen schreven, en waarvoor ze een prijs kregen, was ‘eigenlijk een grap’. Daarmee schetst de Vries een cynisch beeld van deze tijd – maar door zijn luchtige schrijfstijl is het goed te verteren.
De tweede generatie die het ervan langs krijgt, is die van de twintigers/dertigers in de jaren ’70. Met figuren die volgens andere recencenten bekende auteurs en politici uit die tijd verbeelden (dat was wat voor mijn tijd), wordt de generatie neergezet als idealistisch. Tegelijkertijd haalt De Vries hard uit naar een cultuur waar hoogopgeleiden Literatuur schreven en de wereld bekritiseerden zonder ook daadwerkelijk iets te doen aan de misstanden die ze zo mooi kunnen analyseren. De personages worden zowel in de ’toen’ als de ‘nu’ tijdslijn opgevoerd en gaan het debat aan met de huidige generatie, wat bij tijden mooie gesprekken oplevert. De derde generatie wordt slechts kort ten tonele gevoerd – de twintiger uit de jaren ’40. Die had idealen, dacht daar wellicht wat minder over na maar was bereid ervoor te vechten en te sterven. Een enigszins vreemd tafereel voert zombies aan om de gruwelen van de oorlog te schetsen – maar dat staat niet helemaal in verband met de rest van het verhaal.
Al met al is
Clauswitz
een vlotgeschreven b
oek dat 3 generaties jongeren kritisch onder de loep neemt. Helaas wordt het basisverhaal al snel naar de achtergrond gedrongen. Ondanks de cynische boodschap leest het boek niet al te zwaar door goed geplaatste humor. Sommige beschrijvingen zijn misschien iets droog, en ik zou niet willen zeggen dat de kenschetsing van de huidige generatie 100% klopt (maar dat geldt voor de andere generaties ook), maar sommige citaten zijn echt juweeltjes. Ik ben zeker van plan een volgende roman van Joost de Vries ook te lezen, al was het maar omdat hij een lans breekt voor Humor in de Nederlandse Literatuur – wat een verademing.
Clausewitz / Joost de Vries / Uitgeverij Prometheus / 2010 -herdruk 2012 / 229 pag. / ISBN 9789044621761