Dit boek vertelt een verhaal over Reina van Holten, ongeveer 20 jaar. Ze woont samen met haar vriendin Abby in Amsterdam, omstreeks 1947. Reina werkt als verkoopster bij de Bijenkorf, alhoewel ze verder wil in de mode. Ze wil eigenlijk een opleiding volgen tot modetekenaar, maar omdat haar ouders niet meer leven weet ze niet hoe ze de opleiding moet betalen. Gelukkig krijgt ze via een vriendin een kans om naar de opleiding te gaan, waar ze een groot talent blijkt te hebben. Daar maakt ze echter een van de tweedejaars studenten bijzonder jaloers. Deze Harriët kan ook erg goed tekenen, maar is heel wat minder goed in kritiek incasseren, wat haar niet erg geliefd maakt. Ondertussen ontmoet Reina een charmante student, Roel, die haar ook niet koud laat. Echter, over de rol van de vrouw is hij erg duidelijk. Zij thuis voor de kinderen, terwijl de man werkt. Reina is niet zeker of ze dat wel ziet zitten. Als hij haar nu al niet serieus neemt, wanneer dan wel?
Het eerste wat me opviel aan dit boek, was dat het nogal ouderwetse ideeën uitsprak over de rol van de vrouw. Zo vindt een van de dames die Reina’s opleiding betaalt, de mode-opleiding toch een heel geschikte opleiding voor jongedames in plaats van dat moderne gedoe. Een ander voorbeeld is Roel, die Reina’s toekomstplannen niet serieus neemt en er maar klakkeloos vanuit gaat dat Reina net zo gemakkelijk voor hem valt als elk ander meisje. Het helpt om dan te bedenken dat dit boek geschreven was in 1947. Een tijd waarin meisjes überhaupt niet op zichzelf gingen wonen, zo zonder man of familie. En eigenlijk ook geen opleiding deden, en als ze die al deden, 2 à 3 jaar werkten, waarna ze trouwden en stopten met werken. Als je het verhaal bekijkt uit dat perspectief is het progressief, feministisch en bijzonder modern.
Wat nog meer opvallend is, is de toon van het boek. Terwijl je leest, heb je eigenlijk het idee dat je in een soort meisjesboek terecht bent gekomen. Dan bedoel ik geen twilight, maar meer richting de stijl van de olijke tweeling en het kleine huis op de prairie. Op zich niets mis mee, maar het eindigt precies zoals alle meisjesboeken doen (goed).
Het leuke aan dit verhaal is dan wel weer de stijl van de auteur. Ze beschrijft alles heel duidelijk, zoals de karakters en wat ze doen, waaruit duidelijk blijkt dat deze auteur dol is op details. Dat maakt dit boek bij vlagen erg leuk om te lezen. Je kan je precies voorstellen hoe de hoofdpersonen eruit zien, hoe ze reageren en hoe ze doen.
Op de meisjesboekachtige toon en de ietwat verouderde ideeën over vrouwen na, vond ik dit boek eigenlijk best leuk om te lezen. Dat komt, op de leuke beschrijvingen na, voornamelijk door het eigenlijke thema. Want het belangrijkste dat de hoofdpersoon leert is dat niets zomaar lukt of allemaal vanzelf gaat. Als je echt iets wilt bereiken, moet je ervoor werken. Dat was in 1947 zo en nu ook. Dat maakt het boek, ondanks de setting, toch actueel.
Deze recensie is geschreven door Emma Tondeur, 19 jaar uit Amersfoort. Emma gaat na de zomervakantie studeren aan de Roosevelt Academy in Middelburg
Kleren maken de vrouw / Hella S. Haasse / Uitgeverij Querido / eerste druk 1947, heruitgave 2013 / 264 pag. / ISBN 9789021446530