Met één woord is hij te omschrijven, deze verhalenbundel. Absurd. Ik ben een groot fan van de boeken van Ammaniti, dus ik was erg benieuwd naar zijn nieuwe verhalenbundel. Nu ik hem uit heb ben ik niet zozeer positief of negatief, ik ben meer enorm verrast. De verhalen in deze bundel zijn heel anders dan de eerdere boeken die ik van hem gelezen heb. Romantische verhalen worden afgewisseld door verhalen over lichamen die uit elkaar spatten, gestoorde kleinzonen, bizarre videotheken, borsten gevuld met cocaïne en angstaanjagende seriemoordenaars. Het zijn nachtmerrieverhalen. Niet omdat ze zo slecht geschreven zijn, maar omdat ze makkelijk één van je nachtmerries zouden kunnen zijn. In een van de laatste verhalen wordt gezegd dat de hoofdpersoon lijdt aan een zware vorm van paranoia en dat hij een ernstig gestoorde perceptie van de werkelijkheid heeft. Na het lezen van dit boek heb je het idee dat dit ook geldt voor Ammaniti.

En wat als… Dat is voor Ammaniti vaak het begin van een verhaal. Een simpel idee dat vaak onwaarschijnlijk is. Voor sommige schrijvers is dat misschien een weg die ze niet in zullen slaan, of misschien komt het idee wel niet eens in ze op. Voor Ammaniti is dat idee het begin van een schrijfproces waarin duizenden mogelijkheden zich aanbieden en hij alles wat er in hem opkomt uiteindelijk in één verhaal stopt.

Er was hem altijd verteld dat korte verhalen niet verkopen, dat lezers daar niet op zitten te wachten. Maar hij houdt van korte verhalen, dus brengt hij een bundel uit. Zoals hij het korte verhalen typeert in zijn voorwoord:


“Dat is rennen met je ogen dicht. Dat zijn krachtsprinten. Die hebben geen grote psychologishce karakterontwikkelingen nodig, geen complexe architectuur, maar verrassende wendingen die de loop van de gebeurtenissen op zijn kop zetten.”

Dit klopt helemaal in deze bundel. We kennen de hoofdpersonen niet; we kennen alleen dat ene stukje uit zijn leven dat Ammaniti ons laat zien. We snappen niet waarom ze dingen doen; vaak las ik een verhaal waar ik duizenden vragen bij had. Ammaniti vergelijkt de roman met een liefdesgeschiedenis en de verhalenbundel met de hartstocht van één nacht. Één nacht waarin wij de hoofdpersonen leren kennen, we ons enorm verbazen over wat ze doen, soms onze wenkbrauwen optrekken of een vies gezicht trekken, waarna we weer afscheid nemen en verder gaan naar de volgende nacht met de volgende bizarre hoofdpersoon.

Het zijn niet allemaal absurde, onrealistische verhalen. Iets wat ze wel allemaal gemeen hebben, is het ‘doe het niet’-gehalte. Ik wilde het de hoofdpersonen wel toeschreeuwen: DOE HET NIET! De achterkant waarschuwt ons al dat de hoofdpersonen van Ammaniti vaak lijden aan een lichte vorm van overmoed. Deze overmoed zorgt ervoor dat de hoofdpersonen dingen doen waarvan je denkt: dit gaat niet goed. Het effect hiervan is dat je als lezer mee gaat leven met de hoofdpersoon, wat voor rare actie hij ook uitvoert. Soms werd het mij wel een beetje teveel. Er wordt gezegd dat deze bundel het klassieke en het absurdistische werk van Ammaniti combineert, maar ik vond het absurdistische werk toch echt de boventoon voeren. Ik heb het boek twee keer weggelegd, omdat het ‘doe het niet’-gehalte me iets te veel werd.

Ik ben persoonlijk niet zo’n fan van absurdistische boeken, ik schrok me bij het eerste verhaal in deze bundel dus ook dood. Zou dit het hele boek zo doorgaan? Gelukkig zitten er ook meer klassieke verhalen in, die ik prachtig vindt. Maar ook de absurdistische verhalen zijn, moet ik toegeven, goed geschreven en slepen je mee. Al met al is het een bundel waarvan ik hele andere verwachtingen had, maar die me niet teleurgesteld heeft. Wennen moest ik wel en ook daarna heb ik nog wat pauzes ingelast, maar uiteindelijk was het boek het lezen zeker waard.


Een delicaat moment van Niccolo Ammaniti