Ik verwachtte dat dit boek zou gaan over overleven. Zorgen voor eten en warmte en een slaapplaats. Dit verhaal gaat echter over een ander soort overleven. Over doorgaan als alles om je heen instort en je niemand meer kunt vertrouwen. Overleven door confrontatie uit te stellen.

Het boek gaat over vier jongeren, twee jongens en twee meisjes. Het is geschreven vanuit Victor, een van deze jongens. Ze wonen in een studentenflat met veel andere jongeren, maar zonderen zich af. Ze leven met zijn vieren samen, in hun eigen wereld, afgesloten van de buitenwereld. Ze gebruiken regelmatig drugs, ‘Ultra’, drinken veel, gaan niet meer naar colleges. Op een gegeven moment gaat het regenen. En het blijft regenen, het stopt niet meer. De stad begint onder te lopen, en de inwoners vertrekken. Ook de andere studenten uit de flat gaan weg. Ze blijven met zijn vieren over en trekken zich weinig aan van de regen.

Dit kan natuurlijk niet lang goed gaan. Een van de jongens, Michael, raakt dodelijk gewond, oorzaak onbekend. Er zijn geen middelen om hem te genezen, en hij sterft. De andere drie beginnen langzamerhand de uitzichtloosheid van de situatie in te zien. Ze stellen het maken van een plan, een uitweg, echter steeds uit. De dood van Michael heeft ze niet dichter bij elkaar gebracht, maar eerder een afkeer voor elkaar doen ontstaan. Van de hechte vriendschap is niets meer, over ze zijn alleen nog bij elkaar uit noodzaak. En alles stort langzaam in.

Het verhaal is in chronologische volgorde, maar heeft veel flashbacks. In het begin is het een beetje onduidelijk, maar door de terugblikken begin je de beginsituatie steeds beter te begrijpen. In de loop van het boek komt dus steeds meer informatie naar boven. Maar op de naam van de hoofdpersoon moet lang worden gewacht, deze wordt namelijk pas in de allerlaatste zin van het boek genoemd. De ervaringen onder invloed van Ultra worden regelmatig beschreven. Dit werkt af en toe verwarrend, maar was niet storend tijdens het lezen van het boek. Ook zijn sommige (seksuele) fantasieën van de hoofdpersoon vrij uitgebreid uitgewerkt. Dit had, naar mijn mening, niet gehoeven. Het taalgebruik in het boek is opvallend. Nu en dan metaforisch, en soms wat ingewikkeld. De regen wordt op minstens twintig verschillende manieren beschreven. Dit maakt het lezen niet moeilijker, door de variatie leest het juist wel vlot.

Dit is eigenlijk niet het soort boek dat ik doorgaans lees, maar het viel absoluut niet tegen. Ik heb het al aan verschillende mensen aangeraden.

Deze recensie is geschreven door Eelke van de Weerd,16 jaar, 5VWO op het Onze Lieve Vrouwe Lyceum in Breda

Vloed / Roderik Six / Uitgeverij De Arbeiderspers / 2012 / 262 pagina’s / ISBN 978 90 295 8499 9