De 9jarige Eli Yoder groeit op in de Old Amish gemeenschap, in de Verenigde Staten, vermoedelijk Pensylvania. Wanneer zijn 5 zussen omkomen bij een auto-ongeluk tijdens een noodlottige nacht, vol van onweer, krijgt zijn leven een totaal andere wending. Op de markt heeft hij de camera van een hem fotograferende toerist verstopt onder de dropwielen die hij verkoopt in zijn eigen kraam, dat hij samen met zijn zussen uitbaat. Later steelt Eli de camera. Bij de dood van zijn zussen zal hij hen stiekem fotograferen, ook al weet hij dat dit eigenlijk verboden is bij de Amish. Zij geloven namelijk dat je zo hun zielen steelt, en van dierbaren bestaan dan ook enkel kalligrafie-achtige afbeeldingen. De doden worden dus echt nooit meer aanschouwt, en Eli kan hier moeilijk mee leven. Ook zijn moeder doet wat de Amish eigenlijk onwaardig vinden: ze knipt de vlechten van haar dochters af om ze te bewaren. Ook dat is iets wat ondenkbaar is: het haar van Amish is het enige dat er echt toe doet, en je mag je haar eigenlijk niet knippen als je een waardige Amish wil zijn. Vergeving is nog een element waar Amish zeer sterk in zouden moeten zijn, en ook dat lukt Eli niet: hij kan de bestuurder van de auto, die er zondermeer van door ging en dus vluchtmisdrijf pleegde, niet vergeven, en dat knaagt aan hem.
Gestolen zielen
is een boek dat anders is dan alle andere laatst gelezen boeken. Het biedt een boeiend inzicht op het leven van Amish “wederdopers”, een volk dat erin gelooft dat je als jongere pas gedoopt zult worden, om daarna definitief te kiezen voor het leven als Amish: een leven waarin soms elektriciteit en andere moderne snufjes als zelfs rubberbanden voor je wagen, geweerd worden, al is dit enkel zo bij de Old Amish. Andere gelederen tolereren wel elektriciteit, en beide groepen kijken daarom op elkaar neer. De Bijbel en daarnaar leven is bij beide groepen even belangrijk, en God is ontegensprekelijk aanwezig, in alles wat ze doen en laten. Payne slaagt er wel in om het Godsgegeven nooit krampachtig bij de lezer te brengen, en schetst daardoor ook het leven van de Amish zeer realistisch zonder er “aapjeskijken” van te maken. Rumspringa is nog zo’n interessant element: dit is een periode die een aantal jaar kan duren, en je als Amish de gemeenschap een tijd mag verlaten: dit kunnen een paar maanden tot zelfs jaren zijn. Tijdens deze periode mag je als gemiddelde Amerikaan leven, om beide kanten van het leven te leren. Vele jongeren en volwassenen kiezen na Rumspringa definitief voor het leven als Amish. Aldus
Gestolen zielen
.
Gestolen zielen
kon mij slechts heel geleidelijk beginnen boeien. Dit was vooral zo tijdens het eerste deel, waarin we kennismaken met het hele gezin Yoder, en wat voor gezin zij zijn. Het wordt ook slechts bij mondjesmaat duidelijk wie welke rol speelt, en dat geheel is nogal verwarrend.
Gestolen zielen
is een erg traag lopend boek, en wordt verteld vanuit het perspectief van Eli, die wanneer hij 45 jaar is, de episode uit zijn jonge leven vertelt.
Het tweede deel schetst het ongeval, maar niet expliciet, en dat maakt het zo sterk. Ineens ligt de koets waarin het gezin op de terugweg is van het halen van ijsjes, echter wel met onweer in de lucht hangend, en iedereen weet dat dat gevaarlijk kan zijn. Slechts heel geleidelijk kom je te weten dat er een auto was die paard en wagen niet heeft gezien, met als gevolg dat alleen de 9jarige Eli overleven. Eli’s vader moet verder met een verlamde hand. Na dit dramatische gegeven verandert Eli’s leven, en krijgt de lezer meer vat op wat voor jongen Eli is. Payne schetst een twijfelende jongen, in een tijdspanne van acht jaar, tot Eli 17 is en de Rumspringa meemaakt, samen met Emma Beiler, de dochter van de Bisschop. Maar ook Eli heeft iets waarvoor hij zich geweldig schaamt: omdat Amish afstammen van slechts een tweehonderdtal verwanten, komen er nogal eens erfelijke afwijkingen als syndactilie voor: bij Eli betekent dit dat sommige vingers aan elkaar vastzitten, en dat hij vliezen tussen de vingers heeft. Hij heeft alles over voor een operatie, maar is dit wel de wil van God? Zijn ouders vinden dat Eli’s handen zoals ze eruitzien, namelijk ook de wil zijn van God. Dat maakt dat Eli heel erg twijfelt, maar in Rumspringa toch aan de slag gaat bij kapper Leroy en zijn vrouw Ruthanne, die intussen blind is. Hij zakt dus niet af naar Florida, naar neven en nichten, om zijn handen te laten opereren. Liever heeft hij een broek met zakken erin, de broeken die Amish normaliter dragen, broadfallpants, hebben geen broekzakken, en dus kan hij zijn handen tijdens zijn kindertijd niet verstoppen, en is hij het mikpunt van spot, vooral onder toeristen. Deze elementen zitten op zeer natuurlijke wijze verweven in het verhaal over Eli en zijn familie, zodat ik na een worstelende 150 pagina’s toch zeer blij was dat ik
Gestolen zielen
heb verdergelezen.
Gestolen zielen
is een ongemeen boeiend boek dat het verdient om verder ontdekt te worden door andere lezers, over wat misschien een vrij onbekend volk is.
Gestolen zielen
is een dik boek, en draagt de redelijk herkenbare stempel van uitgeverij Callenbach: hun uitgaven voor jongeren blinken uit door hun volwassen look, en het serieus nemen van hun doelgroep, zijnde 16-plussers.
Gestolen zielen
is binnenin echter redelijk rommelig qua vormgeving. Waar de verhaallijnen redelijk strak zijn, en je als lezer komt te weten hoe ver je op de tijdlijn van de personages zit, zijn de hoofdstukken rommelig. Midden op een bladzijde staat plots in kapitalen het cijfer van een volgend hoofdstuk, om middenin een andere bladzijde te splitsen doormiddel van een sterretje. Er staan ook veel te veel tekst op één bladzijde.
Deze recensie is geschreven door Katrien Temmerman uit Vlaanderen. Katrien schrijft over boeken op haar eigen blog http://boekenboekenboeken.blogspot.com, en is tevens redactielid van de bekende Vlaamse boekensite verteleens.be
Gestolen zielen / Holly Payne / Vertaald door Hannie Tijman Logtenberg / Uitgeverij Callenbach / 2011 / 372 pag. / ISBN 978 90 266 2071 3