‘Stel je voor, je leeft in een wereld waarin door een genetisch virus niemand ouder wordt dan vijfentwintig jaar’. Rhine leeft in zo een wereld, ze is zestien jaar en zwerft samen met haar broer door het land. Haar ouders zijn een paar jaar geleden omgekomen bij een bomaanslag op het onderzoekscentrum. Ze waren nog van de eerste generatie, de mensen die niet door het virus zijn aangetast. Er wordt al jaren gezocht naar een antiserum, maar tot nu toe heeft al het onderzoek nog niks opgeleverd.
Er worden meisjes ontvoerd, jonge meisjes. Rhine, die normaal zo voorzichtig is, wordt ook ontvoerd. Ze wordt in een vrachtwagen gegooid en na een tijdje moeten alle meisje in een rij naast elkaar gaan staan. Drie meisjes worden uitgekozen, om bruid te worden van een rijke jongeman. Rhine is een van hen, ze viel op door haar speciale ogen. De andere meisjes worden weggevoerd; eerst hoort ze nog rumoer, maar dan klinken schoten en wordt alles stil.
Tot hier is het spannend, realistisch en kan ik volledig meeleven met Rhine. Je gaat er wel van uit dat ze anders is dan de andere meisjes; ook krijg ik het gevoel dat ze brutaal of dapper is. Maar tot nu toe heeft ze zich stil gehouden, aangezien ze anders ook misschien wordt doodgeschoten. Dan worden ze naar het gigantische huis gereden en naar hun slaapkamers gebracht. De slaapkamers van de drie meisjes zitten op de zelfde verdieping en ó ja, ze mogen trouwens nooit van de verdieping af. Niet zonder begeleiding of toestemming althans. Niet dat ze daar heel erg van schrikken, ze doen gewoon wat er wordt gezegd. Geen van de meisjes verzet zich echt, of is woedend omdat ze gewoon maar zijn ontvoerd. Nee, ze laten zich prachtig opmaken voor de ontmoeting en bruiloft met hun gezamenlijke man, Linden. Oké er wordt dan wel verteld dat Rhine zich zo goed mogelijk gaat proberen te gedragen, zodat ze Lindens zelfvertrouwen wint en dan ooit hoopt te kunnen ontsnappen. Maar toch, wat voor gevoel zou er door je heen moeten gaan als je wordt opgesloten op één verdieping met twee andere jonge meisjes. Dan is er ook nog Rose, Lindens eerste vrouw, die opsterven ligt aan het einde van de gang. Ze is 20 jaar, het laatste jaar van het leven van een vrouw. Ze snauwt iedereen af, maar wonder boven wonder kan ze goed opschieten met Rhine. Linden houdt echt van Rose, maar als ze eenmaal zijn getrouwd heeft hij er geen moeite mee om ’s avonds langs te gaan bij Cecily, het jongste meisje.
Het vreemde is gewoon dat ik geen angst of woede voel bij de meisjes als ik het verhaal lees. Ook komt er totaal geen passie in voor, het wordt gewoon omschreven alsof het allemaal de normaalste zaak van de wereld is. Alleen tussen Gabriel, een knecht, en Rhine voel je af en toe een speciale spanning. Ze vertrouwt hem dan ook als enige toe dat ze wil ontsnappen en dat ze alleen maar aardig doet tegen Linden om zijn zelfvertrouwen te winnen. Dan is er ook nog Meester Vaughn, een oude man van de eerste generatie, Lindens vader. Hij gaat met de meisjes om alsof hij ze al jaren kent, geeft ze knuffels en doet griezelig aardig. Maar nee hoor, weer geen woord over hoe afschuwelijk het moet zijn om met een vreemde oude man arm in arm te moeten lopen. Vaughn zegt dat hij al jaren een antiserum aan het maken is, maar Rhine komt er achter dat hij in de kelder lijken onderzoekt. Waaronder het lijk van Rose, die zogenaamd al begraven is. Het lijken spannende en enge dingen, maar in werkelijkheid gebeuren er in de 349 pagina’s bijna niks. Rhine loopt wat door het huis, wordt vriendinnetjes met de andere meisjes en begint Linden aardig te vinden. Na heel wat drama, kusjes en gruwelijke ontdekkingen begint zich er een ontsnappingsplan in haar hoofd te vormen. Waar bij ze Gabriels hulp hard nodig heeft.
Verwelken
, de basis is goed, spannend en zet je aan het denken. Maar het zijn nou niet bepaald de ‘mooie’ zinnen en klifhangers die je aandacht bij het boek houden.
Verwelken / Lauren Destefano / Vertaald door: Esther Ottens / Uitgeverij Van Holkema & Warendorf / 2011 / 349 pag. / ISBN. 9789047516682